Gemeenten moeten kunnen beschikken over een duidelijk omschreven instrumentarium om de verspreiding van infectieziekten tegen te gaan. Het is daarbij van belang te zorgen voor voldoende transparantie in de besluitvorming. De democratie moet zijn werk kunnen doen, ook lokaal.
Kort samengevat is dit de boodschap die de VNG de Tweede Kamer meegaf in aanloop naar het debat over een wijziging van de Wet publieke gezondheid (Wpg) dat vandaag plaatsvindt.
Verdeling verantwoordelijkheden en bevoegdheden, democratische legitimiteit
De voorgestelde wijziging regelt in voldoende mate de verdeling van verantwoordelijkheden en bevoegdheden tussen de burgemeester, het college van B en W, de voorzitter van de veiligheidsregio en de minister. Met oog op de democratische legitimiteit moet meer geborgd worden dat de voorzitter van de veiligheidsregio verantwoording kan afleggen aan de betrokken gemeenteraden.
Goede onderbouwing van noodzakelijkheid en effectiviteit van maatregelen
Gemeenten hechten eraan dat de noodzakelijkheid en de effectiviteit van de mogelijk te nemen maatregelen goed zijn onderbouwd. Vanwege de mogelijk grote impact van de maatregelen op de samenleving, het draagvlak, de noodzakelijke democratische legitimatie én de verantwoording aan gemeenteraden. De effectiviteit van de tijdens de covid-19 crisis genomen maatregelen is volgens ons onvoldoende geëvalueerd. Daarmee zijn bij de voorgestelde wijziging van de Wpg nog steeds de noodzaak, proportionaliteit en effectiviteit van mogelijk in te zetten maatregelen onvoldoende duidelijk.
Behoefte aan uitvoeringstoets van voorgestelde maatregelen
De gemeenten hebben behoefte aan een goede uitvoeringstoets van de voorgestelde maatregelen. Deze toets kan samen met de gemeenten, de veiligheidsregio’s, het veiligheidsberaad, de GGD-en en het RIVM worden uitgevoerd.
Tijdig afspraken over bekostiging
Het rijk moet over de bekostiging van de uitvoeringsregelingen tijdig nadere afspraken maken met de gemeenten. Artikel 108, lid 3 van de Gemeentewet en artikel 2 van de Financiële verhoudingswet zijn hierin leidend. In de optiek van de gemeenten is het nodig dat de spelregels over de financiële consequenties in wet zijn verankerd. Een van de spelregels is dat de directe financiële consequenties als gevolg een maatregel in beginsel niet voor rekening van een ander bestuursorgaan kunnen komen.
Meer informatie
Hieronder het position paper dat door ons naar de Kamer is verzonden met oog op het rondetafelgesprek over de wetswijziging op 31 oktober.