De Omgevingswet is op 26 april 2016 gepubliceerd in het Staatsblad en treedt in 2019 in werking.

In de tussenliggende periode moet de wet worden uitgewerkt in vier bijhorende Algemene Maatregelen van Bestuur (AMvB’s) en in aanvullingswetten voor geluid, bodem, natuur en grondeigendom. De aanvullingswetten en wetten over vergunningverlening, toezicht en handhaving (VTH) en de privatisering van de bouwplantoets en delen van de erfgoedwetgeving gaan straks op in de Omgevingswet. Voor de invoering moeten ook de procedures voor de Invoeringswet en het invoeringsbesluit zijn afgerond.

De Veranderopgave

De invoering van de Omgevingswet is veel meer dan een juridische exercitie. Het betekent:

  • een andere manier van werken met een integrale benadering van de leefomgeving
  • meer bestuurlijke afwegingsruimte in het fysieke domein
  • een andere relatie met de inwoners
  • een intensivering van de samenwerking met medeoverheden en de omgevingsdienst.

Met de verschuiving van bevoegdheden verandert ook de verhouding tussen college en de raad. Tot slot moet de gemeentelijke informatievoorziening worden aangepast en aangesloten op de landelijke digitale voorziening omdat de landelijke voorziening wordt aangepast en uitgebreid met informatiehuizen. Dit alles heeft gevolgen voor de inrichting van uw organisatie, de werkprocessen en uw begroting.

Voor een goede startpositie is het belangrijk in uw gemeente gezamenlijk met raad en college het ambitieniveau te bepalen dat u met de Omgevingswet wilt realiseren en met welke thema’s of projecten u aan de slag wilt. Op basis van die visie kunt u bepalen welke invoeringsstrategie bij uw gemeente past en welke onderdelen van uw organisatie daar op welk moment bij betrokken moeten worden.

Ledenbrief

In onze ledenbrief leest u meer over het wetsvoorstel, het financieel akkoord en het ondersteuningsprogramma van de VNG. We geven ook tips over wat u nu al kunt doen om uw organisatie voor te bereiden op de Omgevingswet.

Meer informatie