Met de Wet opheffing bedrijfslichamen worden per 1 januari 2015 alle productschappen opgeheven, waaronder het Bosschap. Daarmee verdwijnt ook het register van het Bosschap, waarin organisaties zijn opgenomen die meer dan 5 hectare bosgrond in eigendom hebben (zoals Staatsbosbeheer). Dit heeft gevolgen voor uw lokale natuurbeleid en mogelijk voor uw APV.

Bosbouwondernemingen en uw gemeente

Op basis van de Boswet (artikel 1, lid 5) heeft de Gemeenteraad bij besluit vastgesteld waar de grenzen van de ‘bebouwde kom-Boswet’ liggen in de gemeente. Buiten deze ‘bebouwde kom-Boswet’ is een gemeente niet bevoegd om voor bosbouwondernemingen die geregistreerd staan bij het Bosschap, regels te stellen aan de bewaring van bossen en houtopstanden (Boswet artikel 15, lid 3). Een kapvergunning kan in dit geval dus niet verplicht worden gesteld. Wel geldt vanuit de Boswet bij kap een meld- en herbeplantingsplicht, maar dit verloopt via de rijksoverheid.

Registratieplicht bosbouwondernemingen vervallen

Nu het Bosschap per 1-1-2015 wordt opgeheven dient de wet te worden geactualiseerd. Vanuit het oogpunt van deregulering heeft de wetgever ervoor gekozen de registratieplicht voor bosbouwondernemingen te laten vervallen en kleinere gebieden onder de ‘uitzonderingsregel’ te laten vallen. Als gemeente kunt u buiten de ‘bebouwde kom-Boswet’ geen kapregels opstellen voor (alle) bossen en houtopstanden groter dan 10 are of 20 bomen. Daarnaast zal met de Wet natuurbescherming de toezicht op meld- en herplantingsplicht worden gedecentraliseerd naar provincies.

Gevolgen voor lokale regelgeving

Vooropgesteld is het goed mogelijk dat u in eigen lokale regelgeving refereert aan bosbouwondernemingen die bij het Bosschap geregistreerd staan. Wij adviseren hierop te controleren en regelgeving waar nodig aan te passen.

Gevolgen voor uw natuurbeleid

Naast juridische gevolgen leidt het opheffen van het Bosschap er mede toe dat er in het geheel geen kapverbod meer kan worden opgelegd buiten de bebouwde kom-Boswet: 'Deze aanpassing van de Boswet door middel van het schrappen van de registratieverplichting zal voor decentrale overheden gevolgen hebben. Vooral gemeenten met een beperkt stedelijk gebied zullen, van een dergelijke wijziging van de betekenis van de bebouwde kom Boswet, de gevolgen ondervinden. Zij kunnen dan in een zeer groot en vaak groen buitengebied, geen enkel kapverbod meer maken voor houtopstanden gelegen buiten erven en tuinen en buiten de percelen tot 10 are of 20 bomen.

Vooral gemeenten met een groot buitengebied met tot nu toe veel kleinere bosgrondeigenaren, met bijzondere boomstructuren of landschapselementen die staan op percelen groter dan 10 are of meer dan 20 bomen in rijen, worden hiervan de dupe. Kon de gemeenteraad tot nu toe voor deze houtopstanden een kapverbod maken; nu is dit uitgesloten', aldus mr. Kitty Goudzwaard van Cobra groenjuristen. Uitzondering hierop is dat u als gemeente een omgevingsvergunning kunt eisen wanneer het gaat om uitzonderlijke waarden.

Advies VNG

Wij adviseren gemeenten de beleidsafweging te maken of de meld- en herbeplantingsplicht uit de Boswet voldoende kader biedt en passend is voor uw gemeente, bijvoorbeeld wanneer u een Bomenlijst hanteert met beschermde houtopstanden. Dit kan een basis zijn om de provincie als toekomstig bevoegd gezag te informeren of om hiermee in gesprek te treden.

Meer achtergrondinformatie vindt u in het artikel ‘Boswet moet worden aangepast. Maar hoe?’ via de website van het Platform Natuur in de Gemeente.