Op deze pagina vindt u veelgestelde vragen en antwoorden over onderstaande onderwerpen. De vragen zijn per onderwerp genummerd. Om die reden vindt u de nieuwste vragen onderaan het onderwerp. Mocht er een nummer ontbreken, dan is deze vraag inmiddels vervallen. 

Onderwijs, nood- en kinderopvang

3. Hoe zit het met de financiering van de noodopvang vanaf 11 mei?
De noodopvang wordt vanaf 11 mei 2020 niet meer volledig met gesloten beurzen uitgevoerd. Dat kan ook niet, omdat de dagopvang en gastouderopvang weer regulier open gaan en BSO ook weer opengaat in aansluiting op de schooldagen. Daarom is de financiering van de noodopvang bij de gemeenten belegd. Het Rijk heeft hiervoor middelen gereserveerd voor gemeenten. Er wordt nog uitgewerkt hoe en wanneer dit geld beschikbaar wordt gesteld.

Welke kosten worden door gemeenten gefinancierd? Als er noodopvang overdag nodig is en die kan binnen bestaande groepen worden geboden (bijvoorbeeld omdat er toch een aantal kinderen niet komt of er nog ruimte in de groep was) dan vindt die noodopvang nog met gesloten beurzen plaats. Alle noodopvang waarbij extra personeel, extra ruimte enzovoort nodig is buiten het normale aanbod van de locaties, wordt door de gemeente gefinancierd uit de hiervoor door het Rijk gereserveerde middelen.

 

6. Nu de scholen weer open zijn, betekent dit dan ook dat de leerplicht weer gaat gelden? En hoe zit dat met kwetsbare kinderen in het bijzonder?

Nu de scholen weer open zijn, betekent dit dat de leerplicht weer gaat gelden. Lees daarover meer op de website van Ingrado. Medewerkers die vanwege een kwetsbaar gezinslid niet kunnen of willen, bespreken met de directeur of het schoolbestuur wat haalbaar is, hetzelfde geldt voor leerlingen.

 

7. Wanneer scholen alle kinderen elke dag laten komen (allemaal een halve dag), welke kinderen mogen er dan naar de BSO?
Opvang volgt school. Dit houdt in dat kinderen, waarvan de ouders een contract met een BSO hebben, na reguliere schooltijd naar de BSO kunnen. Het aantal uren dat een kind kan worden opgevangen, is afhankelijk van (de omvang van) het contract. Het is van belang dat de school hierover afspraken maakt met de BSO. De ruimte voor een BSO om zich aan te passen aan de school is beperkt, onder andere omdat BSO’s vaak met meerdere scholen samenwerken en zij hun uren opvang niet zomaar kunnen uitbreiden. De BSO dient zich ook te houden aan de eisen uit de Wko (BKR, maximum groepsgrootte, etc) en het aantal kinderen mag niet groter mag niet groter worden dan het aantal kindplaatsen waarvoor toestemming tot exploitatie is gegeven School kan een oplossing realiseren voor de tijd die tussen het ochtend deel en de reguliere starttijd van de BSO ligt. Hiervoor komen geen extra middelen beschikbaar.

 

9. Hoe komt het geld voor de noodopvang bij gemeenten terecht?
Gemeenten worden gecompenseerd voor de kosten van de noodopvang. Het Rijk heeft hier middelen voor gereserveerd. Over de wijze waarop en wanneer dit gebeurt vindt overleg plaats tussen de VNG en het Rijk. Dat geldt ook voor de vraag hoe financiële verantwoording plaatsvindt. Met het oog hierop worden gemeenten geadviseerd om de kosten voor de noodopvang goed bij te houden en te administreren (welke kosten worden waarvoor gemaakt).


 

12. Wat zijn de mogelijkheden voor inhaalprogamma’s zoals zomerscholen en wat kunnen gemeenten daarin doen?
Scholen kunnen vanaf 2 juni 2020 maken van een subsidieregeling voor een facultatief onderwijsaanbod buiten het reguliere programma. Dit is onderdeel van een steunpakket voor het onderwijs. Gemeenten kunnen schoolbesturen stimuleren om subsidie aan te vragen, met name voor scholen met veel leerlingen met een risico op achterstanden. In overleg met de partners kan de gemeente zorgen dat er zo veel mogelijk wordt aangesloten bij bestaande activiteiten en samenhang tussen nieuwe initiatieven.  

Terug naar boven

Participatie / werk en inkomen

1. Hoe kunnen gemeenten bedrijven helpen om vraag en aanbod op de arbeidsmarkt samen te brengen?
Werkgevers kunnen met hun vraag naar personeel naar het platform www.NLwerktdoor.nl gaan. Het platform geleidt de vraag van werkgevers door naar 1 van de 35 regionale werkgeversservicepunten (WSP’s), een samenwerkingsverband tussen UWV, gemeenten en SW-bedrijven in de arbeidsmarktregio. Het WSP maakt vervolgens een match tussen een openstaande vacature en mensen die werkloos zijn geraakt. Dit gebeurt in samenwerking met de uitzendbranche. Ook onderwijspartners en kenniscentra zijn relevante partners hierbij. Zo blijft Nederland aan het werk, en helpen we mensen en bedrijven.

Terug naar boven

Wmo

1. Wordt er gewerkt aan scenario’s rond de coronacrisis voor de middellange en lange termijn?
De minister van VWS heeft opdracht gegeven aan de Directeuren Publieke Gezondheid (DPG) om op regionaal niveau met de verschillende partners en Veiligheidsregio zorgplannen te maken. Het gaat daarbij om zaken zoals vroegsignalering en advanced care planning, het realiseren van (tijdelijke) zorglocaties (waaronder coronacentra) voor het bieden van cohortverpleging en een coördinatiepunt voor toeleiding van kwetsbare patiënten naar de juiste zorg op de juiste plek. 

Het organiseren van de informatie-uitwisseling binnen de regio en bovenregionaal/landelijk over de beschikbare capaciteit aan niet-ziekenhuisbedden in verband met deze crisis maakt ook deel uit van de aanpak. Ook de verdeling van het zorgpersoneel en de persoonlijke beschermingsmiddelen komt aan de orde.

De DPG'en moeten deze acties coördineren, het ligt voor de hand dat hierover niet alleen met de regionale zorgpartners maar ook met andere gemeentelijke diensten en afdelingen afspraken gemaakt moeten worden. 

Over deze activiteit kunt u het best contact opnemen met uw eigen GGD / DPG en/of uw eigen veiligheidsregio.

 

3. Wat betekent de routekaart voor mensen met een kwetsbare gezondheid voor de afbouw van maatschappelijke opvang?
In deze routekaart staat kort en bondig, dat we per 1/6 a.s. kunnen overgaan tot ‘maximaal opschalen binnen RIVM-richtlijn’. VNG is in overleg met het Rijk en andere partijen aan het uitwerken wat dit betekent voor de afbouw van maatschappelijke opvang.  Er wordt nagedacht over de afbouw van de opvang van niet-rechthebbenden , mits dat op een verantwoorde manier kan.  Verder heeft de VNG bij het Rijk er aandacht voor gevraagd

  • dat vooral in de maatschappelijke opvang na 1/6 de situatie niet terug kan naar normaal, als we de 1,5 meter respecteren
  • dat gemeenten daar ook de komende maanden nog extra kosten voor zullen maken
  • dat de extra voorzieningen, die gemeenten de afgelopen maanden hebben ingehuurd (denk aan hotels en sporthallen), steeds vaker niet meer beschikbaar zullen zijn
  • of niet meer beschikbaar zijn tegen de voorwaarden die de afgelopen tijd golden.

 

4. Met welke stappen worden de corona maatregelen versoepeld voor mensen met een kwetsbare gezondheid?
Voor het veilig opschalen van de sociale contacten voor mensen met een kwetsbare gezondheid zijn zogenaamde routekaarten opgesteld. Hiermee wordt meer ruimte geboden voor bezoek, zowel thuis als bij instellingen, en voor het opschalen van de zorg en ondersteuning. Het Rijk heeft de routekaarten opgesteld in overleg met de organisaties die zorg en ondersteuning bieden.

Uiteraard blijven hierbij de algemene hygiëne-adviezen van het RIVM gelden en dient men niet op bezoek te gaan als bezochte persoon dan wel de bezoeker(s) klachten heeft of met COVID-19 is besmet.

 

5. Kunnen mensen die niet in opdracht van of in dienst van een zorgaanbieder werken, persoonlijk beschermingsmiddelen krijgen?
Ja, dat kan als de persoon waarvoor gezorgd wordt (symptomen heeft van) corona en de afstand van 1,5 meter niet kan worden aangehouden bij de zorgverlening. Dit geldt voor mantelzorgers, vrijwilligers in de palliatieve zorg en pgb-gefinancierde zorg Mantelzorgers, vrijwilligers in de palliatieve zorg en pgb-gefinancierde (in)formele zorgverleners, niet in dienst of werkend in opdracht van een zorgaanbieder.

Voor meer informatie kijkt u op de website van Rijksoverheid.

Terug naar boven