Wet banenafspraak
-
Een veel gebruikt instrument om nieuwe banen te creëren is functiecreatie/jobcarving. Bij functiecreatie worden bedrijfsprocessen efficiënter georganiseerd door de werkzaamheden opnieuw te verdelen. Dit gebeurt door werkprocessen te analyseren, relatief eenvoudige taken af te splitsen en deze taken samen te voegen tot nieuwe duurzame banen. Zo doet gekwalificeerd personeel het werk waarvoor het is opgeleid en worden elementaire taken uitgevoerd door mensen met afstand tot de arbeidsmarkt. Professionals die werkgevers hierin adviseren noemen we jobcreators, deze werken vanuit UWV, Gemeenten en SW bedrijven en kunnen meestal kosteloos onderzoek doen binnen de organisatie. Daarnaast zijn er ook commerciële partijen op de markt ten behoeve van ondersteuning en/of onderzoek.
-
In het kader van de Wet banenafspraken heeft het Werkgeverservicepunt (WSP) een belangrijke rol om werkgevers te helpen. Een WSP is een samenwerking van gemeenten, UWV, onderwijsinstellingen, kenniscentra en andere partijen. Bij een werkgeversservicepunt krijgt u onder andere informatie en ondersteuning als u iemand aan wilt nemen die valt onder de banenafspraak. Elk WSP heeft een contactpersoon Overheid en Onderwijs. Een actueel overzicht van de contactpersonen bij het WSP vindt u op de website: https://www.werk.nl/werk_nl/werkgever/wervingsadvies/werkgeversservicepunt/regio/contact
Voor participatieadvies kunt u ook terecht bij het UWV: https://www.uwv.nl/werkgevers/werknemer-met-uitkering/werknemer-heeft-wajong-of-valt-onder-participatiewet/detail/banenafspraak-en-quotumwet.
-
Als gemeenten mensen beschut werk willen aanbieden, dan dient dit op verzoek van de gemeenten eerst door het UWV beoordeeld te worden. Degenen die van het UWV het advies beschut werk krijgen, vallen niet onder het doelgroepenregister. Beschut werk is een voorziening onder de Participatiewet, maar de beschutte werkplekken tellen niet mee als extra baan voor de banenafspraak. Mensen met Wsw-indicatie (oud) zijn wel opgenomen in het doelgroepenregister. Als zij in een begeleidwerk-plek werken, of vanuit het sw-bedrijf worden gedetacheerd bij een reguliere werkgever, tellen deze plaatsingen (soms onder de herbezettingsvoorwaarde voor beschut werk) wel mee voor de banenafspraak.
-
De Wet banenafspraak en quotum arbeidsbeperkten bestaat uit twee onderdelen: de banenafspraak op landelijk niveau voor de sector overheid en de sector markt en een quotumheffing op het niveau van de individuele werkgever. Er wordt dus verschillend gemeten. In 2016 wordt voor het eerst beoordeeld of er tot en met 2015 voldoende extra banen zijn gerealiseerd. De resultaten van de zogenoemde één-meting worden rond de zomer van 2016 bekend. Als een sector niet genoeg banen heeft gerealiseerd, kan het kabinet in overleg met sociale partners en de VNG besluiten de quotumregeling te activeren. Mocht de Quotumregeling worden ingevoerd dan krijgen werkgevers met 25 of meer werknemers hiermee op zijn vroegst in 2017 hiermee te maken. Heeft een werkgever het jaarlijks te bepalen percentage van het totaal aantal verloonde uren niet gehaald, dan dient de werkgever per niet ingevulde arbeidsplaats van 25,5 uur moet de werkgever een heffing van € 5000 betalen. Voor gedeeltelijk niet ingevulde arbeidsplaatsen wordt het naar-rato beginsel toegepast.
-
Dezelfde groepen als de doelgroep van de banenafspraak:
- Mensen die onder de Participatiewet vallen en die niet zelfstandig wettelijk minimumloon (WML) kunnen verdienen;
- Mensen met een Wsw-indicatie;
- Wajongers met arbeidsvermogen;
- Mensen met een Wiw-baan of ID-baan;
- Leerlingen uit het vso-/pro scholen en mbo entree-opleiding na aanmelding bij het UWV;
- Extra: Mensen met een medische beperking die is ontstaan voor hun 18e verjaardag of tijdens hun studie, die zonder een voorziening geen WML kunnen verdienen, maar met een voorziening wel;
- Bij de quotumheffing tellen alle mensen uit de doelgroep mee die bij deze werkgever in dienst zijn. Dus ook de mensen die al vóór 1 januari 2013 in dienst zijn getreden of bij deze werkgever gedetacheerd waren;
- Inleenverbanden en detacheringen tellen mee op het niveau van de individuele werkgever. In tegenstelling tot de eis van de banenafspraak geldt bij mensen die vanuit de Wsw bij een werkgever zijn gedetacheerd niet de eis tot herbezetting. Alle Wsw-detachering tellen mee voor de quotumheffing;
- Bij ontslag tellen de uren die mensen uit de doelgroep in die periode tot hun ontslag op de extra banen gewerkt hebben, mee om vast te stellen of een werkgever aan het quotumpercentage voldoet. Deze mensen blijven ook na hun ontslag behoren tot de doelgroep.
Wet meldcode - (gebruik) gemeentelijke meldcode
-
Dit is niet wettelijk verplicht. Het hangt af van de situatie in uw eigen gemeente. In de gemeente Hengelo is de meldcode voorgelegd aan het college van B&W.
-
Beiden. De organisaties hebben zelf een verantwoordelijkheid in deze voor hun werknemers. De gemeente Hengelo heeft een netwerklunch georganiseerd, gewijd aan het onderwerp “de Meldcode”. Hiervoor zijn, naast interne medewerkers, werknemers van Wmo-organisaties uitgenodigd. Bij deze bijeenkomst waren zo’n 100 mensen aanwezig.
-
In de wet meldcode is een meldrecht voor huiselijk geweld en kindermishandeling opgenomen. Dit houdt in dat u, ook zonder toestemming van de cliënt, informatie mag verstrekken aan Veilig Thuis en een melding mag doen. Uitgangspunt is wel dat, bijvoorbeeld tijdens het gesprek met de cliënt, wordt geprobeerd toestemming te krijgen.
-
Een geheimhoudingsplicht kan op grond van de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo 2015, artikel 5.2.6) worden doorbroken om een melding te doen bij Veilig Thuis als dat nodig is om een situatie van kindermishandeling of huiselijk geweld te beëindigen of een redelijk vermoeden daarvan te onderzoeken. Dit geldt ook voor de geheimhoudingsplicht in de Participatiewet.
-
Ouderenmishandeling is een vorm van huiselijk geweld en valt dus onder de wet meldcode.
-
Het is in principe toegestaan om bepaalde stappen over te laten aan medewerkers van een andere organisatie. Beide organisaties blijven verantwoordelijk voor het goed doorlopen van alle stappen van de meldcode. Het ligt niet voor de hand om het gesprek over te dragen aanVeilig Thuis. Veilig Thuis gaat meestal pas na melding met de cliënt in gesprek. Natuurlijk kan Veilig Thuis wel adviseren over onder andere de wijze waarop het gesprek kan worden gevoerd.
-
Dit is in principe mogelijk. De verstrekking van BRP-gegevens voor de kindcheck moet dan worden geregeld bij of krachtens een gemeentelijke verordening.