De ‘Regeling zonder meer’ vloeit voort uit artikel 1 van de Wet gemeenschappelijke regelingen (Wgr). Er wordt dan binnen de Wgr samengewerkt, zonder gebruik te maken van de mogelijkheden van het Openbaar lichaam, Gemeenschappelijk Orgaan of de Centrumgemeente.

De ‘Regeling zonder meer’ is een lichte vorm van samenwerking tussen gemeenten, waar delegeren en mandateren niet aan de orde is. Denk hierbij aan convenanten, intentieovereenkomsten, bestuursafspraken e.d. Daarin wordt geregeld de intentie tot samenwerking evenals het doel, de aard en de wijze waarop deze zal plaatsvinden.

De ‘Regeling zonder meer’ wordt in werking gesteld door een overeenkomst tussen gemeenten. Indien artikel 1 Wgr wordt aangehaald in de overeenkomst, is duidelijk dat het om publiekrechtelijke afspraken gaat. Het niet aanhalen van artikel 1 Wgr kan rechtsgevolgen hebben. Er bestaat dan onduidelijkheid of publiekrechtelijke dan wel privaatrechtelijke afspraken zijn gemaakt. Geschillen over de publiek-/privaatrechtelijke status van afspraken kunnen worden voorgelegd aan de provincie en – in tweede instantie – aan de bestuursrechter.

In nogal wat convenanten, intentieverklaringen en bestuursafspraken worden artikelen opgenomen over de regeling van geschillen (vaak een procedure) en de rechtsgevolgen bij het niet nakomen van afspraken. Regelmatig wordt een bepaling opgenomen dat geen rechtsgevolgen verbonden worden aan het in gebreke blijven van één van de deelnemende partijen. Nakoming van de afspraken is dan niet juridisch afdwingbaar.


Voorbeelden

NB: In onderstaande voorbeelden wordt artikel 1 Wgr niet aangehaald. Indien convenanten zinsneden bevatten die verwijzen naar de belangen van gemeenten, dan kan worden geredeneerd dat sprake is van publiekrecht.


Samenvattend

De meest uitgebreide vorm van samenwerking is een Openbaar lichaam waaraan bevoegdheden gedelegeerd kunnen worden. Een lichtere vorm is een Gemeenschappelijk orgaan. Gemeenten kunnen aan een Gemeenschappelijk orgaan beschikkingsbevoegdheden overdragen (met uitzondering van belastingheffing en het geven van algemeen verbindende voorschriften).

Regelgevende bevoegdheden van de gemeente kunnen niet aan een Gemeenschappelijk orgaan gedelegeerd worden. Bij de Centrum- gemeente mandateert het ene gemeentebestuur bestuursbevoegdheden aan het andere. De ‘Regeling zonder meer’ heeft betrekking op lichte vormen van samenwerking zoals convenanten, intentieverklaringen en bestuursafspraken.