Volledige vraag
Wordt er in de nieuwe wet ook iets gezegd of er "verplicht" bruto teruggevordert moet worden? Ook in gevallen waarbij er van verwijtbaarheid geen sprake is? In de gemeente Amsterdam is het beleid om een niet verwijtbare vordering "netto" terug te vorderen. Een verwijtbare vordering wordt bruto teruggevorderd. Mijn vraag: is dit veranderd?

Antwoord
In de wet staat (vanaf 1-1-2013): Het college van de gemeente die de bijstand heeft verleend vordert DE KOSTEN van bijstand terug (...). Er wordt bij de verplichte terugvordering gesproken van de terugvordering van de kosten van bijstand, dat wil zeggen het brutobedrag. De kosten bestaan namelijk uit het bedrag dat aan betrokkene is betaald en uit de belastingen en sociale premies. Als het nettobedrag teruggevorderd had moeten worden, had er gestaan: vordert de te veel ontvangen bijstand terug.

Dit artikel (58, eerste lid PW) houdt een verplichting in. Er is dus geen bevoegdheid om te kiezen voor een nettoterugvordering. Daar is één uitzondering op: als de bijstand in hetzelfde jaar wordt terugbetaald door betrokkene als dat het is uitbetaald, dan hoeft er geen belasting afgedragen te worden over dit bedrag. De kosten van bijstand bestaan in dat geval uit een nettobedrag en worden om die reden netto teruggevorderd. Maar dat staat los van de vraag of het verwijtbaar is.

Deze verplichting ziet enkel op de terugvordering in het geval van schending van de inlichtingenplicht. En het enkele feit dat de inlichtingenplicht is geschonden impliceert dat de gedraging verwijtbaar is. Dat betekent dat in alle andere gevallen de terugvordering een bevoegdheid blijft (bijvoorbeeld bij een administratieve vergissing) en dat het college daarmee ook de keuze houdt om netto terug te vorderen.

Kort samengevat
Schending inlichtingenplicht

  • Zelfde jaar terugbetalen, netto
  • Na afloop van het kalenderjaar terugbetalen, bruto

Andere reden terugvordering

  • Beleidsvrijheid om netto of bruto terug te vorderen

Aanvulling
In het antwoord staat: 'en het enkele feit dat de inlichtingenplicht is geschonden impliceert dat de gedraging
verwijtbaar is'. Dat is inderdaad het uitgangspunt, maar betrokkene kan wel aantonen dat er sprake is van verminderde of geen verwijtbaarheid. Is de gedraging in het geheel niet verwijtbaar, dan wordt geen boete opgelegd. Is sprake van verminderde verwijtbaarheid, dan wordt de boete gematigd.

Het college is dus wel verplicht om onderzoek te doen naar eventuele verminderde of ontbrekende verwijtbaarheid als betrokkene aangeeft dat daar sprake van is. Het bewijsrecht ligt bij de klant. Blijft overigens staan dat als er sprake is van ten onrechte of tot een te hoog bedrag ontvangen bijstand als gevolg van het niet of niet behoorlijk
nakomen van de inlichtingenplicht het brutobedrag moet worden teruggevorderd. Dat staat los van de verwijtbaarheid.