Gemeenten krijgen nieuwe financiële mogelijkheden om hun wegen veiliger te maken. Dit geld komt uit de Investeringsimpuls Verkeersveiligheid, waarmee het rijk 500 miljoen euro beschikbaar stelt tussen 2020 en 2030. 

Gemeenten kunnen hiermee verkeersveiligheidsmaatregelen nemen zoals het verbreden van fietspaden, het verlagen van het snelheidslimiet en de aanleg van rotondes. De regels om aanspraak te maken op dit geld worden verruimd wanneer de derde tranche ingaat. Dat is waarschijnlijk in het derde kwartaal dit jaar.

Zo wordt het mogelijk om in één keer aanspraak te maken op een groter geldbedrag. Daarnaast worden de geschatte kosten voor het uitvoeren van de maatregelen beter passend gemaakt bij de daadwerkelijke kosten. Eerder werden de kosten berekend op basis van het huidige prijspeil. Doordat de uitvoering vaak pas een jaar of twee later plaatsvindt, liepen gemeenten er tegenaan dat de bijdrage van het rijk aan een maatregel lager uitviel dan verwacht.

Verder wordt de verantwoording voor gemeenten eenvoudiger. Nu moeten ze achteraf laten weten hoe veel geld zij hebben uitgegeven aan bijvoorbeeld het inrichten van een schoolzone. Op basis daarvan wordt bepaald op hoe veel geld ze recht hebben. Voor de derde tranche controleert het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat alleen nog of een maatregel is gerealiseerd. De bijdrage voor die maatregel staat vooraf vast. Als gemeenten een maatregel goedkoper kunnen uitvoeren, is dat in hun voordeel.

Redactie VNG Magazine