Sinds enkele jaren is er een trend om kinderopvang, peuterspeelzalen en het basisonderwijs te integreren in (integrale) kindcentra. Landelijk bestaat er een groot maatschappelijk draagvlak voor deze integratie. De roep om een eigentijdse voorziening voor kinderen is groot. Ook speelt dat er slimme oplossingen gezocht worden voor gebieden waar sprake is van bevolkingskrimp.
Nieuw stelsel
Achter de schermen wordt gewerkt aan een nieuw stelsel waarin alle hobbels voor de integratie worden weggenomen. Er komt dan een einde aan de enorme versnippering in het stelsel van voorzieningen voor de jeugd. De kindcentra bieden opvang en educatie voor alle kinderen van 0-12 jaar, waarin gewerkt wordt aan talentontwikkeling en alle kinderen gelijke kansen krijgen. Kinderen die dat nodig hebben, krijgen binnen het kindcentrum de zorg en extra aandacht die nodig is. Kortom, er wordt gezorgd voor een ononderbroken ontwikkelingslijn voor kinderen. De kindcentra kennen één pedagogisch-didactische visie, één team en één aansturing. Dit gaat dus verder dan de brede scholen, waarin het vooral om samenwerking gaat.
Huidige wet- en regelgeving
In het huidige stelsel is de wet- en regelgeving voor kinderopvang, de peuterspeelzalen, de voorschoolse opvang en het basisonderwijs versnipperd.
Het kabinet heeft een voorstel gedaan voor wijziging van de regelgeving voor peuteropvang. In dit voorstel kunnen ook werkende ouders met kinderen op de peuterzaal vanaf 2016 kinderopvangtoeslag krijgen. Tegelijkertijd gaan de kwaliteitseisen voor peuterspeelzalen omhoog tot het niveau van de kinderopvang. En dat zorgt voor een kostenverhoging in de peuterspeelzalen. Het kabinet ziet het voorstel als een bezuiniging voor gemeenten en vindt het daarom gerechtvaardigd om 35 miljoen terug te vorderen uit het Gemeentefonds (vanaf 2010 voor kwaliteit peuterspeelzalen).
Alternatief voorstel
De VNG is het niet eens met de uitwerking van de financiering en vindt het geen stap in de richting van de ontwikkeling van kindcentra. Daarom heeft zij een alternatief voorstel ingediend. Gemeenten willen sturing houden op de voorschoolse voorzieningen, mede met het oog op de uitvoerbaarheid van de taken onderwijsachterstandenbeleid en jeugdzorg. De PO-raad en MO-groep ondersteunen het plan, de Brancheorganisatie kinderopvang is het eens met de inhoudelijke uitgangspunten.
Uitdaging gemeenten
Gemeenten hebben de uitdaging om een sturende rol op zich te nemen om voorzieningen te integreren in het belang van optimale ontwikkeling kinderen, integrale kindcentra. Deze integrale kindcentra kunnen een oplossing bieden voor allerlei complexe gemeentelijke problemen. Denk aan huisvesting, onderwijsachterstanden, voorkomen segregatie, transformeren preventieve jeugdzorg, krimp van voorzieningen, maar vooral aanpak preventieve jeugdproblematiek en talentontwikkeling kinderen.
Gemeenten moeten zorgen voor een duidelijk beleidskader, met een door lokale partners gedragen visie, en dusdanige randvoorwaarden dat de professionals hun werk kunnen doen. En gemeenten faciliteren het proces.
Relevante actoren
Lokaal zijn relevante actoren:
- kinderopvangondernemers
- organisatie voor peuterspeelzalen/welzijnswerk
- CJG/jeugdgezondheidszorg
- besturen voor basisonderwijs
- ouders
Landelijk zijn relevante actoren:
- ministeries OCW en SZW
- PO-raad
- MO-groep
- Branchevereniging kinderopvang
- BOinK (Belangenvereniging van Ouders in de Kinderopvang & Peuterspeelzalen)
- Vos/ABB (Openbaar Onderwijs)
- Wetenschappers
- diverse ouderverenigingen