De Programmaraad, een samenwerkingsverband van VNG, Divosa, UWV en Cedris, ondersteunt gemeenten en arbeidsmarktregio’s bij de implementatie van de Participatiewet, naast de activiteiten rondom uitrol SUWI en Jeugdwerkloosheid.

Meer weten of persoonlijk contact? Bel of mail het OTD via 070-3738398 of otd@vng.nl.

Binnen zes thema’s van de Participatiewet worden concrete producten aangeboden aan publieke partijen (gemeenten, UWV en optioneel SW-bedrijven) in de arbeidsmarktregio’s. Deze thema’s zijn:

  1. Kennisoverdracht Wajong
    Met de Participatiewet worden gemeenten verantwoordelijk voor een nieuwe doelgroep: de mensen die voorheen in de Wajong zouden zijn gekomen. Hoe ziet die groep er eigenlijk uit? En welke mogelijkheden zijn er voor re-integratie, loonwaardebepaling en wat zijn de ervaringen met werkgevers?
  2. Ontwikkelen van instrumenten als handreikingen en modelteksten
    Er moet duidelijkheid zijn over de mogelijkheden voor de inzet van nieuwe instrumenten en arrangementen. De samenwerking en afstemming in de keten van werk en inkomen moet helder zijn. Binnen dit thema worden instrumenten en arrangementen onderzocht en kennis hierover wordt gedeeld.
  3. Vorming van 35 regionale werkbedrijven
    In elke regio moet een regionaal werkbedrijf komen. Deze samenwerking vraagt om meer dan een formeel (bestuurlijk) platform om een gezamenlijk marktbewerkingsplan te maken. Het vraagt van publieke leden (gemeenten, UWV en optioneel SW-bedrijven) dat in alles wat ze doen de verbinding met de werkgever wordt gelegd. Binnen dit thema wordt informatie hierover en ervaringen hiermee verspreid.
  4. Invulling van de banenafspraak
    Met de garantstelling door de werkgevers voor 125.000 extra banen (100.000 in de private sector en 25.000 in de publieke sector) voor mensen die niet in staat zijn zelfstandig 100% van het wettelijk minimumloon (WML) te verdienen is het van cruciaal belang dat gemeenten en UWV in staat zijn om deze plekken ook in te vullen. Ook voor dit thema worden producten ontwikkeld en voorbeelden verspreid.
  5. Optimale verdienmodellen
    Gemeenten moeten complexe inrichtingskeuzes maken op het terrein van werk en inkomen. Gezien de beperkte financiële kaders, spelen bedrijfsmatige overwegingen hierbij een sterke rol. Gemeenten moeten daarom inzicht hebben in de financiële consequenties van de beleidskeuzes die zij gaan maken en de manier waarop die samenhangen.
  6. Bestuurlijke keuzes over de uitvoering
    Heel belangrijk is hoe de uitvoering wordt ingericht. Veel gemeenten denken al langer na over de manier waarop zij hun uitvoering vorm gaan geven. Toch blijven er telkens vragen en dilemma’s bestaan. Hierbij zijn bestuurlijke keuzes nodig. De Programmaraad organiseert daarom najaar 2014 enkele rondetafelbijeenkomsten voor wethouders over bestuurlijke dilemma’s ten aanzien van de Participatiewet. Zie ook het essay: Samen sturen op uitstroom, een essay voor de wethouder die het verschil wil maken (juni 2014)

Zie ook