In principe heeft een last onder dwangsom geen schorsende werking. De gemeente kan dus de dwangsom verbeuren en in een latere fase constateren dat de dwangsom ten onrechte is opgelegd en verbeurd.

Er van uitgaande dat de gemeente aan de overtreder de mogelijkheid heeft geboden een zienswijze in te dienen, kan de gemeente besluiten de beschikking tot last onder bestuursdwang niet op te leggen. Indien het besluit met de last onder bestuursdwang  wel wordt opgelegd, dan kan binnen zes weken een bezwaarschrift ingediend worden en tevens kan een voorlopige voorziening gevraagd worden bij de bestuursrechter. Aangezien het besluit met last onder bestuursdwang  niet geschorst wordt bij indiening van het bezwaar trachten overtreders vaak direct een voorlopige voorziening houdende schorsing van het besluit onder dwangsom te vorderen.

In het besluit met last onder bestuursdwang is aangegeven wat de herstelmaatregelen zijn. De kosten van de bestuursdwang door het inschakelen van een derde door het bestuursorgaan zullen doorgaans ten laste gebracht worden van de overtreder. In het besluit tot last onder bestuursdwang wordt een termijn gesteld (begunstigingstermijn) waarbinnen de overtreding beƫindigd moet zijn.