Aat de Jonge, voorzitter VNG Flevoland en burgemeester Dronten
(deelnemer bijeenkomst Flevoland over de Gemeente 2020)

1. De belangrijkste thema’s voor Flevoland, vooruitblikkend naar 2020?
‘Gemeente als eerste overheid; regie aan de gemeente. De samenleving vraagt om een krachtige gemeente, we moeten het samen doen: co-creatie. Vanaf het begin samen aan tafel, zoals we in de regio Zwolle doen met de vier O’s: onderwijs, onderzoek, ondernemers en overheid. Het leidt tot de vraag wat de waarde van representatieve democratie is, georganiseerd langs de lijnen van politieke partijen waarvan steeds minder mensen lid zijn. Belangenbehartiging vindt langs andere lijnen plaats. Het vertrouwen in het openbaar bestuur neemt af. Welk antwoord hebben we op deze ontwikkelingen? Kernwoord is: grenzeloos besturen. Heel veel vraagstukken zijn niet te vangen in bestuurlijke grenzen. Met thema’s als schaliegas, windenergie en opschaling van de provincie zouden we volstrekt andere oriëntaties moeten hebben. Een ander thema is werkgelegenheid. Flevoland kent een hoge jeugdwerkloosheid, hoger dan het landelijk gemiddelde.’

2. Hoe houdt u de kracht en schwung van de VNG-provinciebijeenkomst vast?
‘In het bestuur van VNG Flevoland blikken we terug op de avond en de thema’s komen terug in onze overleggen. Regio Zwolle dient vaak als voorbeeld. Ook wij moeten de lokale werkelijkheid naar Den Haag brengen, zoals zij dat één keer per jaar doen met bestuurders, ondernemers en bekende sporters. Ik wil verder met initiatieven als: budgets naar de buurt; en wat kunnen we leren van elkaar? VNG Flevoland organiseert een serie korte bijeenkomsten over heel uiteenlopende thema's in alle gemeenten. Zo bereiken we een breed publiek, vooral omdat we ook heel actief betrokkenen van buiten het lokaal bestuur uitnodigen. Daarmee laten we zien dat ook hier grenzen niet bestaan, geven we inzicht in het werk van partners en hoe afhankelijk we zijn in ketens.’

3. De lessen uit Flevoland…?
‘De les uit de jongste provincie zou moeten zijn: bestuurlijke vernieuwing een nieuwe impuls geven, samen met ondernemers en onderwijs, waarbij bestuurlijke grenzen steeds minder een rol spelen.’