Over pakweg een half jaar treedt de Omgevingswet in werking. Vanaf 2024 zijn alle regels voor de leefomgeving – wonen, wegen, milieu, natuur en water – van 26 wetten samengevoegd in één loket. Dit gaat veel zaken uiteindelijk makkelijker maken. Maar eerlijk is eerlijk, hier gaan nog wel de nodige hobbels aan vooraf. Hoe draagt de VNG bij aan een soepele overgang? Een gesprek met Implementatiemanager Fred van den Bosch. “Na het Koninklijk Besluit is er een nieuwe energie losgekomen bij gemeenten. Nu is het zaak om die positieve energie optimaal te richten op de voorbereiding voor 1 januari 2024.

Als VNG moeten we ervoor zorgen dat gemeenten zich optimaal kunnen voorbereiden op de Omgevingswet (Ow). Fred licht hierbij drie subdoelen uit. “Allereerst moeten we zorgen dat de VTH-, plan- en dienstverleningsketens bij elke gemeente perfect op elkaar aangesloten zijn. We testen dit bewust met mensen in de uitvoering, zodat we weten of de nieuwe systemen ook echt werkbaar zijn. Daarnaast is de regionale samenwerking tussen gemeenten, provincie, waterschappen, omgevingsdiensten, et cetera een belangrijke succesfactor voor het werken onder de Omgevingswet. Dat vergt enorm veel afstemming tussen verschillende partijen; Regionale Implementatie Coaches (RIO’s) helpen partijen daarbij. Ten derde moeten we ervoor zorgdragen dat het rijk en andere landelijke partijen de randvoorwaarden op orde hebben – denk aan het digitaal stelsel landelijke voorziening – zodat de gemeentes hun werk goed kunnen doen.”
 

 

Grootste zorg


Maar Van den Bosch’ grootste zorg zit in de serviceketen. “We leggen een puzzel die op 1 januari nog niet perfect zal liggen – de Omgevingswet is totaal nieuw en we kunnen gewoon niet alles voorzien. Die slecht gelegde en ontbrekende puzzelstukjes gaan vragen opleveren. Vragen die voornamelijk bij gemeenten terecht zullen komen. Hoeveel extra werk dit gaat opleveren, kunnen we vooralsnog alleen inschatten. Zullen we in staat zijn om medewerkers bij front- en backoffice voldoende te ondersteunen? Zal er genoeg extra capaciteit zijn? Zij werken zich wellicht straks het snot voor de ogen om zaken die elders in de keten mis zijn gegaan, op te lossen.”
 
 

“Slecht gelegde en ontbrekende puzzelstukjes gaan vragen opleveren die voornamelijk bij gemeenten terecht zullen komen”

 

Nieuwe energie


De Klaar voor de Start-tool is gelukkig goed ontvangen. Deze tool helpt gemeenten bij een gestructureerde voorbereiding op de Omgevingswet. Fred: “Na het Koninklijk Besluit is er echt een nieuwe energie losgekomen bij gemeenten. Ik merk dat er concreet en enthousiast naar de IWT-datum toegewerkt wordt. Ook interbestuurlijk gaan de schouders er weer onder en is men gemotiveerd om kansen te pakken. Nu is het zaak om die positieve energie vast te houden, want deze operatie is niet niks. De paradox is namelijk dat hoe meer we doen en hoe meer grip we denken te gaan krijgen op de transitie, het werk niet minder blijkt te worden, maar méér. De Omgevingswet heeft veel meer impact dan vooraf ingeschat. Om het optimisme erin te houden, vieren we tussentijdse successen bewust.” Fred geeft aan dat de VNG de vinger aan de pols houdt met zowel structurele overleggen met afgevaardigden van gemeenten als door meer ad hoc het gesprek aan te gaan in verschillende regio’s.

 

“Dit doen we vooral rondom mijlpalen.”

 

Minder van het kastje naar de muur, meer lokale democratie


De invoering van de OW biedt mooie kansen. Allereerst kan het de dienstverlening op termijn echt verbeteren, stelt Fred: “Het is de bedoeling dat een inwoner, ondernemer, of andere belanghebbende straks niet meer van het kastje naar de muur wordt gestuurd, maar snel één goed afgewogen antwoord vanuit de totale overheid krijgt. Echt, al bewegen we maar een béétje in die richting, dan zou de winst al enorm zijn.” Daarnaast ziet Van den Bosch kansen voor de versterking van de lokale democratie. “Dit wordt vaak vergeten, maar één van de bouwstenen van de Omgevingswet is dat bewoners en andere betrokkenen zich vroegtijdig uit kunnen spreken over plannen die hen raken. De dialoog tussen overheid en inwoners, én die tussen initiatiefnemer en belanghebbende(n), wordt straks beter en eerder gevoerd.”

 

“Bewoners en andere betrokkenen kunnen zich straks vroegtijdig uitspreken over plannen die hen raken, wat de lokale democratie kan versterken”

 

Goed verwachtingsmanagement


Voor de komende maanden hamert Fred op goed verwachtingsmanagement bij medewerkers in de uitvoering. “Dit is essentieel en echt een managementtaak die wij als VNG niet van gemeenten over kunnen nemen. Erken én communiceer naar je mensen dat bepaalde zaken in het begin meer tijd zullen kosten of lastiger zullen zijn. Bied daarnaast handelsperspectief in het hier en nu en een wenkend perspectief op termijn op een integrale, snellere en efficiënte manier van werken. Dit vereist een nog betere wijze van samenwerken, zowel intern als extern. Dit klinkt eenvoudig, maar is het zeker niet. Het vereist vaak een lange adem. Hopelijk blijft deze veranderopgave in de komende jaren op de managementagenda staan.”