Op 28 februari 1912 werd in het Stadhuis in Den Haag de 'Vereeniging van Nederlandsche Gemeenten' (VNG) opgericht.

Het idee om een vereniging van gemeenten in ons land op te richten, ontstond een paar jaar daarvoor in de kring van het bestuur van de ‘Onderlinge Risico-Vereeniging van Nederlandsche Gemeenten’. De bestuursleden van deze vereniging, die tegelijkertijd ook bestuurder waren van gemeenten, wilden de samenwerking uitbreiden. In 1910 was een eerste bijeenkomst van een aantal burgemeesters en wethouders waarin de mogelijkheid werd besproken om een Vereniging van gemeentebesturen op te richten. Het duurde uiteindelijk nog twee jaar voordat de vereniging werd opgericht.

De drijvende kracht achter de oprichting was de burgemeester van Zaandam, de heer Elias. Hij ontwierp de statuten van de vereniging. De twee andere oprichters waren de burgemeester van Zwolle, de heer Van Roijen, en de wethouder van Den Haag, de heer Simons. De heer Simons was ook de eerste directeur van de vereniging (hij trad in dienst op 2 september 1913). Het doel van de VNG was onder andere het gezamenlijk behartigen van de gemeentelijke belangen tegenover de regering en het gezamenlijk inkopen van steenkolen voor de gemeentelijke gasfabrieken.