Algemeen
-
Artikel 35 van de Wet op de lijkbezorging geeft aanwijzingen met betrekking tot tijden waarop begraven kan worden. De gemeente mag de tijden bepalen waarop bezoek is toegestaan op de begraafplaats. Praktisch gezien zal er in ieder geval op werkdagen en zaterdagen gelegenheid tot bezoek zijn .
-
Er zijn geen uniforme tarieven voor lijkschouwing. GGD Nederland is wellicht op de hoogte van gemiddelde tarieven bij gemeenten.
Algemeen en gezondheidszorg
-
Informatie over COA locaties, aantallen kinderen, opvang en gezondheidszorg is te vinden op: www.coa.nl. Hier is ook de factsheet Gezondheidszorg voor asielzoekers te vinden.
-
GGD GHOR NL is contractpartner van het COA voor groepsgewijze gezondheidsvoorlichting en opvoeding. Opvoeden in Nederland kan één van de thema’s zijn. Opvoedondersteuning is een begrip dat veel aspecten kent. De GGD geeft voorlichting over opvoeding in NL, maar dat is geen ondersteuning. Een JGZ verpleegkundige kan individuele opvoedondersteuning geven, maar beperkt; binnen haar functie.
Het BAMBOO programma van GZA is een GGZ-preventieprogramma voor asielzoekers op vrijwel alle COA-locaties in Nederland. Het programma bestaat uit een training van vijf groepsbijeenkomsten die elk twee uur duren. De POH-GGZ van GZA leidt de bijeenkomsten. Bewoners krijgen tijdens deze training inzicht in hun persoonlijke sterke eigenschappen en leren hoe zij deze kunnen inzetten wanneer zij psychische klachten ervaren. Indien er meer zorg nodig is, wordt uitgelegd hoe iemand deze zorg kan krijgen.
- BAMBOO (GZA)
Ambtseed
-
De tekst van de eed of gelofte ligt vast in artikel 14 van de Gemeentewet. In de rechtspraak wordt helder dat, behalve de keuze tussen eed of gelofte, de betreffende teksten woordelijk dienen te worden uitgesproken. De woordelijke tekst op zich kan dus niet worden gewijzigd (overigens kan de tekst wel worden aangevuld, zie hiervoor NEV, Kamerstukken II, 19836, nr. 15 p. 27). Belangrijk is namelijk dat er geen twijfel mag ontstaan over de oprechtheid waarmee het lid zich aan de eed of verklaring gebonden acht.
Indien de de volledige en wettelijk vastgelegde teksten woordelijk worden aangehouden doet het veranderen van de volgorde waarin de onderdelen (voorlezen van de bijbehorende teksten door de voorzitter enerzijds en het afleggen van de eed of verklaring door de beëdigde anderzijds) van de ambtseed wordt uitgesproken, de beëdiging geen geweld aan. In jurisprudentie is geen grond te vinden voor het tegendeel.
-
Als sprake is van een verspreking heeft dat niet altijd consequenties voor de geldigheid van de eedsaflegging. Als bijvoorbeeld per ongeluk twee woorden worden omgedraaid of een woord wordt vergeten door de persoon die de eed aflegt, dan is sprake van een vormgebrek. De eed is dan gewoon rechtsgeldig. Als men iets anders uitspreekt met de intentie af te wijken van de officiële tekst dan kan de eed als niet rechtsgeldig worden beschouwd vanwege een materieel gebrek. Dhr. Elzinga heeft over dit onderwerp een paar jaar geleden een column geschreven in Binnenlands Bestuur. Degene die de eed afneemt dient dit met de juiste bewoordingen te doen, hoewel een toevoeging niet altijd consequenties hoeft te hebben. De eed kan het beste worden overgedaan in de eerstvolgende raadsvergadering. Zolang een wethouder de eed nog niet heeft afgelegd kan hij zijn functie nog niet uitoefenen, zie art. 41a lid1 Gemeentewet.
-
Beëdiging langs elektronische weg in een fysieke raadsvergadering is niet mogelijk. Raadsleden kunnen immers niet langs elektronische weg deelnemen aan een fysieke vergadering.
-
De tekst van de af te leggen eed of verklaring en belofte is voor volksvertegenwoordigers en bestuurders ligt vast in artikel 14 van de Gemeentewet. Indien iemand om bepaalde redenen niet de eed wil afleggen, dan kiest hij of zij voor de belofte. De tekst kan dus niet worden gewijzigd maar volgens de Kamerstukken wel worden aangevuld (NEV, Kamerstukken II, 19836, nr. 15 p. 27). In deze Kamerstukken wordt aangegeven dat een toevoeging aan de eed niet tot ongeldigheid daarvan hoeft te leiden.
De volgende jurisprudentie is opgenomen in Tekst en Commentaar op de Gemeentewet: Artikel 14 ''kent een keuzevrijheid tussen enerzijds de eed, met een bevestiging van religieuze inhoud, en anderzijds de verklaring en belofte. De rechtsgevolgen van het afleggen van de eed dan wel de verklaring en belofte zijn identiek. Gelet hierop legt artikel 14 van de Gemeentewet geen met artikel 9 EVRM strijdige verplichting op aan degene die bezwaar heeft tegen de religieuze bevestiging van de eed of de wettelijke formulering daarvan (ABRvS 16 januari 2002, LJN AL2379, AB 2002/77).'
APV
-
Het college van B en W kan een bepaald gebied aanwijzen waarin het verboden is alcoholhoudende drank te nuttigen of aangebroken flesjes en blikjes met dergelijke drank bij zich te hebben. Dit staat in de Model-APV, Artikel 2:48 Hinderlijk drankgebruik. Dit verbod geldt uiteraard niet voor terrassen die deel uitmaken van een horecabedrijf, of voor een evenement waarbij van gemeentewege op grond van artikel 35 van de Drank en Horecawet toestemming is verleend om op de plaats waar dat evenement zich afspeelt alcoholhoudende drank te verstrekken. Er moet een duidelijk omschreven gebied aangewezen worden. Het kan bijvoorbeeld gaan om het uitgaansgebied in het centrum of een park of plein waar regelmatig overlast veroorzaakt wordt.
Het is niet mogelijk het grondgebied van de hele gemeente aan te wijzen. Er moet namelijk wel een concrete aanleiding zijn waarom een bepaald gebied aangewezen wordt. Een gebied kan worden aangewezen als gerechtvaardigde vrees bestaat voor aantasting van de openbare orde, of de openbare orde is al aangetast. Als dat geldt voor het hele grondgebied van de gemeente is het stadium van hinderlijk drankgebruik allang gepasseerd, en heeft de burgemeester zijn noodbevoegdheden uit de Gemeentewet nodig. Daarnaast zou het college bij een algemeen verbod elk alcoholgebruik op de openbare weg, ook van goedwillende personen, verbieden. Daarmee zou er geen evenredigheid meer zijn tussen middel en doel, en dat zou in strijd met artikel 3:4, van de Awb. Dit geldt ook voor een verbod om onaangebroken flesjes en blikjes bij zich te hebben, waar met enige regelmaat naar wordt gevraagd. Het gaat de autonome verordenende bevoegdheid van de gemeente te boven om te bepalen dat het verboden is ongeopende flesjes alcoholhoudende drank bij zich te dragen.
APV feitcodes
-
Het Openbaar Ministerie stelt het Feitenboekje beschikbaar. In dit Feitenboekje is een trefwoordenregister opgenomen waarin onderdelen van de APV worden gekoppeld aan feitcodes. U kunt het Feitenboekje raadplegen via de volgende link: https://www.om.nl/onderwerpen/feiten-en-tarieven/
Arbeidsvoorwaarden gemeenten
-
Gemeenten moeten op dit moment alles op alles zetten om hun dienstverlening op orde te houden richting burgers, dat vereist flexibiliteit van zowel de werkgever als van medewerkers. In de meeste gevallen beschikken medewerkers over middelen om thuis hun werk te kunnen doen.
Indien er medewerkers zijn die niet over een thuiswerkplek beschikken, is het aan gemeenten zelf om de afweging te maken om dit te faciliteren als de gemeentelijke dienstverlening daarbij gebaat is of als dit zelfs essentieel is. In het geval een medewerker thuis zit en niet kan werken wegens gebrek aan een thuiswerkfaciliteit, kan een werkgever bij buitengewone omstandigheden een medewerker verplichten om tijdelijk andere werkzaamheden te verrichten, als die werkzaamheden bijdragen aan de taken van de werkgever in die buitengewone omstandigheden. Dit staat in artikel 11.6 cao gemeenten en cao sgo.
Uiteraard moeten de medewerkers wel toegerust zijn op hun tijdelijke taak en moet de werkgever rekening houden met de persoonlijke omstandigheden van de medewerker. De coronapandemie en de overheidsmaatregelen vormen een buitengewone omstandigheid. De taken die de werkgever in de buitengewone omstandigheden heeft, kunnen liggen in het bestrijden van de crisis, de gevolgen van de crisis of in de continuïteit van essentiële taken.
-
In dit geval verwijst de VNG naar informatie van de Rijksoverheid en het RIVM. Voor advies op maat adviseren wij contact op te nemen met de GGD waar uw gemeente onder valt.