Drie beleidsterreinen spelen een belangrijke rol: ruimtelijk-, economisch- en verkeers- en vervoersbeleid.

Openbaar vervoer is onmisbaar voor de bereikbaarheid, veiligheid en leefbaarheid van steden. Voor goed functionerend openbaar vervoer is een samenhangende visie noodzakelijk. De VOC heeft een samenhangende visie waarin drie beleidsterreinen een rol spelen: ruimtelijk beleid, economisch beleid en verkeers- en vervoerbeleid.

Verdeling van activiteiten: het ruimtelijk-economisch beleid

VOC-gemeenten willen inrichtingsmaatregelen voor een versterkte vitaliteit en kwaliteit van de stad. Een doordachte ruimtelijke verdeling van functies als wonen, werken, winkelen en recreëren helpt verdere congestie, onbereikbaarheid, monocultuur en uitvallen van stedelijke functies voorkomen.

Verplaatsen tussen activiteiten: het mobiliteitsbeleid

VOC-gemeenten willen gelijkwaardige of betere alternatieven voor ‘vanzelfsprekend’ autogebruik. Dat betekent minder onnodig autogebruik en meer lopen, fietsen en gebruik van openbaar vervoer. Met flankerend beleid (parkeertarieven, aanleg van transferia en/of P+R-terreinen) kunnen steden vervoerskeuzes beïnvloeden.

Voorrang voor stedelijk openbaar vervoer: het verkeers- en vervoerbeleid

VOC-gemeenten willen het stedelijk openbaar vervoer aantrekkelijker maken door:

• Ordeningsmaatregelen: systeemkeuze, bijvoorbeeld light rail of hoogwaardig busvervoer.
• Openbaarvervoermaatregelen: bevorderen van de doorstroming middels vrije rijbanen, prioriteiten bij verkeerspleinen en -kruisingen, optimale inzet van haltes en drempels, etc.
• Flankerende maatregelen: voorbeelden zijn parkeermaatregelen, fietsbeleid en afspraken met het bedrijfsleven over mobiliteitsmanagement.