GPK: de kaart
-
Het is de eigen verantwoordelijkheid van de gehandicapte of hij (zonder rijbewijs) als bestuurder (B) gebruik gaat maken van een brommobiel (waarvoor, gelet op het bepaalde in artikel 2a van het RVV 1990, eveneens een GPK kan worden afgegeven). Hij doet er wel verstandig aan de verzekeringsmaatschappij te informeren over zijn handicap. NB een brommobiel is geen gehandicaptenvoertuig.
-
Uitgangspunt is dat de aanvrager slechts één GPK krijgt met de letter B en/of P. Ons advies is om op de kaart bij de vervaldatum zowel de vervaldatum van de bestuurderskaart, met daarachter de letter B, als de vervaldatum van de passagierskaart, met daarachter de letter P, op te nemen.
Bij ‘kaartsoort’ zou dan ‘B (5 jaar) / P (1 jaar)’ kunnen worden vermeld. Indien de houder van de kaart van mening is dat hij na één jaar nog steeds voor een passagierskaart in aanmerking komt, moet hij zich opnieuw laten keuren.
De kosten voor een eventuele nieuwe GPK zullen dan niet bezwaarlijk zijn. Is de aanvrager van mening dat hij na één jaar niet meer voor een passagierskaart in aanmerking komt, dan kan hij de afgegeven kaart als bestuurderskaart blijven gebruiken. -
Voor kinderen is bepaald dat een van de ouders of verzorgers de kaart moet ondertekenen. Wanneer een volwassene door omstandigheden niet in staat is een handtekening te plaatsen kan de gemeente de tekst “niet in staat om te tekenen” op de kaart aanbrengen (bijvoorbeeld met een stempel).
-
Ja. Een handicap is immers niet leeftijdgebonden. Een kind komt in de regel in aanmerking voor een passagierskaart en moet dan ook voldoen aan de criteria die daarvoor gelden. Uiteraard dient op de kaart een pasfoto (of een soortgelijke foto) van het kind te worden aangebracht.
-
Het probleem van de diefstal van GPK’s is in het kader van de evaluatie van de Regeling GPK aangekaart bij het ministerie van Infrastructuur en Milieu. Op dit moment is het gelet op de regelgeving niet mogelijk om op de GPK een of meerdere kentekens te vermelden. Het wel vermelden van kentekens wekt verwarring bij instanties belast met de handhaving. Wat te doen wanneer het kenteken niet in overeenstemming is met het voertuig?
Op grond van de regelgeving mag een GPK immers in elk willekeurig voertuig worden gebruikt. De regelgeving kent geen sanctie op het oneigenlijk gebruik van een GPK met kenteken. Verder wordt de mobiliteit van de houder van een GPK belemmerd wanneer de GPK gekoppeld wordt aan een of meerdere kentekens.
Bij wijziging van voertuig moet de GPK bovendien worden vernieuwd, met alle kosten van dien. Zonder wijziging van de regelgeving heeft kentekening van de GPK meer nadelen dan voordelen.
NB de overige EU landen kennen net als Nederland alleen een persoonsgebonden kaart zonder kenteken(s). Inmiddels hebben wij vernomen dat GPK’s met kenteken ook worden gestolen (juli 2003). In het kader van de evaluatie hebben wij bij het Ministerie van Verkeer en Waterstaat nogmaals aangedrongen op een oplossing voor het diefstalprobleem. De gedachten gaan vooralsnog uit naar een databestand waarin de unieke nummers van de gestolen of verloren kaarten worden opgenomen. Tijdens controle kan dan met behulp van dit databestand ‘simpel’ worden geconstateerd of het om een gestolen of verloren kaart gaat. -
De aanvrager dient in ieder geval één pasfoto in te leveren voor op de achterzijde van de GPK. In het aanvraagformulier, dat kan worden besteld bij het CIB, is uitgegaan van twee pasfoto’s (één voor de GPK en één voor het dossier). Een extra pasfoto t.b.v. het dossier kan met name van belang zijn bij de overdracht van het dossier aan een andere gemeente.
-
De houder van de kaart moet een aanvraag indienen om zijn huidige kaart aan te vullen met de letter ‘B’ van bestuurderskaart. Indien de nieuwe kaart dezelfde geldigheid krijgt als de oude, dan is geen nieuwe keuring nodig. Indien de kaart een nieuwe geldigheidsduur krijgt dient de aanvrager een nieuwe keuring te ondergaan.
-
Het komt incidenteel voor dat een gehandicapte met zijn auto naar het vliegveld rijdt en daar zijn auto parkeert op een gehandicaptenparkeerplaats. Zijn GPK kan hij dan niet in het buitenland gebruiken. Wanneer dit onoverkomelijke problemen oplevert zou bijvoorbeeld voor de duur van het verblijf in het buitenland een extra GPK kunnen worden afgegeven.
Daarvoor zou eventueel een speciaal tarief in rekening kunnen worden gebracht. Een extra kaart om met meerdere auto’s van de parkeerfaciliteiten gebruik te kunnen maken is niet mogelijk. De kaart is persoonsgebonden en de regelgeving gaat uit van één GPK per persoon. Meerdere kaarten werkt bovendien misbruik in de hand. -
Nee, op de GPK moet dan bij “kaarttype” zowel de hoofdletter B als de hoofdletter P worden genoteerd. Daarmee wordt in de regeling al aangegeven dat slechts één kaart per aanvrager wordt verstrekt. In incidentele gevallen kan dit voor problemen zorgen. Deze problemen wegen over het algemeen niet op tegen de kans op misbruik van de extra kaart.
-
Of de GPK geldig is in niet EU landen is centraal niet bekend. Houders van een GPK kunnen het beste contact opnemen met het betreffende verkeersbureau, de ANWB of eventueel de betreffende ambassade.
-
Ja. De nummers van de geleende kaarten, alsmede de nummers van de kaarten die worden teruggegeven moeten wel worden doorgegeven aan de leverancier. Deze is namelijk verplicht bij te houden welke kaartnummers hij aan welke gemeente heeft geleverd.
-
Nee, uit artikel 85 van het RVV 1990 blijkt dat de GPK bedoeld is voor (bestuurders van) motorvoertuigen op meer dan twee wielen. Volgens de begripsbepalingen van het RVV 1990, artikel 1 onder z, zijn motorvoertuigen alle gemotoriseerde voertuigen behalve bromfietsen en gehandicaptenvoertuigen, bestemd om anders dan langs rails te worden voortbewogen.