Gemeenten staan samen met andere partijen, waaronder woningcorporaties, aan de lat om de woningbouw te versnellen. De VNG maakt zich daarom grote zorgen over de investeringsbereidheid van corporaties, gezien de aangekondigde huurprijsbevriezing. We roepen het kabinet op deze te heroverwegen.
In onze inbreng voor het debat Staat van de Volkshuisvesting (pdf, 70 kB) benoemen we de gevolgen van een mogelijke huurprijsbevriezing:
Gebiedsontwikkelingen vertragen, met langjarige gevolgen
In gesprekken over de huurbevriezing gaat het vooral over de directe effecten voor corporaties en de bouw van sociale huurwoningen. Sociale huurwoningen maken echter vaak deel uit van grotere gebiedsontwikkelingen. Die vallen stil als de corporatie zich terugtrekt. Dat leidt tot grote risico's, zoals claims vanwege niet-nakoming van overeenkomsten, verslechtering van de business case van warmtenetten en verlies aan werkgelegenheid in de bouwsector.
Onzekerheid over subsidies terwijl kosten doorlopen
Bij in het verleden verstrekte rijkssubsidies voor woningbouw gelden voorwaarden voor de betaalbaarheid van de woningen. Als de sociale huurwoningen niet worden gebouwd, dan moet de subsidie worden terugbetaald, terwijl gemeenten en andere partijen wel kosten hebben gemaakt.
Bestaanszekerheid van huurders met de smalste beurs verbetert niet
Huurders in de sociale sector met de smalste beurs profiteren het minste van de huurbevriezing, omdat de huurtoeslag gekoppeld is aan de hoogte van de huur. Zie daarvoor ook de signaalrapportage van de Autoriteit Woningcorporaties. Daarbij komt dat juist voor die groep de energielasten gaan oplopen vanwege het uitstel van hoognodig onderhoud en verduurzaming.