Organisatie

Europa Decentraal

Jaar van uitgifte

2018

Deze factsheet geeft decentrale overheden houvast bij het vaststellen van regelgeving die onder de Dienstenrichtlijn valt in overeenstemming met actuele jurisprudentie.

De Europese Dienstenrichtlijn is in Nederland omgezet in de Dienstenwet. Twee belangrijke recente uitspraken van het Europese Hof van Justitie (hierna: het EU-Hof) zijn de aanleiding voor deze publicatie. De uitspraken hebben betrekking op de vergunningsduur van schaarse vergunningen (Trijber) en op de toepasbaarheid van de Dienstenrichtlijn bij detailhandel in Nederland (Visser Vastgoed Beleggingen). In de zaak Trijber weigerde de gemeenteraad van Amsterdam een vergunning te verlenen voor de exploitatie van pleziervaart over de grachten. Het EU-Hof oordeelde hier dat vergunningen niet voor onbepaalde tijd kunnen worden verleend als het aantal beschikbare vergunningen beperkt is.

In de zaak Visser Vastgoed Beleggingen trachtte de gemeente Appingedam door middel van een brancheringsregeling leegstand in het stadscentrum tegen te gaan. Het EU-Hof oordeelde dat (1) de Dienstenrichtlijn van toepassing is op interne situaties, (2) detailhandel een dienst is en dat (3) het bestemmingsplan onder bepaalde voorwaarden de vestiging van detailhandel mag verbieden.

Deze factsheet geeft een overzicht van relevante jurisprudentie aan de hand van belangrijke recente uitspraken van het EU-Hof en de Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State (hierna: de ABRvS ). De factsheet heeft echter niet als doel een historisch overzicht te bieden van Europese jurisprudentie. Zowel beleidsmedewerkers als juristen van decentrale overheden krijgen in de praktijk te maken met de Dienstenrichtlijn. Deze handleiding helpt hen met behulp van relevante passages uit de jurisprudentie op weg bij de juiste toepassing van de richtlijn.