Het Programma Versnelling Verduurzaming Gebouwde Omgeving biedt gemeenten (extra) instrumenten. Om voortvarend aan de slag te gaan is het noodzakelijk dat de benodigde instrumenten tijdig beschikbaar zijn en iedereen mee kan doen. De VNG wil dat dit in de uitwerking centraal staat.

Het kabinet heeft de klimaatdoelstellingen voor alle sectoren verhoogd naar een reductie van ten minste 55% CO₂ ten opzichte van 1990 en programmeert op 60% CO₂-reductie. Dit betekent dat de verduurzaming van de gebouwde omgeving aanzienlijk versneld moet worden. Het rijk wil dit met een mix van normering, beprijzing, financiering, en subsidiering realiseren.

Inhoud programma

In het programma geeft het kabinet invulling aan deze doelstelling voor de gebouwde omgeving. Via het programma wordt onder andere voorzien in:

  • extra middelen om lokale isolatieaanpakken te ondersteunen,
  • een nationaal programma ter ondersteuning van de lokale warmtetransitie,
  • bevoegdheden voor gemeenten om wijken aan te wijzen die van het aardgas afgaan,
  • uitfasering van woningen met energielabels E, F en G.

Flexibel in de uitvoering

De VNG steunt het programma. Gemeenten hebben hun transitievisie warmte opgesteld en gaan nu aan de slag met de uitwerking van hun uitvoeringsplannen en de uitvoering in de wijken. Zij onderschrijven de noodzaak om de verduurzaming te versnellen, maar zien ook risico’s. Bevoegdheden en uitvoeringsmiddelen moeten tijdig en voldoende beschikbaar zijn en uit de gemeentelijke uitvoeringspraktijk moet blijken of de transitie haalbaar en betaalbaar is voor inwoners. Het is daarom belangrijk dat het rijk goed zicht houdt of de doelen ook haalbaar zijn in de uitvoering en bijstuurt als de praktijk daar om vraagt. Alleen zo zorgen we ervoor dat ook in deze versnelling iedereen mee kan doen.

De VNG wil daarom nauw betrokken zijn bij de verdere uitwerking van dit programma en als één overheid samen met het rijk uitvoering geven aan de energietransitie.

Meer informatie