Eenpersoonsfracties in de gemeenteraad kunnen waardevol zijn, maar vooral als ze zich richten op enkele speerpunten en niet alle politieke dossiers willen oppakken. Dat schrijven onderzoekers van de Universiteit Utrecht in een onderzoek in opdracht van de Nederlandse Vereniging voor Raadsleden.

Het aantal eenpersoonsfracties neemt toe. Bij de gemeenteraadsverkiezingen vorig jaar werden er in totaal 593 eenpersoonsfracties gekozen. Dat waren er zestig meer dan vier jaar eerder. Het aantal zal in de loop van de raadsperiode door afsplitsingen waarschijnlijk verder groeien.

Die groei van het aantal eenpitters in de raad leidt, met de versplintering van de raad in het achterhoofd, tot zorgen. Fragmentatie zou leiden tot problemen met de bestuurbaarheid van gemeenten en een hogere werkdruk voor de zittende raadsleden van kleinere fracties. Met meer eenpersoonsfracties zouden gemeenteraden daarmee moeilijker tegenwicht kunnen bieden aan het college.

Maar uit het onderzoek blijkt nu dat dat beeld enige nuance behoeft. Het kwaliteitsniveau van de eenpersoonsfracties verschilt sterk. Daardoor zijn sommige fracties effectiever dan anderen. Zeker vanuit oogpunt van diversiteit voegen de kleinste fracties wat toe, dat versterkt de representativiteit van de raad. Het invoeren van een kiesdrempel is dan ook geen goed idee, stellen de Utrechtse onderzoekers.

Er zijn wel maatregelen nodig om de positie van de eenpersoonsfracties te versterken. Zo kan er beter worden geïnvesteerd in de samenwerking binnen de raad, zodat ook de kleinste fracties goed hun werk kunnen doen. Ook moet er landelijk duidelijkheid komen over de fractieondersteuning. Tot slot bepleiten de onderzoekers betere regionale samenwerking tussen de eenpersoonsfracties, zodat ze sneller een beroep op elkaars deskundigheid kunnen doen.

Redactie VNG Magazine