Een goed functionerend stelsel van vergunningverlening, toezicht en handhaving (VTH) is essentieel om milieuschade te voorkomen. Waar het rijk vooral inzet op nog meer regels, pleit Thijs Kuipers, wethouder van de gemeente Horst aan de Maas en VNG-portefeuillehouder van dit dossier, voor meer positie voor de uitvoerende professionals.

‘De complexiteit in de fysieke leefomgeving is de afgelopen jaren toegenomen. Een verdere doorontwikkeling van het VTH-stelsel is nodig, maar in plaats van te focussen op nog meer regels kunnen we beter kijken naar een versterking van de uitvoering met meer ruimte voor de menselijke maat en een deskundig integraal perspectief.  Daarmee bedoel ik nadrukkelijk niet dat het bevoegd gezag economische belangen moet laten prevaleren boven de bescherming van de fysieke leefomgeving, maar gaat het me om positie en ruimte voor de professionals.’ 

Opgavegericht denken 

‘Niet alleen beoordelen of iets goed of fout is volgens de juridische regels, maar doen wat nodig is vanuit onze maatschappelijke opgaven in een bredere context. Natuurlijk moeten we ons aan de regels houden, maar we mogen toch zeker ook vertrouwen op de intrinsieke motivatie van de VTH-professionals om bij te dragen aan een betere wereld? Overorganisatie werkt belemmerend, dat zie je ook terug in de zorg en het onderwijs. Het mag niet zo zijn dat regels ten koste gaan van het innoverend vermogen. Juist die innovatie is nodig om bij te dragen aan maatschappelijke opgaven, zoals de energietransitie.’ 

Open mind 

‘Praktijkvoorbeeld hiervan is de ontwikkeling van een ecologisch recreatiepark met een verwarmd zwembad, nabij een toekomstig zonnepark met waterstofproductie. De ontwikkelaar wil het zwembadwater verwarmen met de restwarmte van de waterstofproductie. Waterstof is een explosief gas en vanuit de veiligheidsregels is dit een no go. Maar op nog geen 50 meter afstand van het plangebied ligt een snelweg waar dagelijks chemisch transport overheen raast. Als dit kan, waarom is dat ‘beetje’ waterstof dan een probleem? Ik zal nooit iets bestuurlijk doorduwen wat in strijd is met de regels, maar ik vraag de vergunningverlener wel om met open mind naar de casus te kijken en hierover te adviseren. Die creatieve ruimte moet er zijn als aanjager van vernieuwing en innovatie in het belang van het milieu, maar we bewegen juist richting een meer rigide structuur.’ 

Hogere straffen 

‘Het is zoeken naar de juiste balans. Meer vrijheid mag een effectieve handhaving van overtredingen niet belemmeren. Dit vraagt om deskundigheid, vertrouwen en vooral transparantie. De huidige handhavingsinstrumenten zijn niet altijd voldoende toereikend, zeker op strafrechtelijk gebied. Het is toch te gek voor woorden dat organisaties gewoon doorgaan met milieudelicten, omdat de pakkans klein is en de straffen laag. Ze maken een economische afweging ten koste van het milieu. Voor grote bedrijven stelt een boete van een paar duizend euro niks voor. Dat moeten we bekopen met een enorme gezondheidsschade. De straffen moeten meer recht doen aan de ernst van het delict. Daarbij moet ook de capaciteit van de politie en het OM omhoog en er moet meer prioriteit komen voor strafrechtelijke handhaving.’ 

Uitvoering centraal

‘De uitvoering moet in staat zijn om het beleid te volgen. Dat lukt nu al niet eens. Berekeningen van de ILT laten een milieuschade zien van € 5,5 miljard. Puur omdat beleid niet goed uitgevoerd wordt. Wat gebeurt er als we het beleid nog ingewikkelder maken met allerlei extra regels? De crux ligt in het versterken van de lokale uitvoering waar het werk verzet wordt, door uitvoerende professionals beter in positie te brengen, te investeren in kennisontwikkeling en beter werkende informatiesystemen.’