De eDNA-methode die gebruikt mag worden bij na-isolatie wordt aangescherpt, zodat na een positieve eDNA-uitslag er niet vanzelfsprekend mag worden geïsoleerd. Ook gaat het rijk samen met provincies, de VNG en soortenorganisaties onderzoeken of een gedragscode een middellange termijnoplossing biedt.
Meer duidelijkheid
De eDNA-methode is eerder dit jaar als erkende maatregel opgenomen in de Omgevingsregeling. Op grond van nieuwe inzichten wordt de eDNA-regeling aangepast en mag er na een positieve eDNA uitslag niet vanzelfsprekend worden geïsoleerd. Daarnaast is afgesproken dat het werkprotocol voor de eDNA-regeling wordt verbeterd, zodat de onafhankelijkheid beter wordt gewaarborgd. De VNG beschouwt deze aanpassingen als essentieel, omdat ze zowel de juridische houdbaarheid als het draagvlak voor eDNA versterken. Op verzoek van de VNG komt er daarnaast een tool waarin alle eDNA-uitslagen worden geregistreerd. Hiermee ontstaat meer ecologisch inzicht, waardoor hopelijk de kosten voor SMP’s in de toekomst kunnen dalen. Wanneer deze operationeel is, is nog niet bekend.
Na-isoleren belangrijk
De VNG blijft zicht inzetten voor een structurele en juridisch houdbare oplossing voor het na-isoleren van woningen. Het is voor de warmtetransitie en het tegengaan van energiearmoede een belangrijke stap, omdat isoleren resulteert in een lager energieverbruik en minder energiekosten.
Onderzoek naar gedragscode
Tot slot gaat het rijk samen met provincies, soortenorganisaties en de VNG onderzoeken of een gedragscode een middellange termijnoplossing kan bieden. Voor de activiteiten in de (tijdelijke) gedragscode geldt dan geen vergunningplicht als er volgens die gedragscode wordt gewerkt. Hiermee ontstaat ook meer eenduidigheid.