Exploitatie openbare inrichting
-
Er dient gekeken te worden naar welke weigeringsgronden er zijn geregeld in de APV van de gemeente. Zie artikel 2:28, derde lid, van de model-APV: 'In afwijking van het bepaalde in artikel 1:8 kan de burgemeester de vergunning slechts geheel of gedeeltelijk weigeren indien naar zijn oordeel moet worden aangenomen dat de woon- of leefsituatie in de omgeving de openbare inrichting of de openbare orde op ontoelaatbare wijze nadelig wordt beïnvloed.' Daarbij is van belang in welke mate van het bedrijf zelf overlast is te duchten, maar ook in welke mate de komst/uitbreiding van het bedrijf de leefbaarheid en het karakter van de buurt zullen aantasten (meer bezoekers, meer hinder, meer geluidsoverlast, etc.). De gemeente dient nader te beargumenteren waarom de woon- of leefsituatie wordt aangetast en kan voor de motivering jurisprudentie raadplegen.
Verder is er nog een bestemmingsplan die al dan niet toestaat of een dergelijke plek als terras bestemd mag worden. Wanneer de gemeente een bepaalde plek als terras wil bestemmen, dan moet sprake zijn van een aanvaardbaar leefklimaat en dan kan de ruimte als zodanig bestemd worden. Indien dat het geval is en de grond een dergelijke bestemming toelaat, dan kan het gebruik van een terras niet worden geweigerd. De gemeente dient nader te beargumenteren waarom zij dit niet wil en hoe dat in de toekomst ook voor anderen wordt afgebouwd.
Gevaarlijke honden
-
Het OM beslist daarover. Het OM raadpleegt vooraf de faculteit diergeneeskunde van de Universiteit Utrecht voordat een dier een spuitje krijgt. Een motie (28286, nr. 963, motie van Futselaar en Grashoff) om de rechter te laten beslissen over euthanaseren van gevaarlijke honden, is op 6 maart 2018 door de Tweede Kamer verworpen.
Zie ook: De procedure bij bijtincidenten door honden (https://www.diergeneeskunde.nl/media/filebank/cc6a2fa72edf4a3f91cfd0677b921958/informatie-bijtincidenten.pdf).
Meer informatie over de aanpak van gevaarlijke honden is te vinden in twee artikelen uit de Gemeentestem: Over honden en brokken: de publiekrechtelijke aanpak van bijtincidenten deel I en II, Gst. 2017/79 en 89.
In het eerste deel wordt het standpunt ingenomen dat de lichte bevelsbevoegdheid van de burgemeester van artikel 172, derde lid, van de Gemeentewet niet de bevoegdheid geeft om de hond te laten inslapen, 1) omdat als een hond in beslag is genomen, deze doorgaans in een opslagplaats buiten de gemeente zit (zich dus buiten het eigen gemeentelijke domein bevindt); 2) omdat de lichte bevelsbevoegdheid bedoeld is voor lichte gevallen en het laten inslapen van een hond niet als zodanig kan worden bestempeld.
Horeca en exploitatievergunning derden
-
De APV staat er niet aan in de weg dat in een pand dat aan derden wordt verhuurd door elke individuele huurder een vergunning wordt aangevraagd en afgegeven. Zoals de KvK aangeeft: alle huurders dienen dan wel aan de indieningsvereisten te voldoen.
Houden of voeren van hinderlijke of schadelijke dieren
-
Het gaat hier om het hobbymatig houden van duiven, en niet om het bedrijfsmatig houden daarvan. Ook een omvang van 100 duiven is door de Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State in een uitspraak d.d. 22 december 2010 (ECLI:NL:RVS:2010:BO8258) nog als hobbymatig aangemerkt. De vraag of de duiven hobby- of bedrijfsmatig worden gehouden is relevant voor de vraag of de Wet milieubeheer van toepassing is, en er dus sprake is van een vergunningplichtige inrichting in de zin van die wet waartegen ook bij of krachtens de voorschriften uit die wet opgetreden kan worden. Via deze link vindt u meer informatie over wanneer het houden van dieren als hobby-, dan wel bedrijfsmatig beschouwd moet worden: https://www.infomil.nl/link-aim/hobbymatig/.
Ervan uitgaande dat het hier gaat om het hobbymatig houden van dieren, dan zou tegen de daardoor veroorzaakte overlast opgetreden kunnen worden op grond van artikel 2:60 van de VNG model-APV. Bij het hobbymatig houden van duiven bij een woonhuis zal optreden over de band van het bestemmingsplan minder voor de hand liggen, omdat deze hobbymatige activiteit in de regel binnen de woonbestemming zal passen (uitwassen daargelaten).
Op grond van artikel 2:60 kunnen burgemeester en wethouders plaatsen aanwijzen waar het ter voorkoming of opheffing van overlast [...] verboden is bij datzelfde aanwijzingsbesluit aangewezen dieren aanwezig te hebben [als dat in strijd is met de door burgemeester en wethouders in het aanwijzingsbesluit gestelde regels of een overschrijding oplevert de in het aanwijzingsbesluit vastgestelde omvang]. Daartoe zouden burgemeester en wethouders dus een aanwijzingsbesluit moeten nemen.
Daarnaast kan de gemeente ook besluiten dat zij (nog) niet aan zet is omdat de buren die overlast ervaren wellicht de civielrechtelijke weg zouden kunnen bewandelen en de buurman met de duiven zouden kunnen aanspreken op het veroorzaken van onrechtmatige hinder ex artikel 5:37 jo 6:162 BW. De vraag of een dergelijke vordering kans van slagen zal hebben is sterk afhankelijk van alle omstandigheden van het geval, waarbij blijkens de rechtspraak onder meer meespelen: ''de aard, de ernst en de duur van de hinder en de daardoor toegebrachte schade in verband met de verdere omstandigheden van het geval, waarbij onder meer rekening moet worden gehouden met het gewicht van de belangen die door de hinder toebrengende activiteit worden gediend, en de mogelijkheid, mede gelet op de daaraan verbonden kosten, en de bereidheid om maatregelen ter voorkoming van schade te nemen.'' (HR 15 februari 1991, ECLI:NL:HR:1991:ZC0150).
Kennisgeving incidentele festiviteiten
-
Artikel 4:3, eerste, onderscheidenlijk tweede lid, van de model-APV bepaalt dat van incidentele festiviteiten ten minste twee weken, onderscheidenlijk tien werkdagen, kennis moet worden gegeven aan het college. In de VNG model-APV is niet bepaald hoeveel aaneengesloten dagen een festiviteit mag duren. Meerdaagse festiviteiten zijn denkbaar.
Gaat het om een festiviteit van bijvoorbeeld drie aaneengesloten dagen, dan moet dat beschouwd worden als 1 festiviteit en volstaat 1 kennisgeving, die tijdig gedaan moet zijn (ten minste x aantal dagen voor aanvang - bij een meerdaagse festiviteit dus voor de eerste dag - van de festiviteit).
Lasershows
-
Steeds vaker worden grote buitenluchtevenementen omlijst door spectaculaire lasershows al dan niet begeleid door muziek. Krachtige lasers produceren teksten of figuren in de lucht of op wolken.
Deze lasershows zijn spectaculair om te zien maar kunnen ook tot op grote afstand invloed hebben op vliegtuigoperaties. Dit laatste niet zonder risico's.
Het afgeven van een vergunning voor een lasershow vraagt daarom nu ook om goedkeuring van de Inspectie Verkeer en Waterstaat, divisie Luchtvaart.
Gemeenten die toestemming geven voor lasershows dienen vooraf aan het afgeven van de vergunning contact op te nemen met de Inspectie Verkeer en Waterstaat, divisie Luchtvaart (de Inspectie). Zij beoordeelt of een lasershow kan worden toegestaan en onder welke voorwaarden.
Bij de beoordeling kijkt de Inspectie naar de voorgestelde locatie van een show, het type gebruikte laser en een aantal andere gegevens. Dit zijn de parameters die dienen als invoergegevens voor een computerprogramma waarmee wordt bepaald of de ligging van de showlocatie ten opzichte van een luchthaven zodanig is dat de veiligheid gewaarborgd kan worden.
Rondom ieder luchthaven bevinden zich een drietal concentrisch gelegen gebieden waarbij op grotere afstand van een luchthaven de energiebundels van een lasershow steeds krachtiger mogen zijn.
Soms kan het nodig zijn om voorwaarden te stellen in andere gevallen hoeven geen beperkingen opgelegd te worden. Indien nodig worden luchtvarenden en andere organisaties zoals de luchtverkeersleiding speciaal door de Inspectie geinformeerd.
Gemeenten die het verzoek krijgen een vergunning of te geven voor een laserevenement worden verzocht contact op te nemen met de divisie Luchtvaart. De unit Infrastructuur en de unit Handhaving van de divisie zijn verantwoordelijk voor de vergunningverlening en het toezicht met betrekking tot luchthavens en het luchtruim en zijn het aanspreekpunt. Meer informatie 023 - 566 31 88.
-
Vanaf de begin jaren negentig hebben zich wereldwijd een honderdtal incidenten voorgedaan waarbij piloten getroffen worden door bundels licht afkomstig van lasershows. Laserlicht is door haar aard in staat zeer krachtige energiepulsen over enorme afstanden te sturen. Een vliegtuig of een piloot die getroffen wordt door een laserbundel ontvangt als het ware een pakketje energie. Energie is warmte en teveel daarvan richt schade aan, soms blijvend.
Na enkele zeer ernstige incidenten in 1995, waarbij piloten door verblinding een tiental minuten niet in staat waren hun task uit te voeren, heeft ICAO (International Civil Aviation Organization) internationale normen ontwikkeld die de voorwaarden geven waaronder lasershows veilig kunnen plaatsvinden.
Nederland is als ondertekenaar van het Verdrag van Chicago gebonden aan de ICAO normen zoals vastgelegd in de bijlagen behorende bij het verdrag. Deze bijlagen vormen de basis van alle Nederlandse regelgeving met betrekking tot luchtvaartveiligheid.
Maken of veranderen van een uitweg
-
Er moet privaatrechtelijk tot overeenstemmjing worden gekomen tussen degene die een uitweg wil aanleggen en de gemeente als eigenaar van de weg. Daarbij kan afgesproken worden dat de gemeente de uitweg zelf aanlegt.
-
Het is niet onmogelijk deze optie aan lid 3 toe te voegen. Het lastige aan deze optie is wel dat dit moeilijk te toetsen is.
Markten
-
De bevoegdheid van het college laat de verordenende bevoegdheid van de raad onverlet. De model-marktverordening van de VNG kan onzes inziens in stand blijven, aangezien deze alle bevoegdheden terzake van de markt bij het college legt. Wel zal in de aanhef van de verordening de verwijzing naar artikel 151 geschrapt moeten worden. Ook is het de vraag of de bepaling omtrent de dag, het tijdstip en de plaats van de markt (artikel 1.2) gehandhaafd zou moeten worden. Onzes inziens kan deze bepaling in stand blijven indien hieraan een collegebesluit ten grondslag ligt. Ook kan ervoor worden gekozen om te bepalen in de marktverordening dat het college beslist over de dag, het tijdstip en de plaats waar de markt plaatsvindt. Ook zal de raad de marktverordening moeten intrekken als het college besluit tot het afschaffen van de markt. In het voorjaar 2003 brengt de VNG een geactualiseerde modelmarktverordening uit.
-
Ja, de Nederlandse Bond van marktkramen-exploitanten en verhuurbedrijven heeft een modelovereenkomst gemaakt. U kunt die hier downloaden.
-
Nee, dit besluit is een algemeen verbindend voorschrift. Volgens artikel 8:2 van de Algemene wet bestuursrecht kun je daartegen geen bezwaar en beroep instellen.