Politiek-bestuurlijke fusie
-
Alle voorschriften, beleidsregels en verordeningen vervallen van rechtswege. Een simpele herbevestiging van de gemeenteraad om de voorschriften opnieuw geldend te laten maken is voldoende.
-
Omdat deze verordeningen worden vastgesteld ter voorbereiding van de nieuwe gemeente adviseren we juist om de nieuwe gemeentenaam te hanteren. Maar alleen als het besluit van de Eerste Kamer op de herindelingswet positief is, want anders neemt u de naam van een niet bestaande gemeente op in uw verordening of beleidsregel wat tot problemen kan leiden; het besluit kent dan immers een niet bestaande onjuiste naam.
-
Gemeentelijk beleid kan rechtsgevolgen hebben. Om die reden valt het onder Art. 28 van de Wet Arhi. Er zal dus uiteindelijk nieuw beleid opgesteld worden (al dan niet voor dat specifieke gebied).
-
Gemeenten mogen zelf bepalen of en wat voor stempel ze gebruiken. Het kan de handtekening niet vervangen. Meer informatie kunt u verkrijgen via de Nederlandse Vereniging Voor Burgerzaken (NVVB): 020 5519007. De Hoge Raad van Adel ziet op het gemeentewapen, zie daarvoor de website.
-
In dat geval beslist de nieuwe gemeente daarover.
Voorbereiding op herindeling
-
Volgens Art. 8 lid 1 van de Wet Arhi moeten de gedeputeerde tijdig de betrokken gemeenten horen in dit proces. Alleen gelijkluidende besluiten van PS van de betrokken provincies zijn vereist en een AMVB of wet.
-
Er zijn hierover geen regels gesteld, noch in de wet Arhi noch in het bijbehorende beleidskader. Het is dus een keuze die de gemeente zelf kan maken.
-
Nee, dit is niet mogelijk. De wet Arhi is hier vrij expliciet in:
- Wijziging van de gemeentelijke indeling: instelling en opheffing van gemeenten alsmede wijziging van gemeentegrenzen die naar verwachting het inwonertal van tenminste één van de betrokken gemeenten met 10% of meer zal doen toe- of afnemen.
- Grenscorrectie: een wijziging van een gemeentegrens die naar verwachting het inwonertal van geen van de betrokken gemeenten met 10% of meer zal doen toe- of afnemen.
-
Bij een herindeling van onderop is het herindelingsvoorstel het eerste formele document van de gezamenlijke gemeenten waarin ze een concrete beschrijving geven van de voorgenomen herindeling. Nadat overeenstemming is bereikt over de beoogde fusiepartners, geven de gezamenlijke raden opdracht om tot een herindelingsontwerp te komen.
Binnen het kader van de gezamenlijke gemeenteraden zetten de gezamenlijke colleges van burgemeesters en wethouders in de regel de eerste stappen om tot een concept-herindelingsontwerp te komen, uiteraard bijgestaan door de ambtelijke organisatie. De gemeenten leggen het concept herindelingsontwerp vervolgens 8 weken ter inzage. Alle belanghebbenden kunnen hun reactie geven aan het college van B&W. Het Beleidskader schrijft daarnaast voor dat het concept herindelingsontwerp ook aan de besturen van omliggende gemeenten moet worden gezonden voor het indienen van zienswijzen. Deze periode wordt in de regel ook benut om bestuurlijk overleg te voeren met omliggende, niet bij de herindeling betrokken, gemeenten en de provincie. De colleges van B&W reageren na afloop van terinzagetermijn op de ingekomen zienswijzen en doen verslag van de uitkomsten van het bestuurlijk overleg. De uitkomsten van dit proces kunnen aanleiding zijn het concept-herindelingsontwerp aan te passen. Vervolgens wordt het definitieve herindelingsontwerp oftewel herindelingsadvies aan de betrokken raden voorgelegd. Nadat de gemeenteraden met gelijkluidend besluit hebben ingestemd met het herindelingsadvies, wordt dit aan GS gestuurd. Gedeputeerde staten geven een advies op het herindelingsadvies, mede op basis van de criteria in het Beleidskader gemeentelijke herindeling en sturen het herindelingsadvies met hun zienswijze naar de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties. De minister dient binnen vier maanden een besluit te nemen of hij een wetsvoorstel voorlegt aan de ministerraad. Indien de ministerraad, op voorstel van de minister van BZK, instemt met een wetsvoorstel wordt dat voor advies gezonden aan de Raad van State en daarna ingediend bij de Tweede Kamer.
-
De wettelijke termijnen voor de ter inzage legging van dergelijke stukken betreft een minimum. Dus is het alleen al in het kader van de algemene beginselen van behoorlijk bestuur prima als u dergelijke termijnen op eigen initiatief verlengt. U moet in het besluit duidelijk motiveren waarom u bent afgeweken van de wettelijke termijn en wat dan de termijnen zijn voor het indienen van zienswijzen.
-
Het aantal raadszetels is momenteel gekoppeld aan het aantal inwoners. Welke concrete consequenties de wetswijziging op dit aantal zal hebben is nog onduidelijk.