Model Algemene Inkoopvoorwaarden
-
Dit is niet opgenomen, omdat de wijze waarop wordt goedgekeurd per product en zelfs per gemeente kan verschillen. De gemeente moet dit dus nog apart regelen.
Model Algemene Subsidieverordening
-
Mag men iets aan eigen vermogen hebben of moet het eigen vermogen eerst altijd helemaal worden opgemaakt alvorens subsidieverlening aan de orde kan zijn?
De gemeente kan alleen rekening houden met eigen vermogen van de te subsidiëren organisatie als een wettelijk voorschrift (d.w.z. een verordening) daarvoor de grondslag biedt. In onze model-ASV is bijvoorbeeld bij de weigeringsgronden vermeld dat subsidie kan worden geweigerd als niet is aangetoond dat de subsidie noodzakelijk is voor het verrichten van de activiteiten waarvoor deze wordt gevraagd (art 9, derde lid onder b). Subsidie kan daardoor geweigerd worden als de aanvrager voldoende eigen middelen heeft. Uit een oogpunt van doelmatige besteding van subsidiegeld is dat logisch.
Het al dan niet toestaan van eigen vermogen bij subsidieverlening is verder alleen aan de orde bij meerjarig gefinancierde instellingen waarmee in de subsidiebeschikking een egalisatiereserve is overeengekomen. Dit kan overigens alleen als afdeling 4.2.8 van de Awb van toepassing is verklaard. Dit gaat over per boekjaar versterkt subsidies aan rechtspersonen. Meestal betreft het dan grote instellingen die voor hun voortbestaan geheel of grotendeels afhankelijk zijn van subsidie(s). Zij hebben een verzwaard verantwoordingsregime.
-
Deze vrijheid is er.
-
In principe kan dat wel, maar artikel 4:71 Awb staat in afdeling 4.2.8 van de Awb, dat gaat over per boekjaar aan rechtspersonen verstrekte subsidies. Het is dus op lang niet alle subsidies van toepassing en daarom minder op zijn plaats in een ASV. Het is beter om een dergelijke bepaling in een subsidieregeling op te nemen die over dergelijke subsidies gaat, of eventueel in de beschikking tot subsidieverlening.
-
''Indien er geen subsidieregeling bestaat, kan de gemeente subsidie verstrekken op basis van de begroting mits daarin het bedrag en de subsidieontvanger staan vermeld”?
Deze toevoeging is niet nodig; immers in artikel 4:23 derde lid onder d Awb wordt expliciet bepaald dat het niet nodig is om een wettelijke grondslag te hebben voor het verstrekken van subsidie indien de begroting de subsidieontvanger en het bedrag waarop deze ten hoogste kan worden vastgesteld vermeldt. Als dat gebeurt is een subsidieplafond overbodig.
-
Nee, dat kan niet: het is van belang dat er bij de berekening wordt uitgegaan van een bij de subsidieregeling of bij de subsidieverlening voorgeschreven wijze van berekening, anders kan er willekeur of rechtsongelijkheid ontstaan.
-
In artikel twee, eerste lid, variant 3, van de model ASV is de mogelijkheid opgenomen om bepaalde beleidsterreinen van subsidie uit te sluiten. In artikel 3 van het model wordt de mogelijkheid geboden om in nadere regelgeving te bepalen dat een bepaalde doelgroep niet voor subsidie in aanmerking komt. De gemeenten hebben dus inderdaad de vrijheid om te bepalen dat bjjvoorbeeld politieke partijen niet voor (een bepaalde) subsidie in aanmerking komen.
Model ASV algemeen: juridisch kader
-
In de Model ASV 2013 staan verschillende artikelen waarin delegatiebepalingen van de raad aan het college zijn opgenomen; dit is helderder dan een algemene delegatiebepaling in één van de eerste artikelen zoals in de oude Model-Asv uit 2009 het geval was. In artikel 2 (met drie varianten) is de bevoegdheid om subsidies te verstrekken aan het college gedelegeerd, artikel 3 bevat de delegatiebepaling met betrekking tot het vaststellen van nadere regels. Artikel 5 (variant 1) bevat de delegatiebepaling met betrekking tot het vaststellen van subsidieplafonds.
-
Nee, het is niet mogelijk om subsidie te verstrekken op basis van een beleidsregel of beleidsnota. De Algemene wet bestuursrecht vereist voor subsidieverstrekking een wettelijke grondslag, dat wil voor een gemeente zeggen een verordening. Een beleidsregel is geen verordening, maar een algemene regel waarin het bestuursorgaan heeft neergelegd hoe het belangen afweegt. Verschil met een verordening is dat een beleidsregel alleen het bestuursorgaan zelf bindt en geen werking “naar buiten” heeft. Een beleidsregel of –nota kan dus geen zelfstandige grondslag voor subsidieverstrekking zijn. Zij kan wel dienen als toelichting bij de subsidieverordening, bijvoorbeeld om bepaalde termen of begrippen uit te leggen. Een nadere regel op grond van de ASV (artikel 3 in het model) biedt wel een zelfstandige grondslag voor subsidieverstrekking. Omdat de nadere regel net zoals een beleidsregel door het college wordt vastgesteld, kan dat even snel en eenvoudig gebeuren. Bij de Model ASV 2013 is als bijlage een opzet voor zo’n nadere regel opgenomen, in de ASV subsidieregeling genoemd.
-
Ja, het is in beginsel mogelijk om aan commerciële instellingen subsidie te verlenen voor niet-commerciële activiteiten: indien in de subsidieregeling niet expliciet is vermeld dat personen of instellingen met een commerciële achtergrond niet tot de doelgroep behoren, kunnen zij gewoon voor subsidie in aanmerking komen (mits ze uiteraard aan alle overige criteria voldoen). In de model ASV of de model-subsidieregeling is een dergelijke doelgroepbepaling niet opgenomen. Als er subsidie wordt verstrekt aan een commerciële instelling moet er wel bekeken worden of er sprake is van staatssteun. Zie voor informatie over staatssteun, vrijstellingsverordeningen en de de-minimisregeling de site van Europa decentraal.
-
Het is mogelijk om in de subsidieregeling die als nadere regel van de ASV wordt vastgesteld, aanvullende weigeringsgronden op te nemen. In artikel 12 van de model-subsidieregeling die als bijlage bij de Model ASV 2013 is gevoegd, worden daarvan enkele voorbeelden gegeven die te maken hebben met de aard van de te subsidiëren activiteiten. Zie ook de toelichting daarbij.
-
Een gemeente kan subsidie verstrekken zonder dat er een verordening voor is in de volgende gevallen.
- Spoedeisende subsidie (artikel 4:23 lid 3 onder a Awb). Er moet dan een wettelijk voorschrift (verordening) in voorbereiding zijn; vooruitlopend daarop mag het bestuursorgaan alvast overgaan tot subsidieverstrekking. Deze bevoegdheid is overigens beperkt (maximaal voor één jaar en de subsidie moet worden vastgelegd in een verslag).
- Het subsidiebedrag wordt als begrotingspost opgenomen (artikel 4:23 lid 3 onder c Awb). De begunstigde plus het maximale subsidiebedrag moeten in dat geval duidelijk worden vermeld in de begroting (of in de toelichting) ten behoeve van publieke controle. Deze subsidievorm wordt veel gebruikt voor subsidies die structureel aan één of enkele ontvangers wordt verstrekt. Op basis van deze begrotingspostsubsidie stelt het college dan de subsidiebeschikking met de eventuele verplichtingen voor de ontvanger vast.
Let op: wanneer overwogen wordt hiervan gebruik te maken is het van belang om er zeker van te zijn dat er geen andere gegadigden zijn voor deze specifieke subsidie. Als dat wel zo is, bestaat namelijk de mogelijkheid dat er sprake is van een schaarse subsidie en dan is de rechtsnorm m.b.t. de verdeling van schaarse rechten van toepassing. Zie ABRvS11 juli 2018 (ECLI:NL:RVS:2018:2310. Dat betekent dat andere gegadigden moeten kunnen meedingen en dat de procedure daarvoor transparant moet zijn. In dat geval wel een subsidieregeling nodig waarin een en ander wordt vastgelegd. - Incidentele subsidieverstrekking (artikel 4:23 lid 3 onder d Awb). Hiervan is sprake in het geval er geen beleid of bestuurspraktijk voor de subsidieaanvraag is. Om in aanmerking te komen voor subsidie moet er sprake zijn van een beperkt aantal subsidieontvangers en een beperkt tijdvak van ten hoogste vier jaar. Ook hierbij geldt de waarschuwing om na te gaan of er geen andere gegadigden zijn in verband met de schaarse-rechtennorm. Zie boven.
- Europese subsidies (artikel 4:23 lid 3 onder b Awb). Deze subsidievorm is voor gemeente niet of nauwelijks van belang en wordt dan ook verder buiten beschouwing gelaten.