Financiën
-
Ja, dit bedrag komt bovenop de reguliere RSU JGZ uitkering. De RSU JGZ is bestemd voor financiering van het uniform deel van het BTP JGZ, deze additionele middelen zijn bestemd voor preventief jeugdbeleid.
-
De decentralisatie-uitkering kent geen oormerking. Wel is het bedrag van de uitkering herkenbaar voor gemeenten.
-
Ja, mits de gezinscoaches worden ingezet bij een interventie uit de lijst van het NIZW (zie 7).
-
De middelen voor het extra contactmoment zijn overgeboekt naar het Gemeentefonds en worden met ingang van januari 2013 aan gemeenten ter beschikking gesteld. In de septembercirculaire van het Ministerie Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties zijn gemeenten over de verhoging van het beschikbare bedrag geïnformeerd.
-
Het Rijk vraagt gemeenten nadrukkelijk erop toe te zien dat alleen volgens het NIZW bewezen effectieve interventies worden gebruikt.
-
Structureel.
Financiering toezicht
-
Er is 4 miljoen beschikbaar voor toezicht op peuterspeelzalen en 1 miljoen voor voorschoolse educatie. In de september circulaire van 2009 van het ministerie van BZK is de verdeling bekend gemaakt.
Financiering VVE
-
Volledige vraag
Waarom moet een kinderopvangorganisatie die subsidie van de gemeente krijgt voor bijvoorbeeld VVE of voor plaatsen die de gemeente voor peuters inkoopt een gescheiden boekhouding voeren?Antwoord
Publieke en private middelen moeten gescheiden worden opgenomen in de boekhouding van de kinderopvangorganisatie, omdat een gemeentelijke subsidie niet mag leiden tot marktverstoring in de kinderopvang.De kinderopvang is een marktsector en een publieke subsidie kan zorgen voor een oneerlijke concurrentiepositie. Europese regels verbieden staatssteun, omdat dit ondernemeingen zodanig begunstigt dat de mededinging op de Europse markt wordt belemmerd. De publieke subsidie mag in geen geval worden gebruikt voor de private activiteiten van de organisatie.
Meer informatie
- Handreiking Harmonisatie Voorschoolse voorzieningen voor gemeenten
(VNG april 2010, pdf) Pagina 36 - 'Alert blijven op machtsverstoring door subsidies' - Bestuurlijk-juridische vormgeving samenwerking kinderopvang, peuterspeelzalen en scholen
(website Berenschot)
- Handreiking Harmonisatie Voorschoolse voorzieningen voor gemeenten
Fracties
-
Op grond van artikel 33 Gemeentewet dient elke gemeente regels te stellen omtrent ambtelijke bijstand en fractieondersteuning. Daartoe stelt de VNG de modelverordening Model Verordening ambtelijke bijstand en fractieondersteuning 2018 beschikbaar. Ingevolge artikel 7 van deze modelverordening verstrekt de raad een fractie jaarlijks een financiële bijdrage ter ondersteuning van het functioneren van de fractie. Gemeenten stellen zelf de hoogte van de vaste en variabele financiële bijdrage per raadszetel vast. De hoogte van het totale budget voor fractieondersteuning wordt door de raad in de gemeentebegroting opgenomen. De VNG heeft voor het vaststellen van deze bedragen geen richtlijnen, maar geeft in de verordening slechts algemene regels. Voor referentiepunten bij het vaststellen van de hoogte van de bijdragen kan wellicht gekeken worden naar andere, vergelijkbare gemeenten. Wij attenderen u er graag op dat u met betrekking tot deze vraag ook contact kunt opnemen met de griffier in uw gemeente. Hij of zij is in de regel goed op de hoogte van de plaatselijke situatie en kan u op basis daarvan een op maat gesneden advies geven. De betreffende modelverordening is te vinden in de Databank Decentrale Regelgeving onder het kopje ‘Bestuur en recht’. Om van deze databank gebruik te kunnen maken, moet uw gemeente geabonneerd zijn op deze databank. Voor uw als raadslid is het het meest handig om uw griffie hiernaar te vragen.
-
Betalingen door de overheid gebeuren in beginsel door storting op een bankrekening die de schuldeiser daartoe heeft aangewezen, en alleen bij uitzondering contant (4:89, lid 1 Awb). In de Verordening op de ambtelijke ondersteuning van uw gemeente is o.g.v. art 33, derde lid Gemeentewet een regeling opgenomen hoe de fracties verantwoording moeten afleggen aan de raad en dat daarvoor een administratie moet worden bijgehouden (zie art 13 en 14 van onze modelverordening uit 2018). Het is daarom het meest praktisch dat de fracties een bankrekening openen op naam van de fractie en die te gebruiken voor de fractievergoeding. Anders zou de privérekening van bijvoorbeeld een lid van de fractie gebruikt moeten worden. Dat maakt het lastig om een goed overzicht bij te houden van de uitgaven en de inkomsten. Ook kan er dan uiteraard een probleem ontstaan als deze rekeninghouder uit de fractie en/of de raad vertrekt. Het is echter niet verboden om het op deze manier te regelen.
-
Een fractievoorzitter is niet nader gedefinieerd in de Gemeentewet, maar wordt geacht de fractie van zijn politieke stroming in de gemeenteraad te leiden. Voorwaarde daarvoor is dat een fractievoorzitter een gekozen lid is van de gemeenteraad. De Gemeentewet en de daarop gebaseerde verordeningen gaan uit van het feit dat een fractievoorzitter van een politieke partij lid is van de gemeenteraad. Anders wordt het lastig om de desbetreffende fractie in de raad voor te zitten.
-
De grondslag voor de verordening ambtelijke bijstand en fractieondersteuning is te vinden in artikel 33 gemeentewet:
- De raad en elk van zijn leden hebben recht op ambtelijke bijstand.
- De in de raad vertegenwoordigde groeperingen hebben recht op ondersteuning.
- De raad stelt met betrekking tot de ambtelijke bijstand en de ondersteuning van de in de raad vertegenwoordigde groeperingen een verordening vast. De verordening bevat ten aanzien van de ondersteuning regels over de besteding en de verantwoording
In artikel 14 van de verordening ambtelijke bijstand en fractieondersteuning wordt het volgende bepaald:
Artikel 14. Verantwoording, controle en vaststelling financiële bijdrage
1. Een fractie legt uiterlijk drie maanden na het einde van een kalenderjaar aan de raad verantwoording af over de besteding van de financiële bijdrage gedurende het vorige kalenderjaar, onder overlegging van een verslag.
Variant 1 (controle verslag door accountant)
2. De accountant die belast is met de controle van de jaarrekening van de raad controleert het verslag en brengt advies uit aan de raad.
3. De raad stelt na ontvangst van het advies van de accountant de hoogte vast van:
- a. de financiële bijdrage;
- b. het te verrekenen verschil tussen de vastgestelde financiële bijdrage en het ontvangen voorschot;
- c. de wijziging van de reserve, en
- d. de resterende reserve.
Variant 2 (controle verslag door raad)
2. De raad stelt na controle van het verslag de hoogte vast van:
- a. de financiële bijdrage;
- b. het te verrekenen verschil tussen de vastgestelde financiële bijdrage en het ontvangen voorschot;
- c. de wijziging van de reserve, en
- d. de resterende reserve.
De toelichting op het artikel bepaald dat :
Artikel 14. Verantwoording, controle en vaststelling financiële bijdrage
Na controle van het door de fractie opgestelde verslag waarmee de besteding van de financiële bijdrage wordt verantwoord, stelt de raad de hoogte van de financiële bijdrage voor de betreffende fractie vast. Daarmee ontstaat een onvoorwaardelijke aanspraak op het vastgestelde bedrag. Omdat dit bedrag af kan wijken van het verstrekte voorschot – en er dus mogelijk een verrekening dient plaats te vinden – wordt tevens de hoogte van het te verrekenen verschil tussen de vastgestelde financiële bijdrage en het ontvangen voorschot vastgesteld. Als het verleende voorschot lager is dan de vastgestelde financiële bijdrage, dan wordt het resterende bedrag alsnog uitbetaald. Als het verleende voorschot hoger is dan de vastgestelde financiële bijdrage, dan kan het onverschuldigde bedrag overeenkomstig artikel 4:57, eerste lid, van de Awb teruggevorderd worden. De beslissing tot terugvordering is – evenals het besluit waarmee de financiële bijdrage wordt vastgesteld – een voor bezwaar en beroep vatbaar besluit.
Voorts wordt vastgesteld de hoogte van de wijziging van de reserve en van de resterende reserve (deze kan voor één of beide uiteraard ook nul bedragen). Daarnaast wordt, indien van toepassing, de hoogte van de terugvordering van de ontvangen voorschotten vastgesteld.
Omdat de beslissing tot terugvordering evenals het besluit waarmee de financiële bijdrage wordt vastgesteld – een voor bezwaar en beroep vatbaar besluit is moet deze worden genomen door een bevoegd bestuursorgaan. De voorzitter van de raad is niet als zodanig aan te merken, maar de raad wel. Het is dus niet mogelijk dat de financiële bijdrage en ontvangen voorschot door de voorzitter van de raad wordt vastgesteld.