De VNG, Aedes en het ministerie van VRO hebben overeenstemming bereikt over de contouren van een financiële herplaatsingsgarantie voor flexwoningen. Eerst wordt gekeken of de woning kan worden herplaatst. Zo niet, dan is financiële compensatie voor de investeerder mogelijk.

Tekorten op de woningmarkt

De regeling ondersteunt de ambitie om voor het einde van 2024 37.500 flexwoningen te realiseren. De tekorten op de woningmarkt zijn en blijven vooralsnog immers groot en flexwoningen bieden een mogelijkheid om snel woningen te realiseren. Maar in de praktijk blijkt dat investeerders, in de meeste gevallen woningcorporaties, financiële risico’s lopen wanneer de woningen moeten worden verplaatst. 

Flexwoningen staan in de regel 10 tot 15 jaar op een locatie en worden daarna hergebruikt op een andere locatie. Omdat na die periode de investering niet is terugverdiend, blijft de investeerder, meestal de corporatie, zitten met het verlies. Daarnaast schatten krimpregio’s in dat flexwoningen zelfs minder lang nodig zijn. 

Ondersteuning bij herplaatsing

Als de flexwoning moet worden verplaatst, wordt eerst verkend of de woning herplaatst kan worden in de gemeente of het werkingsgebied van de investeerder. Wanneer dat niet mogelijk is, dan wordt vastgesteld of de woning elders kan worden geplaatst. Als er geen plek voorhanden is, kan de investeerder in aanmerking komen voor de financiële compensatie. Dit vergroot de kans dat de flexwoning een tweede en derde locatie krijgt. 

Zekerheden voor krimpgemeenten

De kans op herplaatsing wordt maximaal vergroot door onder meer kwaliteitseisen aan de woningen en de inzet van een marktmeester. Die gaat regionaal en landelijk vervolglocaties voor flexwoningen in beeld brengen. De VNG gaat met het rijk overleggen over zijn rol.

De kwaliteitseisen en marktmeester bieden uitkomst voor krimpgemeenten. Zij lopen eerder dan andere gemeenten de kans te blijven zitten met flexwoningen die niet herplaatst kunnen worden. Daarom hebben zij behoefte aan zekerheden dat investeringen op termijn niet leiden tot een groter risico voor hen dan voor andere gemeenten. 

Verdelen risico’s

Binnen de financiële herplaatsingsgarantie zijn afspraken gemaakt over de verdeling van dit risico tussen betrokkenen. De verdeling is vastgesteld op 60% rijk, 25% gemeente en 15% eigen risico voor de investeerder. 

Regeling wordt nog verder uitgewerkt

De komende weken wordt verder onderzoek gedaan naar de effecten van de voorgestelde maatregelen op onder andere de uiteindelijke woningwaarde en het uitkeringspercentage. Daarnaast moet blijken of de versnelde vergunningverlening ook juridisch stand houdt. De uitkomsten worden verwerkt in de definitieve herplaatsingsgarantie.

Meer informatie

Kamerbrief Financiële herplaatsingsgarantie voor versnelling tijdelijke huisvesting

Visual van BZK, uitgeschreven tekst helaas niet beschikbaar