Wet- en regelgeving
-
In beginsel niet. Het aanwijzen van (gereserveerde) gehandicaptenparkeerplaatsen staat los van de Regeling GPK. Over het algemeen hebben gemeenten eigen beleid geformuleerd m.b.t. het aanwijzen van gereserveerde parkeerplaatsen.
Dit beleid is vaak gekoppeld aan de afgifte van bestuurders- en passagierskaarten op basis van het ingetrokken Besluit invalidenparkeerkaarten. Geadviseerd wordt om na te gaan of het beleid afgestemd dient te worden op de nieuwe Regeling GPK.
Afhankelijk van de plaatselijke situatie en het door de gemeente gevoerde beleid (parkeerdruk, parkeren op eigen terrein e.d.), kan dus een gehandicaptenparkeerplaats worden toegekend aan personen die niet voor een GPK in aanmerking komen, maar wel een beperking hebben in hun mobiliteit. -
Op grond van het bepaalde in artikel 50 van het BABW is het verboden misbruik te laten maken van de GPK. Wanneer misbruik is geconstateerd kan het gezag dat de GPK heeft afgegeven de kaart ongeldig verklaren (art. 53, derde lid, van het BABW). In artikel 54 van het BABW is bepaald dat de GPK dan zo spoedig mogelijk moet worden ingeleverd. Het niet zo spoedig mogelijk op de juiste wijze inleveren van de ongeldige GPK is een strafbaar feit (artikel 59 BABW). Of een GPK ter plekke in beslag mag worden genomen is een vraag voor Justitie/Politie.
-
Op grond van art. 54 van het BABW moet degene die een na het overlijden van de houder van de GPK deze kaart in zijn bezit heeft de GPK zo spoedig mogelijk inleveren bij het gezag (de gemeente) dat de GPK heeft verstrekt. Overtreding van art. 54 BABW is een strafbaar feit ogv. art. 59 BABW.
Procedure die gevolgd zou kunnen worden:
Eerst schriftelijk verzoek aan betreffende persoon die de GPK in bezit heeft om deze voor een bepaalde datum in te leveren bij de gemeente. Bij geen gevolg aan dit verzoek: schriftelijk nog een laatste kans geven + wijzen op gevolg bij niet inleveren: proces-verbaal door politie + inbeslagname door politie. Wanneer ook geen gevolg aan 2e verzoek: door politie proces-verbaal laten opmaken + GPK in beslag laten nemen. -
Het aantal te verstrekken GPK’s is afhankelijk van het aantal bewoners in relatie met het aantal voertuigen dat de instelling tot haar beschikking heeft voor het vervoer van die bewoners. Hoofdzakelijk zal het gaan om “busjes” die de instelling heeft voor collectief vervoer.
De GPK mag evenwel ook worden gebruikt voor het individueel vervoer. De directeur van de instelling dient er uitdrukkelijk op te worden gewezen dat bij misbruik van de kaart deze door de gemeente ongeldig kan worden verklaard (artikel 53, derde lid BABW). -
In de stukken die bij de ledenbrief zijn gevoegd zit een kopie van de regeling waarin inderdaad het tweede lid ontbreekt. Bij de publicatie in de Staatscourant is deze omissie rechtgezet (Het derde lid is vernummerd tot tweede lid).
-
Nee. In de wet- en regelgeving m.b.t. de GPK is geen identificatieplicht opgenomen. In de Wet op de identificatieplicht is hierover ook niets opgenomen, ook niet voor de keurend arts. Bij de aanvraag dient ten minste één pasfoto te worden ingeleverd (aanvraagformulier CIB gaat uit van twee pasfoto’s). De keurend arts kan de pasfoto, wanneer deze met het dossier meegaat, vergelijken met de te keuren persoon. Bij twijfel kan de arts de aanvrager verzoeken zich te ligitimeren, dan wel zijn twijfel melden aan de gemeente.
-
Sinds november 2011 is er een registratie van alle GPK’s operationeel. De VNG roept gemeente op om hier gebruik van te maken. Op deze manier kan fraude met GPK’s voorkomen worden. Voor meer informatie hierover kan men contact opnemen met de RDW. (zie: RDW, Servicehuis Parkeren)
-
Ja. Op grond van het bepaalde in artikel 6 van de regeling GPK kan een buitenlander die in het bezit is van een kaart met een rolstoelsymbool daarvan ook in Nederland gebruik maken.
-
Een client in een instelling kan inderdaad ook een eigen individuele GPK aanvragen. De client kan in sommige gevallen ook door bijvoorbeeld familieleden vervoerd worden, en dan is dus een eigen kaart nodig. Bovendien kan het voorkomen dat clienten al een GPK hebben en dan in een instelling terecht komen. Dit is geen probleem.
-
Nee, in de wetgeving is daarover niets geregeld. Overigens kunnen gehandicapten ook gebruik maken van autodate voertuigen, dan wel van leen- of huurauto’s. Iemand die dus niet voldoet aan de strenge criteria voor een passagierskaart kan dan ook een bestuurderskaart aanvragen en daar oneigenlijk (als passagier) gebruik van maken. Dit oneigenlijk gebruik kan alleen maar worden voorkomen door handhaving (bestuurlijke handhaving).
-
Gelet op het bepaalde in artikel 4:6 van de Algemene wet bestuursrecht is dat mogelijk wanneer zich nieuwe feiten of omstandigheden voordoen die ten tijde van de eerdere aanvraag niet bekend waren.
-
Aangezien de GPK een EU model is en de Nederlander niet meer in de GBA van zijn voormalige woonplaats is ingeschreven dient hij de GPK in zijn huidige woonplaats aan te vragen op basis van de daar geldende regelgeving. De Nederlandse wetgeving biedt hiervoor geen faciliteiten.