De informatiesamenleving staat op een kruising. Accepteren we nieuwe technologieën zonder nadenken, of bepalen we zelf of de innovatie gewenst is en zo ja, onder welke voorwaarden en met welke spelregels? Anders gezegd: leveren we onszelf uit aan het systeem? Of stellen we publieke en menselijke waarden als privacy, transparantie en zelfbeschikking voorop?

Internetpionier Marleen Stikker, directeur van onderzoeksinsituut Waag, hield in haar Atriumlezing bij de VNG een krachtig pleidooi voor de laatstgenoemde optie: open de black boxes en voeg publieke waarden toe.

Chefsache

Informatisering, oftewel het inzetten van middelen uit de informatie- en communicatietechniek (ICT) voor het uitvoeren van processen, is een even boeiend als ingewikkeld begrip. Niet in de laatste plaats door de talrijke ongeopende denkpakketjes en het overwegend Engelse jargon. 'Weet u wat blockchain of artificial intelligence is?' vroeg Stikker de circa 80 toegestroomde bestuurders en ambtenaren. De moedige poging van een raadslid stierf in schoonheid. Begrijpen is iets anders dan uitleggen. Toch is informatisering een chefsache, een beleidsvraagstuk dat niet overgelaten kan worden aan engineers, stelde Stikker. 'Het is niet een exclusief bètavraagstuk, zoals veel van hen willen doen geloven. Bij digitalisering redeneren we te eenzijdig vanuit het falen van de mens. Daardoor geven we de techniek te veel macht. Daarmee doen we de mens te kort. We zijn niet alleen maar brokkenpiloten, maar prachtige wezens met unieke kwaliteiten. Daarom moeten ook alfa’s moeten worden betrokken in de discussie. Het is hard nodig dat bèta’s en alfa’s elkaar beter leren begrijpen en samen optrekken.'

Brown field

Stikker is zeer kritisch over het internet. Het is volgens haar een black box. 'In de beginjaren was het een green field. Alles was mogelijk. Inmiddels is het een brown field. Bijna alles is al ingevuld.' Het internet is kapot, meent zij. Er is geen toezicht, geen transparantie en geen verantwoording. En er is altijd wel iemand die meekijkt met de gebruiker. Vrijwel elke gadget wordt afgetapt door obscure servers ergens in de wereld, of het nu gaat om de deurbel, de thermostaat of een virtuele assistent zoals  Alexa. Stikker: 'Dat is niet alleen een gevaar voor de privacy, maar ook voor de soevereiniteit, de zelfbeschikking van de burger. Als we niet oppassen, verworden we tot ‘datakarkassen’ voor de organisaties achter de servers.'

Drie benaderingen

Volgens Stikker zijn er in hoofdzaak drie benaderingen voor de omgang met data. In China heeft de staat het primaat; in de VS maakt Silicon Valley de dienst uit en is er juist zo min mogelijk staat. Europa beweegt zich daar ergens tussenin. Bedrijven zijn weliswaar dominant in de ontwikkeling, maar de algemene opvatting is dat zij geen carte blanche mogen hebben en gemeenschappelijke publieke waarden moeten respecteren. De juiste route om die waarden te definiëren moet echter nog worden uitgezet. Stikker: 'We staan dus voor cruciale keuzes. Om die weloverwogen te kunnen maken, moeten we antwoord geven op belangrijke vragen als: wie definieert data en welke data gebruiken we (en welke niet) en hoe gebruiken we ze? Data zijn niet neutraal. Afhankelijk van de aard en het gebruik van data definieer je de ‘vooringenomenheid’ van het systeem.'

Steden

Stikker ziet een belangrijke rol in het bepalen van maatschappelijke waarden voor steden als beheerder van het publieke domein van urbane gemeenschappen. Een voorbeeld is Barcelona waar al geruime tijd gewerkt wordt aan de vormgeving van digitale soevereiniteit door het opstellen van handboeken, gedragscodes en standaarden voor het ontwikkelen en implementeren van nieuwe technologieën. Vermeldenswaardig is verder het samenwerkingsverband tussen Amsterdam, Barcelona en New York dat nadenkt over het beschermen, bevorderen en monitoren van de digitale rechten van de bewoners en bezoekers van de stad. Ook op Europees niveau gebeurt het nodige, onder andere onder de vlag van de expertgroep kunstmatige intelligentie van de Europese Commissie. Op landelijk niveau daarentegen gebeurt nog niet zoveel.

Als aanzet voor de vertaling van maatschappelijke waarden in beleid heeft Waag in samenwerking met de Amsterdam Economic Board en andere lokale partners zoals de Hogeschool van Amsterdam een manifest voor verantwoord datagebruik uitgebracht. Het manifest bevat 6 waarden die de digitale soevereiniteit van de burger moeten waarborgen.

Commons

Een andere belangrijke vraag is hoe we een goed podium én een gemeenschappelijke taal creëren, om burgers inspraak te geven in de informatisering, zodat science en society met elkaar in balans komen. Complicerende factor daarbij is dat ook bestuurders en ambtenaren een flinke kennisachterstand hebben. Een mogelijk hulpmiddel is de vorming van zogeheten commons, een afgebakend stukje van de wereld waar je samen met anderen nieuwe spelregels voor opstelt. De stad kan een commons zijn, maar ze kunnen ook voor specifieke beleidsterreinen worden gevormd, zoals bijvoorbeeld mobiliteit of, als onderdeel van informatisering, data. Stikker: 'Belangrijke vragen zijn: wie definieert de database en wie bepaalt hoe ze gebruikt worden? Het gaat erom dat we samen de randvoorwaarden bepalen waaraan een innovatie moet voldoen, bijvoorbeeld in relatie tot ecologie, economie en soevereiniteit.'

Wat Stikker betreft begint het gesprek daarom altijd met de vraag: waar optimaliseren we voor? Als voorbeeld wijst ze op de ontwikkeling van de zelfrijdende auto. 'Technisch kan het, maar als we ze niet alleen op de snelwegen willen, maar ook in de stad, dan zullen we ons moeten uitleveren aan het systeem. Willen we dat? Ik denk het niet. Daarom moeten we steeds die vraag stellen.'

Grip

Eén van de uitdagingen is weer grip te krijgen op de data. Nu zijn de big data grotendeels in handen van de eigenaren van de servers. Stikker: 'Voor wereldspelers als Google en Facebook is er geen governance. De risico’s tonen zich regelmatig. We moeten dus oppassen met het privatiseren van publieke infrastructuur en op zoek naar alternatieven. Afhankelijk van de functie is in veel gevallen ook decentrale dataopslag mogelijk. Voor lang niet alles zijn grote systemen nodig. '

Ook voor het garanderen van publieke waarden zijn commons nodig, vindt Stikker. Daar ligt wat haar betreft een schone taak voor de VNG. Directievoorzitter Jantine Kriens aarzelde niet de handschoen op te pakken. De invoering van de Omgevingswet is een mooie casus om ermee te oefenen, meende zij. 'Het integrale vergunningverleningsproces vraagt om intensieve samenwerking en datauitwisseling tussen de betrokken partijen. Het is goed om commons voor publieke waarden en data te betrekken bij het opzetten van de organisatie en systemen', aldus Kriens.

Een raadslid van een grote stad popelde om aan de slag te gaan. 'Maar,' vroeg zij zich af, 'hoe organiseer je dat?' Stikker adviseerde om te starten met publieke opstootjes, om de kennis te vergroten en bestuurders, ambtenaren en burgers bewust te maken van het vraagstuk. Ze zegde toe om over een jaar terug te komen om met de aanwezigen de vorderingen te bespreken. Daarmee was in zekere zin de eerste commons geboren.