Op 2 februari 2011 is het wetsvoorstel Nadeelcompensatie en schadevergoeding bij onrechtmatige besluiten ingediend bij de Tweede Kamer. In 2007 heeeft de VNG advies uitgebracht over het Voorontwerp van wet. Onze aanbevelingen vinden wij terug in het huidige wetsvoorstel. Alleen overgangsrecht ontbreekt nog.

Nadeelcompensatie
Rechtmatig overheidshandelen leidt in de praktijk regelmatig tot schade. Dat valt niet te voorkomen en de overheid is ook niet verplicht om elke schade die zij in de rechtmatige uitoefening van haar publieke taken veroorzaakt, te vergoeden. Soms moet dergelijke schade wel worden vergoed. Het is een algemeen aanvaard beginsel dat degene die in vergelijking met anderen onevenredig zwaar wordt getroffen door rechtmatig overheidshandelen, daarvoor een vergoeding dient te ontvangen.

De hoogte van de compensatie moet in zo’n geval redelijk zijn.
De vergoeding dekt dus niet vanzelfsprekend de volledige schade.
Op dit moment bestaan er regelingen over nadeelcompensatie in verschillende wetten en buitenwettelijke regelingen. Om de overzichtelijkheid van het nadeelcompensatierecht te vergroten
voorziet het wetsvoorstel in een algemene regeling in de Awb voor nadeelcompensatie.

De regeling ziet op vergoeding van schade veroorzaakt in de rechtmatige uitoefening van een publiekrechtelijke bevoegdheid of taak. Het gaat dan om appellabele besluiten en handelingen van bestuurorganen en handelingen ter uitvoering daarvan.

Schadevergoeding bij onrechtmatige besluiten
Schade die is veroorzaakt door onrechtmatig overheidshandelen moet in zijn geheel worden vergoed. Het wetsvoorstel beoogt in de eerste plaats een duidelijke competentieverdeling te realiseren tussen de bestuursrechter en de burgerlijke rechter voor schadeverzoeken wegens onrechtmatige besluiten.

De bestuursrechter wordt exclusief bevoegd ten aanzien van schadeverzoeken en waarover in enigste of hoogste instantie de Centrale Raad van Beroep en de belastingrechter oordelen. Die beide terreinen omvatten het grootste deel van het financiële bestuursrecht en het ambtenarenrecht.

De burgerlijke rechter wordt bevoegd om over de schadevergoeding te oordelen voor procedures die behoren tot het terrein van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State en het College van Beroep voor het bedrijfsleven.

Een uitzondering geldt voor kleinere schadeoorzaken (max € 25.000 euro). Voor deze schadeverzoeken is de bestuursrechter eveneens bevoegd.  De weg naar de bestuursrechter staat alleen niet meer open na het instellen van een vordering bij de burgerlijke rechter.

Daarnaast wordt voorgesteld om de procedure bij de bestuursrechter voor schadeverzoeken te vereenvoudigen door daarvoor een zelfstandige verzoekschriftprocedure in te voeren. Daardoor wordt het mogelijk om los van de procedure tegen het schadeveroorzakend besluit, aan de bestuursrechter een verzoek om schadevergoeding te doen.

VNG-advies