Bij een gemeentelijke visie op samenwerking gaat het om antwoorden op vragen zoals:

  • Wat voor gemeente willen we zijn? Wat zijn de doelen van de samenwerking?
  • Is er bij het aangaan/aanpassen van een samenwerkingsverband aandacht voor kaderstelling door de gemeenteraad?
  • Is er een beleidskader samenwerking? Daarin kan aandacht worden besteed aan vragen zoals
  • Bij welke taken willen gemeenten samenwerken?
  • Welke taken blijven bij de gemeente?
  • Op basis van welke criteria (afwegingskader)?
  • Hoe houden we regie op de taken waarop we samenwerken?
  • Met wie wil de gemeente samenwerken om de doelen te bereiken?
  • Wat is de toegevoegde waarde van samenwerking? Worden gemeentelijke doelen zo beter gerealiseerd?
  • Zijn keuzes voor samenwerkingsvormen bewuste keuzes?
  • Maakt een gemeente in vergelijkbare gevallen ook vergelijkbare keuzes voor een samenwerkings- vorm of wordt dit van keer tot keer bezien?

Deze vragen kunnen ook worden beantwoord voor sectorale samenwerkingsverbanden. Nieuwe samenwerkingsverbanden kunnen worden getoetst aan de visie op samenwerking. In een gemeentelijke visie op samenwerking worden algemene uitgangspunten voor samenwerking vastgelegd en afspraken gemaakt over de betrokkenheid van de gemeenteraad.

De gemeente is zo eerder in staat pro-actief in te spelen op bovenlokale ontwikkelingen en richting te geven aan samenwerkingsverbanden. In vergelijkbare situaties wordt eerder voor een vergelijkbare structuur gekozen, waardoor ad hoc-sturing wordt voorkomen. Voor de gemeenteraad wordt (sturing op) samenwerking zo meer transparant.


Voorbeelden