Het kabinet laat onderzoeken of het aantal gemeenteraadsleden nog wel past bij de huidige taken en opgaven van gemeenten. Het ministerie van Binnenlandse Zaken (BZK) reageert daarmee op de hoge werkdruk die gemeenteraadsleden ervaren.

Gemeenten hebben er de afgelopen tien jaar veel taken bij gekregen. Dat leidt tot extra werk voor raadsleden, maar het aantal raadsleden is niet toegenomen. Daarom gaan er stemmen op om van het raadswerk een fulltime baan te maken.

Het kabinet is daar geen voorstander van, schrijft BZK-minister Hanke Bruins Slot  inmiddels demissionair minister van Buitenlandse Zaken aan de Tweede Kamer: het raadswerk moet een lekenfunctie blijven, omdat ‘iedereen het ambt van volksvertegenwoordiger moet kunnen vervullen’. Ook is het feit dat raadsleden ook andere functies vervullen, juist van ‘grote maatschappelijke waarde’.

BZK wil nu onderzoeken of een uitbreiding van het aantal raadsleden de werkdruk kan verminderen. Grote raden zijn vaak beter in staat om actief te zijn, contact te houden met de samenleving en om het werk te verbeteren. Daar staat volgens de minister tegenover dat grotere raden meer fracties kunnen tellen, waardoor debatten langer duren.

In het onderzoek wordt ook gekeken naar het maximumaantal wethouders. Het aantal wethouders dat vroegtijdig stopt vanwege de werkdruk is voor het ministerie ook een ‘aandachtspunt’. De bedoeling is dat de conclusies medio 2024 openbaar worden.

Redactie VNG Magazine