Wet banenafspraak
-
- Mensen die onder de Participatiewet vallen en die geen wettelijk minimumloon (WML) kunnen verdienen;
- Mensen met een Wsw-indicatie;
- Wajongers met arbeidsvermogen;
- Mensen met een Wiw-baan of ID-baan;
- Leerlingen uit het vso-/pro scholen en mbo entree-opleiding na aanmelding bij het UWV.*
* Eén van de afspraken is dat leerlingen van vso-/pro scholen en mbo-entree opleidingen zich rechtstreeks kunnen aanmelden bij UWV voor de doelgroepbeoordeling banenafspraak. Ook hebben deze scholen een specifieke groep (ex) leerlingen aangemeld in het doelgroepregister. Om te voorkomen dat zij nadat zij hun school hebben afgerond, tussen de wal en het schip vallen.
-
Onder een aantal voorwaarden kan dat. Het criterium voor de banenafspraak/quotumheffing is dat een baan meetelt als er sprake is van een dienstbetrekking (al dan niet gedetacheerd/ingeleend). Daarnaast moet de persoon die werkt vallen onder de doelgroep voor de banenafspraak/quotumheffing en in het doelgroepregister staan. Jongeren onder de 18 jaar hebben geen Wajong en geen Wsw-indicatie. Dat betekent dat ze alleen tot de doelgroep kunnen horen als ze onder de Participatiewet vallen en als UWV heeft vastgesteld dat ze niet WML kunnen verdienen. Er is geen leeftijdsgrens verbonden aan het aanvragen van een beoordeling arbeidsvermogen.
Jongeren van 16 en 17 jaar hebben geen recht op uitkering op grond van de Participatiewet. Zij kunnen wel een beroep doen op arbeidsondersteuning door de gemeente op grond van de Participatiewet als ze als werkzoekende staan ingeschreven bij UWV en daardoor vallen onder de definitie van niet-uitkeringsgerechtigde, zoals is vastgelegd in de Participatiewet. Bij de zogenaamde niet-uitkeringsgerechtigden geldt geen leeftijdgrens. De gemeente is verplicht bij verordening beleid te formuleren voor de arbeidsondersteuning aan de doelgroep Participatiewet, waaronder ook niet-uitkeringsgerechtigden.
-
- Er is sprake van een extra of nieuwe baan van iemand uit de doelgroep, als deze verloning is ontstaan na 1 januari 2013;
- Als één baan wordt geteld het aantal verloonde uren dat de mensen uit de doelgroep gemiddeld werken. Het gaat om een baan van 25,5 uur per week. Banen minder dan 25,5 uur tellen mee naar evenredigheid. Dit geldt ook voor banen groter dan 25,5 uur;
- Inleenverbanden en detacheringen. Ddetacheringen vanuit de sociale werkvoorziening (waaronder groepsdetacheringen) tellen mee bij sector waar zij daadwerkelijk werken. Bij de nulmeting en de monitoring vindt jaarlijks, in overleg met belanghebbenden waaronder Cedris, ABU en NBBU, een aanvullend representatief onderzoek plaats. Op basis van de verdeelsleutel die uit dit onderzoek naar voren komt, is het mogelijk de uitgeleende werknemers uit de doelgroep toe te delen aan de sector markt of de sector overheid;
- Bij de quotumheffing wordt geteld op het niveau van de individuele werkgever, en niet, zoals bij de banenafspraak, op landelijk niveau. Tijdens de eventuele quotumregeling tellen inleenverbanden mee bij de inlenende werkgever. SZW werkt samen met alle betrokken partijen uit op welke manier dit het beste kan gebeuren
-
Onderstaande tabel laat zien hoeveel banen de gemeentelijke sector dient te realiseren. Minister Plasterk heeft in zijn brief van 19 maart 2014 (Brief met kenmerk 2014-0000135806, betreft 'Wijziging quotum arbeidsbeperkten) aangegeven wat de opgave per overheidssector is. Van gemeenten en gemeenschappelijke regelingen wordt verwacht dat zij 5250 banen realiseren. In de cumulatieve tabel hieronder staan de aantallen voor de gemeentelijke sector.
Jaar
2015
2016
2017
2018
2019
2020
2021
2022
2023
Gemeenten
532
1152
1772
2215
2658
3101
3544
3987
4430
Gemeenschappelijke regelingen
98
213
328
410
492
574
656
738
820
Totaal gemeentelijke
sector
630
1365
2100
2625
3150
3675
4200
4725
5250
-
Gemeenten kunnen de volgende instrumenten inzetten:
- Proefplaatsingen: met proefplaatsingen kunnen werkgever en werknemer kijken of iemand geschikt is voor de functie;
- Loonkostensubsidie: gemeenten kunnen dit instrument binnen de wettelijke kaders inzetten wanneer een werkgever bereid is iemand met verminderde productiviteit in dienst te nemen. De loonkostensubsidie is een tegemoetkoming in de loonkosten (vermeerderd met een vergoeding voor de werkgeverslasten) voor het in dienst nemen dienst van iemand uit de doelgroep die niet het wettelijk minimumloon kan verdienen. Momenteel is het (nog) niet mogelijk om loonkostensubsidie aan te vragen voor schoolverlaters van vso/pro scholen die al in dienst zijn bij een werkgever en tot de doelgroep banenafspraak behoren. De Staatssecretaris van SZW heeft bij brief van 27 november 2015 aangegeven dat de Participatiewet wordt aangepast om dit voor deze groep mogelijk te maken. Gemeenten kunnen anticiperen op deze maatregel vanaf het moment van indiening van het wetsvoorstel bij de Tweede Kamer. Volgens de planning wordt het wetsvoorstel kort na de zomer bij de Tweede Kamer ingediend. Streefdatum van invoering van het wetsvoorstel is 1 januari 2017.
- De no-riskpolis: de no-riskpolis komt werkgevers tegemoet in de loonkosten als iemand uit de doelgroep van de Participatiewet of beschut werk ziek uitvalt;
- Begeleiding/jobcoach: voor de begeleiding op de werkplek;
- Werkvoorzieningen: als een aanpassing van de werkplek noodzakelijk is.
- Mobiliteitsbonus: voor nieuwe werknemers die onder de doelgroep van de banenafspraak vallen, geldt vanaf 1 januari 2016 een mobiliteitsbonus van max. € 2.000 per jaar met een maximale duur van drie jaar. De mobiliteitsbonus ontvangt u als een korting op de premie werknemersverzekeringen. De mobiliteitsbonus mag ook worden gecombineerd met de loonkostensubsidie.
-
Een veel gebruikt instrument om nieuwe banen te creëren is functiecreatie/jobcarving. Bij functiecreatie worden bedrijfsprocessen efficiënter georganiseerd door de werkzaamheden opnieuw te verdelen. Dit gebeurt door werkprocessen te analyseren, relatief eenvoudige taken af te splitsen en deze taken samen te voegen tot nieuwe duurzame banen. Zo doet gekwalificeerd personeel het werk waarvoor het is opgeleid en worden elementaire taken uitgevoerd door mensen met afstand tot de arbeidsmarkt. Professionals die werkgevers hierin adviseren noemen we jobcreators, deze werken vanuit UWV, Gemeenten en SW bedrijven en kunnen meestal kosteloos onderzoek doen binnen de organisatie. Daarnaast zijn er ook commerciële partijen op de markt ten behoeve van ondersteuning en/of onderzoek.
-
In het kader van de Wet banenafspraken heeft het Werkgeverservicepunt (WSP) een belangrijke rol om werkgevers te helpen. Een WSP is een samenwerking van gemeenten, UWV, onderwijsinstellingen, kenniscentra en andere partijen. Bij een werkgeversservicepunt krijgt u onder andere informatie en ondersteuning als u iemand aan wilt nemen die valt onder de banenafspraak. Elk WSP heeft een contactpersoon Overheid en Onderwijs. Een actueel overzicht van de contactpersonen bij het WSP vindt u op de website: https://www.werk.nl/werk_nl/werkgever/wervingsadvies/werkgeversservicepunt/regio/contact
Voor participatieadvies kunt u ook terecht bij het UWV: https://www.uwv.nl/werkgevers/werknemer-met-uitkering/werknemer-heeft-wajong-of-valt-onder-participatiewet/detail/banenafspraak-en-quotumwet.
-
Als gemeenten mensen beschut werk willen aanbieden, dan dient dit op verzoek van de gemeenten eerst door het UWV beoordeeld te worden. Degenen die van het UWV het advies beschut werk krijgen, vallen niet onder het doelgroepenregister. Beschut werk is een voorziening onder de Participatiewet, maar de beschutte werkplekken tellen niet mee als extra baan voor de banenafspraak. Mensen met Wsw-indicatie (oud) zijn wel opgenomen in het doelgroepenregister. Als zij in een begeleidwerk-plek werken, of vanuit het sw-bedrijf worden gedetacheerd bij een reguliere werkgever, tellen deze plaatsingen (soms onder de herbezettingsvoorwaarde voor beschut werk) wel mee voor de banenafspraak.
-
De Wet banenafspraak en quotum arbeidsbeperkten bestaat uit twee onderdelen: de banenafspraak op landelijk niveau voor de sector overheid en de sector markt en een quotumheffing op het niveau van de individuele werkgever. Er wordt dus verschillend gemeten. In 2016 wordt voor het eerst beoordeeld of er tot en met 2015 voldoende extra banen zijn gerealiseerd. De resultaten van de zogenoemde één-meting worden rond de zomer van 2016 bekend. Als een sector niet genoeg banen heeft gerealiseerd, kan het kabinet in overleg met sociale partners en de VNG besluiten de quotumregeling te activeren. Mocht de Quotumregeling worden ingevoerd dan krijgen werkgevers met 25 of meer werknemers hiermee op zijn vroegst in 2017 hiermee te maken. Heeft een werkgever het jaarlijks te bepalen percentage van het totaal aantal verloonde uren niet gehaald, dan dient de werkgever per niet ingevulde arbeidsplaats van 25,5 uur moet de werkgever een heffing van € 5000 betalen. Voor gedeeltelijk niet ingevulde arbeidsplaatsen wordt het naar-rato beginsel toegepast.
-
Dezelfde groepen als de doelgroep van de banenafspraak:
- Mensen die onder de Participatiewet vallen en die niet zelfstandig wettelijk minimumloon (WML) kunnen verdienen;
- Mensen met een Wsw-indicatie;
- Wajongers met arbeidsvermogen;
- Mensen met een Wiw-baan of ID-baan;
- Leerlingen uit het vso-/pro scholen en mbo entree-opleiding na aanmelding bij het UWV;
- Extra: Mensen met een medische beperking die is ontstaan voor hun 18e verjaardag of tijdens hun studie, die zonder een voorziening geen WML kunnen verdienen, maar met een voorziening wel;
- Bij de quotumheffing tellen alle mensen uit de doelgroep mee die bij deze werkgever in dienst zijn. Dus ook de mensen die al vóór 1 januari 2013 in dienst zijn getreden of bij deze werkgever gedetacheerd waren;
- Inleenverbanden en detacheringen tellen mee op het niveau van de individuele werkgever. In tegenstelling tot de eis van de banenafspraak geldt bij mensen die vanuit de Wsw bij een werkgever zijn gedetacheerd niet de eis tot herbezetting. Alle Wsw-detachering tellen mee voor de quotumheffing;
- Bij ontslag tellen de uren die mensen uit de doelgroep in die periode tot hun ontslag op de extra banen gewerkt hebben, mee om vast te stellen of een werkgever aan het quotumpercentage voldoet. Deze mensen blijven ook na hun ontslag behoren tot de doelgroep.