Toezichthouders
-
Ja. Enerzijds omdat dit voor sommige bepalingen goed aansluit op hun opsporingsbevoegdheid (inbrekerswerktuigen, bestrijding heling), anderzijds omdat daarmee hun algemene taak met betrekking tot de openbare orde tot uiting komt.
Politieambtenaren zijn alleen te beschouwen als toezichthouders voor zover zij bij of krachtens een bijzondere wet als zodanig zijn aangewezen. Artikel 3 van de Politiewet 2012, dat een algemene omschrijving van de politietaak bevat, kan niet worden beschouwd als een wettelijk voorschrift in de zin van het artikel.
Artikel 6:2 (toezichthouders) van de model-APV biedt de grondslag voor het aanwijzen van politieambtenaren als gemeentelijke toezichthouder. Politieambtenaren kunnen in het eerste lid of krachtens het tweede lid worden aangewezen. In beide gevallen is het advies om geen eenheidsaanduiding (bijvoorbeeld “politiefunctionarissen van de eenheid Midden-Nederland”) op te nemen. Dit heeft namelijk tot gevolg dat ambtenaren van de politie van de landelijke eenheid – ook als zij weliswaar in de betrokken regio werkzaam zijn – niet bevoegd zijn om als toezichthouder voor de APV op te treden. Het is van belang dat gemeenten die overwegen politieambtenaren aan te wijzen daarover in overleg treden met de verantwoordelijke korpsleiding.
Als politieambtenaren als gemeentelijke toezichthouder zijn aangewezen, krijgen zij voor wat betreft de APV de beschikking over de toezichtsbevoegdheden genoemd in de artikelen 5:15 tot en met 5:19 van de Awb. Politieambtenaren combineren dan, net als dat voor BOA’s het geval is, het toezichthouderschap met hun taak als opsporingsambtenaar.
Voor een toezichthouder die tevens opsporingsambtenaar is, is het van grootbelang dat deze, als hij als toezichthouder iets aantreft dat leidt tot opsporing, tijdig een cautie uitdeelt. Aan opsporing hoeft de betrokkene immers, anders dan bij toezicht, niet mee te werken, en als hij daar niet tijdig op wordt gewezen kan dat gevolgen hebben voor een eventuele strafzaak.
-
Buitengewone opsporingsambtenaren kunnen individueel of via categoriaal besluit worden aangewezen. Zie hiervoor de informatie op de website van de Dienst Justis (https://www.justis.nl/producten/boa/index.aspx, met aanvraagformulieren).
De VNG neemt aan dat dit ook geldt voor toezichthouders.
Het lijkt praktisch om via de lokale driehoek te bepalen welk deel van de nationale politie als toezichthouder wordt aangewezen, bijvoorbeeld het basisteam of het district.
Veiligheid op het water
-
De gemeentelijke overheid kan krachtens artikel 149 van de Gemeentewet regels stellen met betrekking tot het bij haar in beheer zijnde openbare water. De VNG model-APV bevat het volgende artikel:
Artikel 5:30 Veiligheid op het water
- Het is aan een ieder die zich als bader of zwemmer in het openbaar water ophoudt, verboden zich zodanig te gedragen dat het scheepvaartverkeer daarvan hinder of gevaar kan ondervinden.
- Het verbod is niet van toepassing op situaties waarin wordt voorzien door het Binnenvaartpolitiereglement, de Waterwet of de [citeertitel provinciale vaarwegenverordening].
Sommige gemeenten hebben daarnaast een zwemverbod-bepaling in de APV, waarin wordt geregeld dat het verboden is te zwemmen in door het college aangewezen openbare wateren of gedeelten daarvan.
In de toelichting bij dat artikel kan worden vermeld dat verboden is in openbaar water te zwemmen, behalve in openbare wateren die zijn aangewezen door het college. De ontheffing in zo'n aanwijzingsbesluit kan ook voor bepaalde periode of tijden gelden. Verder kunnen de motieven voor een zwemverbod hier worden toegelicht: veiligheid, beperken overlast, etc.
Verbod hinderlijke of gevaarlijke reclame
-
De APV ziet inderdaad niet op particulier terrein, maar wellicht kunnen hier welstandsaspecten een rol spelen. Ook kan het zijn dat de betreffende reclame uiting als een bouwwerk valt aan te merken waarop de Wabo van toepassing is.
Wellicht is het een goed idee om uw vraag voor te leggen aan het ROMnetwerk. Dit is een door de VNG opgezet besloten digitaal netwerk waar inmiddels al meer dan 300 personen kennis en ervaring uitwisselen op het gebied van ruimte milieu en mobiliteit. Het netwerk is primair bestemd voor medewerkers van gemeenten en medewerkers van gemeentelijke organisaties( zoals omgevingsdiensten. Informatie over dit netwerk treft u aan via www. romnetwerk.nl
Hiernaast bevat artikel 4:15 van de model APV een verbodsbepaling specifiek over hinderlijke of gevaarlijke reclame:
Artikel 4:15 Verbod hinderlijke of gevaarlijke reclame
- Het is verboden op of aan een onroerende zaak handelsreclame te maken of te voeren door middel van een opschrift, aankondiging of afbeelding waardoor het verkeer in gevaar wordt gebracht of ernstige hinder ontstaat voor de omgeving.
- Het eerste lid is niet van toepassing op situaties waarin wordt voorzien door het Activiteitenbesluit Milieubeheer milieubeheer.
Artikel 4:15 Verbod hinderlijke of gevaarlijke reclame
Vanwege de vereenvoudiging van vergunningen en de vermindering van administratieve lasten is in 2007 het oude artikel 4.4.2 ingrijpend herzien. Dat houdt in dat de reclamevergunning geheel is verdwenen en vervangen door een algemene regel die verbiedt om door middel van een reclame het verkeer in gevaar te brengen of hinder dan wel overlast te veroorzaken voor omwonenden.
De gedachte daarachter is dat voor een reclame van enige omvang of betekenis doorgaans een bouwvergunning nodig is, waardoor al aan de welstand kan worden getoetst. Een reclame waardoor het verkeer in gevaar wordt gebracht of overlast wordt veroorzaakt voor omwonenden komt relatief zo weinig voor dat het moeilijk valt te rechtvaardigen om voor die gevallen een vergunningplicht voor alle reclames in stand te houden.
Gemeenten waar de ervaring is dat reclame niet of nauwelijks problemen oplevert en via de bouwvergunningen afdoende kan worden geregeld, kunnen het daarbij laten.
Artikel 4:15 is niet in strijd met artikel 7 van de Grondwet. In artikel 7, vierde lid, van de Grondwet wordt de handelsreclame met zo veel woorden van de vrijheid van drukpers uitgezonderd.
Wabo
Op een vergunnings- en ontheffingsstelsel voor handelsreclame aan gebouwen is de Wabo van toepassing. Omdat een zodanig stelsel in de model-APV geschrapt is, is daarvoor geen regeling opgenomen.
Afleidende objecten langs snelwegen
Rijkswaterstaat heeft op 21 oktober 2011 het 'Beleidskader 'Beoordeling van Objecten langs Auto(snel)wegenafleidende objecten langs snelwegen' vastgesteld. De hoofdlijn voor objecten (waaronder reclame) is nu:
- bewegende objecten of beelden zijn niet toegestaan
- de objecten of beelden mogen niet verblinden (moeten voldoen aan richtlijn lichthinder)
- de objecten of beelden moeten op voldoende afstand van de rijbaan zijn geplaatst.
De APV kan op dit soort objecten van toepassing zijn, namelijk als de grond langs de snelweg valt binnen het begrip 'weg' of binnen de definitie van 'openbare plaats' als genoemd in artikel 1:1 van deze modelverordening. In dat geval zal het rijksbeleidskader handvaten kunnen bieden om te bepalen of het object het verkeer in gevaar brengt.
Verbod op bierfietsen
-
In de model-APV van de VNG staan mogelijkheden waarbinnen gemeenten bierfietsen en met name het gebruik van alcohol kunnen beperken.
U kunt hierbij denken aan de volgende artikelen uit de model-APV:
- artikel 2:10 Voorwerpen op of aan de weg
- artikel 2:47 Hinderlijk gedrag op openbare plaatsen
- artikel 2:48 Verboden drankgebruik
- artikel 2:50 Hinderlijk gedrag in voor het publiek toegankelijke ruimten
Vuurwerk
-
Het is verboden consumentenvuurwerk af te steken op een ander tijdstip dan tussen 31 december 18.00 uur en 1 januari 2.00 uur van het daaropvolgende jaar. Dit staat in artikel 2.3.6 van het Vuurwerkbesluit.
Op grond van artikel 2:73 van de model-APV is het college bevoegd om tijdens deze periode plaatsen aan te wijzen waar het afsteken verboden is, om gevaar, schade of overlast te voorkomen. Het college kan dus gebieden rond kerken aanwijzen als verboden gebied.
-
Nee, althans niet door particulieren. Zij mogen op grond van artikel 12 van het Vuurwerkbesluit alleen op 31 december (van 10.00 tot 02.00 uur op 1 januari) vuurwerk afsteken. Professionele vuurwerkbedrijven mogen wel (met vergunning) op andere dagen vuurwerk afsteken.
Wijziging Model-APV
-
De oude versies van de model-APV zijn niet online te vinden, maar zijn wel op te vragen via VNG Informatiecentrum.