Nieuwe geheimhoudingsregels: Geheime informatie delen
-
De nieuwe geheimhoudingsregeling in de artikelen 87, 88 en 89 Gemeentewet is alleen van toepassing op de organen van het gemeentebestuur. Zo kan het college informatie ten aanzien waarvan het een verplichting tot geheimhouding heeft opgelegd, verstrekken aan de raad, de rekenkamer en een commissie als bedoeld in hoofdstuk V (artikel 88 lid 3 Gemeentewet).
Zolang het college de geheime informatie nog niet met de raad heeft gedeeld, mag het college die geheime informatie vertrouwelijk delen met anderen dan de organen van het gemeentebestuur. Als geheime informatie aan anderen dan deze organen wordt verstrekt, rust op deze anderen niet een geheimhoudingsplicht op grond van hoofdstuk Va Gemeentewet maar wel op grond van artikel 2:5 Algemene wet bestuursrecht en artikel 272 Wetboek van Strafrecht. Het is van belang dat de juiste rechtsgrond op de betreffende documenten wordt vermeld.
Nadat het college de geheime informatie met de raad heeft gedeeld, is in beginsel alleen de raad nog bevoegd om die informatie met anderen te delen (artikel 88 lid 6 Gemeentewet). De raad kan echter bij verordening of bijvoorbeeld met een algemene of specifieke machtiging regelen in welke gevallen het college zelf de geheime informatie nog met anderen mag delen (artikel 88 lid 5 Gemeentewet). Dit kan noodzakelijk zijn voor het dagelijks bestuur, ook nadat deze informatie onder geheimhouding aan de raad is verstrekt.
Meer informatie hierover is te vinden in de circulaire geheimhouding (pdf, 3,4 MB) van het ministerie van BZK. -
Nee. Als de wens bestaat geheime informatie aan een of enkele raadsleden te verstrekken, moet deze informatie aan de gehele raad worden verstrekt (Kamerstukken II 2019/20, 35 546, nr. 3, p. 10 en 20). Ook als geheime informatie wordt verstrekt aan een commissie waarin raadsleden zitting hebben, moet die informatie tevens aan de voltallige raad worden verstrekt (artikel 88, vijfde lid, Gemeentewet). Hiermee wil de wetgever de gelijkheid in de informatiepositie tussen raadsleden benadrukken. Ook voorkomt deze regeling dat onduidelijkheid ontstaat over de status van informatie en bijvoorbeeld over de (on)mogelijkheid om deze informatie in de fractie te delen of bespreken.
Een situatie waarvoor dit volgens het ministerie van BZK niet geldt, betreft die van de besloten commissievergadering. Op het moment dat bepaalde zaken in een besloten commissievergadering worden besproken, komt die geheime informatie ter kennis van de aanwezigen en rust op die informatie van rechtswege geheimhouding (artikel 23 lid 4 Gemeentewet). Deze mondelinge informatie is niet aan de commissie verstrekt waardoor de geheime informatie ook niet aan de gehele raad hoeft te worden verstrekt.
Nieuwe geheimhoudingsregels: Geheimhouding en Woo
-
Hierbij is onderscheid mogelijk tussen geheimhouding en openbaarmaking. Vanaf 1 april 2023 kan het college alleen op grond van een belang genoemd in artikel 5.1 lid 1 en 2 van de Wet open overheid een verplichting tot geheimhouding opleggen ten aanzien van informatie die bij dat orgaan berust.
Als er geen geheimhouding is opgelegd, kan openbaarmaking nog steeds tijdelijk achterwege blijven als het belang van de geadresseerde van de informatie om als eerste kennis te nemen van de informatie dit kennelijk vereist (artikel 5.1 lid 4 van de Wet open overheid). Dit kan op de manier zoals voor 1 april 2023 al gebeurde.
-
Het college moet het Woo-verzoek dan doorsturen naar het orgaan dat bevoegd is de geheimhouding op te heffen. Dat is in het geval van door een commissie opgelegde geheimhouding zowel de commissie zelf als het orgaan dat de commissie heeft ingesteld. De commissie of dat andere orgaan zal moeten beoordelen of geheimhouding van de informatie nog steeds nodig is. Zo ja, dan blijft er geheimhouding op de informatie rusten en moet het college het Woo-verzoek afwijzen onder verwijzing naar de op de informatie rustende verplichting tot geheimhouding. Zo nee, dan heft de commissie of het andere bevoegde orgaan de geheimhouding op. Het college beslist vervolgens over de openbaarmaking van de gevraagde informatie met inachtneming van de Woo.
Nieuwe geheimhoudingsregels: Geheimhouding opheffen
-
Nee, ook de bestuurscommissie zelf mag de opgelegde geheimhouding opheffen. In artikel 89, derde lid, Gemeentewet is geregeld dat als een commissie geheimhouding heeft opgelegd, de geheimhouding zowel door de commissie als door het orgaan dat de commissie heeft ingesteld (in dit geval het college) kan worden opgeheven.
Nieuwe geheimhoudingsregels: Mondelinge geheime informatie
-
Schending van de geheimhouding kan tot gevolg hebben dat de raad een lid voor de duur van 3 maanden uitsluit van het ontvangen van geheime informatie. Dit geldt ten aanzien van zowel mondelinge als schriftelijke geheime informatie (artikel 89 lid 2 en lid 5 Gemeentewet).
Bij mondelinge informatie gaat het om informatie die is gewisseld tijdens een besloten vergadering (artikel 23 lid 4 Gemeentewet). Procedurele informatie over de gang van zaken tijdens een besloten vergadering, zoals een interventie van de voorzitter of het weglopen van een lid, valt volgens het ministerie van BZK niet onder die geheimhouding.
-
Het verslag van een besloten vergadering als bedoeld in artikel 23 lid 5 Gemeentewet moet worden onderscheiden van informatie die bij een orgaan berust en waarop een raadscommissie geheimhouding kan leggen in de zin van artikel 87 Gemeentewet, en de informatie waarvan een commissie een verplichting tot geheimhouding heeft opgelegd en die de commissie aan andere organen van het gemeentebestuur kan verstrekken als bedoeld in artikel 88 lid 4 Gemeentewet.
Het audioverslag van een besloten commissievergadering moet worden beschouwd als een verslag in de zin van artikel 82 lid 5 Gemeentewet juncto artikel 23 lid 5 Gemeentewet. Dit verslag mag niet openbaar worden gemaakt tenzij de raadscommissie besluit de verplichting tot geheimhouding omtrent informatie die in die besloten vergadering ter kennis van de aanwezigen komt op te heffen.
Nieuwe geheimhoudingsregels: Overgangsrecht
-
De voorzitter van een commissie kan onder de nieuwe geheimhoudingsregels niet langer eigenstandig geheimhouding opleggen op informatie (artikel 86, tweede lid, Gemeentewet (oud)). Alleen de commissie zelf kan informatie geheim verklaren (artikel 87 Gemeentewet). De voorzitter kan daartoe wel voorstellen doen.
Artikel 292 Gemeentewet voorziet in overgangsrecht ter voorkoming dat de eerder door een voorzitter opgelegde geheimhouding automatisch komt te vervallen bij inwerkingtreding van de nieuwe geheimhoudingsregels. Voor informatie waarop geheimhouding is opgelegd vóór de inwerkingtreding van de nieuwe geheimhoudingsregels, blijft artikel 86 Gemeentewet (oud) gelden. Dat betekent dat de geheimhouding voortduurt tot de voorzitter of de raad de geheimhouding opheft. Als het informatie betreft waarmee de commissie zich tot de raad heeft gewend, is de raad exclusief bevoegd de geheimhouding op te heffen (artikel 86, tweede en derde lid, Gemeentewet (oud)).
-
De raad hoeft de verplichting tot geheimhouding met betrekking tot aan hem verstrekte informatie niet meer te bekrachtigen (vgl. artikel 25, derde lid, Gemeentewet (oud)). Op het moment dat het college informatie waarop geheimhouding rust met de raad deelt, moet de raad de verplichting tot geheimhouding in acht nemen. De raad is evenwel vanaf het moment dat hij de geheime informatie van het college ontvangt exclusief bevoegd te beslissen over het voortduren in de zin van het al dan niet opheffen van de geheimhouding. Desgewenst kan de raad de geheimhouding dus opheffen na ontvangst van de geheime informatie.
Regelgeving integriteit voor ambtenaren
-
In de Ambtenarenwet zijn de volgende nieuwe verplichtingen opgenomen. Deze werken rechtstreeks voor de gemeenten.
- plicht gemeente tot het voeren van integriteitbeleid
- plicht gemeente om ambtseed te voeren
- plicht gemeente om een gedragscode in te voeren
In de Gemeentewet zijn de volgende bepalingen opgenomen voor politieke ambtsdragers
- met het ambt onverenigbare functies (incompatibiliteiten)
- verboden handelingen zoals aannemen van werk ten behoeve van de gemeente, adviseren aan derden, het verhuren van zaken aan de gemeente etc.
- stemmen zonder last
- verbod op deelname stemming in zaken die een raadslid of bestuurder persoonlijk aangaan
- eed, belofte
- verplichte gedragscode voor raadsleden, burgemeester en wethouders.
- verbod op nevenfuncties die ongewenst zijn met het oog op het wethouderschap of burgemeesterschap
- plicht tot openbaarmaking nevenfuncties voor alle politieke ambtsdragers
- geen vergoedingen buiten hetgeen in wet of verordening is vastgelegd.
Verder kent de Gemeentewet algemene regels die een relatie hebben met het onderwerp integriteit, zoals de financiële functie en voorschriften over rechtmatigheid, voorschriften over de accountantscontrole en voorschriften over de financiële administratie
- www.overheid.nl (voor de wet- en regelgeving)