Antwoord:

In de Jeugdwet is het toezicht op de kwaliteit belegd bij de Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd (IGJ i.o.).

In de Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd zijn de Inspectie Jeugdzorg en de Inspectie voor de Gezondheidszorg samengebracht sinds 1 oktober 2017. Aan de naam is de term ‘in oprichting’ toegevoegd omdat de Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd wettelijk gezien nog geen formele naam is. De Tweede Kamer en Eerste Kamer moeten hierover nog een besluit nemen. De IGJ houdt toezicht op de kwaliteit van de jeugdhulp. Daarmee is dit toezicht op landelijk niveau belegd. De IGJ maakt in afstemming met de gemeenten een jaarwerkplan.

Daarnaast heeft de gemeente – in het kader van contractering, samenwerking, afstemming en monitoring –een rol bij het toezien op / controleren van de kwaliteit.

In de genoemde processen komen signalen naar voren over de kwaliteit van de te leveren/geleverde zorg. Bij (gesignaleerde) twijfels over de kwaliteit en bij calamiteiten is het IGJ aan zet in het kader van haar toezichtstaak.

Toezicht op de rechtmatigheid in de Jeugdwet is niet belegd bij de IGJ. Deze bevoegdheid is een verantwoordelijkheid van de gemeente zelf. Ook hier geldt dat signalen over het rechtmatig verstrekken van zorg voor een belangrijk deel terechtkomen / aanwezig zijn bij de toegang tot de zorg, monitoring en facturering.

Het is belangrijk dat de gemeente een werkproces heeft over hoe te handelen bij twijfels over de rechtmatigheid en een functionaris met bevoegdheden om hier onderzoek naar te doen (zowel bij het Persoonsgebonden budget als Zorg in Natura).

In de Jeugdwet is niet vastgelegd hoe de gemeente het toezicht op rechtmatigheid moet vormgeven. Hierin heeft de gemeente beleidsvrijheid. Diverse gemeenten in het land hebben hier dan ook op verschillende wijzen invulling aan gegeven.