Een bevoegdhedenovereenkomst is een overeenkomst waarin de overheid afspraken maakt met de wederpartij over de wijze waarop zij gebruik zal maken van haar publiekrechtelijke bevoegdheid.
Wanneer mag je contracteren over publiekrechtelijke bevoegdheden?
Voor zover de publiekrechtelijke bevoegdheid enige beleidsvrijheid laat, kan daarover worden gecontracteerd. Voorbeelden hiervan zijn overeenkomsten over het vaststellen of wijzigen van het bestemmingsplan of over het geven van een straatnaam.
Over gebonden bevoegdheden kan niet worden gecontracteerd. Soms geeft de wet expliciet aan dat over een bevoegdheid niet mag worden gecontracteerd zoals in artikel 122 Woningwet. Een overeenkomst waarin de gemeente zich verbindt (al het mogelijke te doen) om een omgevingsvergunning voor het bouwen te verlenen is daarom nietig.
De publiekrechtelijke bevoegdheden mogen niet voor een ander doel worden gebruikt dan waarvoor zij zijn gegeven. Zo oordeelde de Hoge Raad in 1998 dat de bevoegdheden die de Wet op de Ruimtelijke Ordening toekende alleen strekten tot behartiging van planologische belangen. Dit betekende dat de gemeente aan vrijstelling van het bestemmingsplan geen voorwaarden mocht verbinden over de door haar gewenste woonruimteverdeling.
De afspraken over het uitoefenen van de publiekrechtelijke bevoegdheid hoeven niet in een aparte overeenkomst te worden geregeld, maar kunnen ook zijn opgenomen in een andere overeenkomst waarin nog andere, meestal privaatrechtelijke, afspraken worden gemaakt. Denk bijvoorbeeld aan een samenwerkings- of intentieovereenkomst
Totstandkoming bevoegdhedenovereenkomst
Een bevoegdhedenovereenkomst blijft gewoon een overeenkomst en de contractspartij is dus de gemeente als rechtspersoon. Het college is het bevoegde orgaan om tot het aangaan van de overeenkomst te beslissen (artikel 160 lid 1 sub d Gemeentewet) en de ondertekenaar van de overeenkomst is de burgemeester (artikel 171 Gemeentewet). Van belang is natuurlijk ook de medewerking van het bestuursorgaan dat bevoegd is tot het nemen van het publiekrechtelijke besluit waarover wordt gecontracteerd. Als dat besluit al is genomen, vermeld dit dan in de aanhef van de overeenkomst.
Publiekrechtelijke besluitvorming
Gewekt vertrouwen moet worden gehonoreerd. Het tracébesluit HSL V werd door de bestuursrechter vernietigd wegens strijd met het vertrouwensbeginsel. Uit het bestreden besluit bleek niet dat de belangen van de contractspartij bij de afweging een rol hadden gespeeld. Maar belangen van derden moeten niet worden vergeten.
Wanneer belangen van derden bij de besluitvorming zijn betrokken – zoals bij milieu- en ruimtelijke ordeningsbesluiten of verkeersbesluiten - dient het bestuur met die belangen rekening te houden. Zo werd een vergunning op grond van de Wet verontreiniging oppervlaktewateren door de bestuurs echter vernietigd omdat derden niet bij de toezegging tot de vergunningverlening waren betrokken.
Welke wegen kan de wederpartij bewandelen als hij van mening is dat de publiekrechtelijke bevoegdheid niet volgens afspraak is uitgeoefend?
Nakoming
Voor nakoming staan de wederpartij niet veel wegen open. Wanneer de wederpartij nakoming wenst van de uit een bevoegdhedenovereenkomst voortvloeiende verplichting tot het nemen van een bepaald voor bezwaar en beroep vatbaar besluit, dient hij de bestuursrechtelijke rechtsgang te volgen.
Schadevergoeding
Voor schadevergoeding heeft de wederpartij meer opties. Indien het besluit afwijkt van de overeenkomst kan de wederpartij in een bestuursrechtelijke procedure vernietiging van het genomen besluit vragen wegens strijd met de overeenkomst. Hij kan tijdens of na deze procedure een verzoek tot schadevergoeding indienen bij de bestuursrechter (8:88 Awb). Dit is mogelijk tot een bedrag van € 25.000,-. Voor het meerdere kan de wederpartij zich alsnog tot de civiele rechter wenden. De wederpartij kan er ook voor kiezen om zich voor de schadevergoeding direct te wenden tot de civiele rechter. Na vernietiging van het besluit door de bestuursrechter kan hij een vordering uit onrechtmatige daad instellen bij de burgerlijke rechter.
De wederpartij kan bij niet-nakoming van de overeenkomst (het door de overheid toegezegde besluit is niet genomen of beantwoordt niet aan de overeenkomst) een vordering tot schadevergoeding op grond van wanprestatie instellen bij de burgerlijke rechter. De formele rechtskracht van het besluit vormt hiervoor geen belemmering. Het betekent weliswaar dat het besluit voor rechtmatig moet worden gehouden, maar niet dat de overheid haar verplichtingen uit de overeenkomst is nagekomen.
Gemeente
Voor de gemeente op haar beurt zal het veelal om een vordering (tot nakoming of schadevergoeding) bij de burgerlijke rechter gaan.