Om te komen tot een snellere overgang naar een circulaire economie, moet het rijk meer regie nemen op de producentenverantwoordelijkheid. Dit en andere aandachtspunten brengt de VNG naar voren in een brief aan de Tweede Kamer.
Lees de VNG-inbreng voor het debat over circulaire economie (pdf, 150 kB)
De ambitie van het kabinet is dat Nederland in 2050 volledig circulair is. De VNG concludeert, mede op basis van de SER-verkenning en de Integrale Circulaire Economie Rapportage van het PBL, dat deze overgang nog in de beginfase zit. Er is meer nodig om te versnellen. De VNG doet daarvoor 3 aanbevelingen:
Werkbare uitvoering van producentenverantwoordelijkheid
Door de zogenoemde uitgebreide producentenverantwoordelijkheid (UPV) worden producenten verantwoordelijk voor de afvalfase van het product. Gemeenten maken zich zorgen over de huidige inrichting van de UPV omdat die onvoldoende is afgestemd op de inzameling door gemeenten. Daardoor verzanden ze in discussies met producenten over voorwaarden en vergoedingen en dat brengt het gezamenlijke doel niet dichterbij. Daarom roepen we het rijk op (meer) regie te nemen over de uitvoering van de UPV.
Effectieve aanpak aan het begin van de productieketen
Om substantieel minder primaire grondstoffen te gebruiken, moeten hergebruik en lange levensduur van een product het uitgangspunt worden. Dit vereist effectieve maatregelen (zoals uitgebreide producentenverantwoordelijkheid, tariefdifferentiatie en statiegeld) aan het begin van de productieketen, laat onderzoek van CE Delft zien.
Voldoende middelen en kabinetsbrede inzet
Om te komen tot een circulaire economie zijn de huidige beschikbare middelen onvoldoende. Daarom pleiten we voor een financiering die in verhouding staat tot de opgave. Een kabinetsbrede inzet is nodig om de benodigde middelen goed en effectief te besteden. De transitie naar een circulaire economie heeft immers veel raakvlakken met de energietransitie.