Een betrouwbaar stelsel van vergunningverlening, toezicht en handhaving (VTH) is essentieel om ons milieu te beschermen. Met het afronden van het Interbestuurlijk Programma (IBP VTH) wordt nog volop gesproken over samenwerkingsafspraken om de producten te implementeren en te borgen. Tijdens het Bestuurlijk Omgevingsberaad (Bob) op 16 januari worden de afspraken besproken. Astrid van de Klift, portefeuillehouder VTH in de VNG-commissie EKEM (Economie, Klimaat, Energie en Milieu) en gemeentesecretaris in Nijmegen, schetst de uitdagingen én de kansen voor gemeenten.

Samenspel organiseren

Een goed functionerend VTH-stelsel is een gezamenlijke opgave met maatschappelijk belang. Het gaat niet alleen over bevoegdheden en regels, maar vooral om mens, dier en onze leefomgeving. Van de Klift legt uit dat het belangrijk is dat gemeenten – als mede-eigenaar en opdrachtgever van omgevingsdiensten – zelf de regie in handen houden: ‘We moeten het echt met elkaar doen. Het ministerie is verantwoordelijk voor het stelsel. Maar de omgevingsdiensten zijn van onszelf, het is goed om ons dat te realiseren. Wij hebben de verantwoordelijkheid om het – samen – zelf goed te organiseren. De opdracht aan ons is: hoe organiseren we dat samenspel?’

Gezamenlijke opdracht  

Ze vertelt: ‘We hebben allemaal dezelfde ambitie: een veilige, schone en gezonde leefomgeving. De échte discussie is: waar was dit stelsel eigenlijk voor bedoeld? We hebben een VTH-stelstel nodig om de veiligheid van gebouwen te borgen, om te zorgen dat de natuur beschermd wordt en dat de volksgezondheid in acht wordt genomen. De wetgeving voor milieu is zo ingewikkeld, dat vraagt om specialistische kennis. Zodat we die processen maatschappelijk goed kunnen begeleiden en ons milieu kunnen beschermen. We hebben als gemeenten hierin sterke partners nodig zoals Omgevingsdiensten (OD’s).’

Kansen en risico’s in de praktijk 

Ze illustreert dit met het voorbeeld van de asfaltcentrale in Nijmegen. ‘Dit project vroeg om hele specialistische kennis en strategische begeleiding. Kleine omgevingsdiensten hebben vaak moeite om die expertise te borgen.’ Ze benadrukt dat robuuste diensten nodig zijn om de steeds complexere milieuvraagstukken met een grote maatschappelijke impact te behandelen, zoals die rondom grote bedrijven als Tata Steel. Daarom zijn de afgelopen 2 jaar onder andere robuustheidscriteria opgesteld om een gelijkwaardige kwaliteit te waarborgen tussen de omgevingsdiensten – door heel Nederland.

Gevoeligheden

Ze erkent de gevoeligheden die er zijn in de verhouding tussen gemeenten, provincies en OD’s. ‘Er zijn uiteenlopende belangen. Sommige OD’s blijken heel goed te scoren en er zijn Omgevingsdiensten die aandacht verdienen. Daarom proberen we bij zoveel mogelijk gemeenten hun input op te halen. Om alle geluiden te horen. We zijn erop gericht om dit – met elkaar – goed neer te zetten.’

Dezelfde ambitie 

Deze dialoog vraagt om een gezamenlijke blik. Ze benadrukt het belang van focus: ‘Het is zonde als we in onze discussie blijven steken bij organisatorische kwesties, zoals fusies. Het gaat erom de kwaliteit en effectiviteit van het stelsel te versterken.’

Het versterken van het VTH-stelsel vraagt om samenwerking op alle niveaus: tussen gemeenten, provincies en omgevingsdiensten. ‘We hebben een gezamenlijke verantwoordelijkheid. We kunnen het ons niet permitteren dat anderen achterblijven.’ De besturen van OD’s werken hard aan de uitvoering van de plannen van aanpak. Producten uit het IBP VTH, zoals visitaties van omgevingsdiensten en kwaliteitscriteria, helpen om de uitvoering op een hoger plan te krijgen.

Uitdagingen van vandaag en morgen

Met de nieuwe samenwerkingsafspraken, die in januari op de agenda staan, ontstaat een nieuw kader voor samenwerking. Er wordt geïnvesteerd in kennisinfrastructuur en digitale ondersteuning. Zoals een versterkt VTH-stelsel, dat gemeenten concrete voordelen biedt. Van de Klift roept gemeenten en provincies op om dicht bij elkaar te blijven. Om als gemeenten, provincies en OD’s met 1 mond te spreken. Om het grotere belang niet uit het oog te verliezen.

Wat brengt de toekomst?  

‘We moeten over onze eigen organisatiegrenzen heen kijken en samen actief meedenken aan een sterker VTH-stelsel. Waar het om gaat, is dat iedere betrokken partij de verantwoordelijkheid neemt voor een schone, veilige en gezonde leefomgeving. Juridisch of in de beeldvorming. Dat moet je je blijven realiseren. Dan is een goede verhouding met je OD een basisvereiste. Blijf betrokken, houd de regie en werk samen met alle partijen aan een robuust stelsel. Alleen samen kunnen we de uitdagingen van vandaag en morgen aan.’

Implementatie vraagt aandacht

‘We moeten echt nog wat doen en zijn nu op de goede weg. Laten we doorzetten. We hebben elkaar beter gevonden als partners. Dit moeten we niet loslaten. We hebben met elkaar een mooi pakket ontwikkeld. De implementatie van het IBP VTH vraagt nu aandacht. Laten we over onze organisaties heen kijken en komen tot eensgezindheid.’

Achtergrond

Het IBP gaf uitvoering aan het rapport van de commissie-Van Aartsen: voor een sterker en onafhankelijker VTH-stelsel voor onze leefomgeving. Er zijn in het 2-jarige IBP veel ’producten’ opgeleverd die een bijdrage leveren aan een sterker stelsel. De VNG wil de versterking van het VTH-stelsel samen met alle betrokken partners oppakken: provincies, omgevingsdiensten en het rijk. Om de belangen van gemeenten én inwoners te waarborgen.