De bijzondere Caribische gemeenten Bonaire, Sint Eustatius en Saba krijgen grotere eilandsraden. Dat is een gevolg van ‘voortschrijdend inzicht’ met betrekking tot de werkdruk van de raadsleden.

De eilandsraden, vergelijkbaar met de gemeenteraden in Europees Nederland, tellen nu slechts 9 (Bonaire) en 5 (Sint Eustatius en Saba) leden. Dat worden er, als het aan staatssecretaris Alexandra van Huffelen (Koninkrijksrelaties) ligt, 19 voor Bonaire, 11 voor Sint Eustatius en 9 voor Saba. Dit is in lijn met de omvang van de gemeenteraden in Europees Nederlandse gemeenten met een vergelijkbare grootte.

Bij de staatkundige hervorming in 2010, toen de eilanden de status van ‘bijzondere gemeenten’ kregen, werd een relatief laag aantal raadsleden vastgesteld. Volgens Van Huffelen was destijds de overweging dat het gelijktrekken met de Europees Nederlandse gemeenten een ‘forse toename’ van het aantal raadsleden zou betekenen, wat gelet op de geringe bevolkingsomvang tot ‘problemen’ zou leiden.

Inmiddels erkent de staatssecretaris dat de eilandraadsleden gebukt gaan onder een hoge werklast omdat ze zich per persoon in een groot aantal dossiers moeten verdiepen. Daarom wil ze de omvang van de eilandsraden nu meenemen in de herzieningswetten voor de BES-eilanden die momenteel in voorbereiding zijn.

Van Huffelen wil het grotere aantal zetels op Sint Eustatius en Saba in 2027 in één keer doorvoeren, voor Bonaire stelt ze een gefaseerde toename voor: van 9 naar 15 in 2027 en van 15 naar 19 in 2031.

Ook het aantal gedeputeerden (wethouders) gaat omhoog. Op Bonaire van 3 naar 4 (2027) en 5 (2031), op de beide andere eilanden van 2 naar 3 in 2027.