VNG Magazine nummer 11, 23 juni 2023
Tekst: Paul van der Zwan | Beeld: Joachim de Ruijter
Behoud van dialect is een belangrijke reden voor Waadhoeke, waar vier spreektalen worden gesproken, om een meertaligheidscoördinator aan te stellen. Dat inwoners in hun eigen dialect kunnen worden aangesproken, is goed voor het vertrouwen in de gemeente.
‘Tot ziens’, ‘oant sjen’, ‘ant kikes’ of ‘de heu’. Baliemedewerkers van Waadhoeke groeten inwoners als afscheid in achtereenvolgens het Nederlands, Fries, Bildts of Franekers, afhankelijk van de taal die of het dialect dat tijdens het onderhoud werd gesproken. En dat bepaalt de bezoeker. ‘Want taal mag geen drempel vormen in het contact tussen de gemeente en haar burgers,’ zegt Gerard de Jong, sinds anderhalf jaar meertaligheidscoördinator voor de gemeente Waadhoeke.
Meertaligheid zit volgens De Jong in het DNA van de Friezen. Dat bleek bijvoorbeeld in de aanloop naar de fusie in 2018 van Franekeradeel, Het Bildt, Menaldumadeel en vier dorpen van de voormalige gemeente Littenseradiel tot de nieuwe gemeente Waadhoeke. ‘Er was hier en daar flinke weerstand tegen die herindeling. Zo maakten inwoners van Franekeradeel en Het Bildt zich zorgen over het voortbestaan van hun dialecten. In sommige dorpen was aandacht voor meertaligheid in de nieuwe gemeente echt een voorwaarde om in te stemmen met de fusie.’
Verwoorden
Logisch dus dat Waadhoeke er in 2018 voor koos om alle ruimte te geven aan het Bildts en het Franekers. Naast het Nederlands en Fries, de tweede officiële taal in de provincie Fryslân, uiteraard. Zo hoort de gemeente haar inwoners niet alleen letterlijk beter, maar ook figuurlijk. Bewoners van Waadhoeke kunnen met vragen over zorg, welzijn of wonen bijvoorbeeld terecht bij het Gebiedsteam van de gemeente. De Jong: ‘Zij kunnen hun vraag, probleem of klacht doorgaans het best verwoorden in hun eigen taal of dialect.’ De gemeente weet dus beter wat er speelt bij de bewoners, die zij daardoor sterker aan zich bindt.
Waadhoeke borgt zijn aandacht voor het Nederlands, Fries, Bildts en Franekers in het zogeheten meertaligheidsbeleid. De kernwoorden: vertrouwd, zichtbaar en uitnodigend. De Jong: ‘Dat vertrouwen ontstaat doordat dat beleid aansluit bij de identiteit van de inwoners.’ Onder meer meertalige aanduidingsbordjes in het gemeentehuis maken het beleid zichtbaar. En de gemeente blijft inwoners stimuleren om hun dialect te gebruiken. ‘Ook nieuwkomers wijst de gemeente op het bestaan van dialecten en op de mogelijkheid om taal- en dialectcursussen te volgen.’
Het werk is uiteraard nooit af. Meertaligheid behoeft voortdurende aandacht, zo realiseerde Waadhoeke zich. De aanstelling van een meertaligheidscoördinator moet die aandacht mede waarborgen. De voormalige gemeente Het Bildt diende als voorbeeld, die financierde een taalcoördinator voor het Bildts. De gemeente kwam uit bij De Jong, die twintig jaar hoofdredacteur was van De Bildtse Post en vorig jaar de roman Blau fan dagen, griis fan ônrust schreef, in het Bildts.
Een ambtenaar in de backoffice hoeft niet viertalig te zijn
Taalcursussen
De Jong heeft Waadhoeke onder meer geholpen bij het opzetten van taalcursussen. Moeten alle ambtenaren Fries, Bildts en Franekers kunnen spreken? ‘Nee, dat geldt alleen voor medewerkers van de afdeling Burgerzaken. Een ambtenaar in de backoffice van bijvoorbeeld de afdeling Belastingen hoeft niet viertalig te zijn.’ Veel medewerkers van Waadhoeke beheersen de dialecten volgens De Jong overigens goed. Desondanks bleek uit een enquête onder medewerkers van de gemeente dat zij veel interesse hebben in cursussen Fries en dialect.
Net als veel andere gemeenten kent Waadhoeke een groot verloop onder haar medewerkers. Lang niet alle nieuwe collega’s komen uit Fryslân. ‘De gemeente vindt het belangrijk dat ook zij affiniteit hebben met de Friese taal en haar dialecten.’ Waadhoeke biedt hun, maar ook andere medewerkers, taalcursussen Fries aan en vrijblijvend ook het Bildts; voor het Franekers is nog geen cursus. ‘Het is fijn als ze eraan mee doen.’ Burgemeester Marga Waanders, die zelf niet uit Fryslân komt, gaf onlangs het goede voorbeeld met de afronding van een cursus Bildts.
Wellicht de meest zichtbare activiteit van De Jong is de organisatie van de eerste Taaldag in Waadhoeke, afgelopen februari. Op die dag werd de meertaligheid gevierd. Er was onder meer een pubquiz. Daarnaast werd die dag de eerste Taalprijs Waadhoeke uitgereikt aan Wim Aalbers, schrijver van het Franeker Woardeboek.
Ook taalorganisaties die binnen de gemeente actief zijn, kunnen overigens rekenen op de hulp van De Jong. Dan gaat het om Bildts Aigene en het Franeker Genoatskap. ‘Ik assisteer hen bij het opzetten van activiteiten en het opstellen van subsidieaanvragen bij de provincie.’
Waadhoeke volgt de werkzaamheden van De Jong met grote interesse. Maar niet alleen die gemeente is benieuwd naar zijn resultaten, dat geldt ook voor de provincie Fryslân, dat het werk van De Jong deels inhoudelijk en financieel ondersteunt. De provincie ziet dat de meertaligheidscoördinator het taalbeleid van Waadhoeke ten goede komt, aldus een woordvoerder van de provincie desgevraagd. Daarin vormt Waadhoeke een voorbeeld voor andere gemeenten. De provincie zou graag met andere Friese gemeenten afspraken maken over de aanstelling van een meertaligheidscoördinator. Zij kan gemeenten er echter niet toe verplichten. ‘We zijn nu met de gemeenten in overleg over hoe we dat kunnen vormgeven en we moeten er nog met het rijk over in gesprek.’
Dialectmaand
Meertaligheid is in Fryslân dus een groot goed. Minister Hanke Bruins Slot (Binnenlandse Zaken) noemde het taalbeleid in die provincie onlangs als voorbeeld voor Limburgse gemeenten, nadat het CDA had voorgesteld om de taalrechten voor het Limburgs wettelijk vast te leggen in het onderwijs. Bruins Slot ziet daartoe geen noodzaak. Net als Friese gemeenten kunnen gemeenten in Limburg beleid ontwikkelen om hun eigen taal te beschermen en ontwikkelen, vindt zij.
De raadsvergadering in Oldambt werd in het Gronings gehouden
Dialecten levend houden, speelt in nog meer delen van het land. Zo is al meer dan tien jaar maart in een groot deel van Oost-Nederland de dialectmaand. Ook in het Groningse Oldambt. Raadslid Mark Kalse (Partij voor het Noorden) nam het initiatief om de raadsvergadering van 14 maart in het Gronings te houden. De raad stemde in met de motie daartoe, die hij mede indiende. De motie zette degenen die geen Gronings spreken aan om in hun antwoorden minstens tien woorden Gronings te gebruiken. Kalse spreekt van een succes. ‘De burgemeester, de wethouders, van wie er twee geboren en getogen Groninger zijn, en veel raadsleden spraken die avond vrijwel louter Gronings. Ook veel insprekers spraken voor de gelegenheid in dialect.’
Het Gronings wordt weliswaar niet bedreigd, maar het is volgens Kalse geen standaard voertaal meer voor kinderen. ‘Behoud van het dialect is behoud van ons cultureel erfgoed. Daar moeten we ons hard voor blijven maken.’ Dat gebeurt in ieder geval de komende jaren, waarin de raadsvergaderingen in de maand maart weer in het Gronings worden gehouden. Veel verder hoeft het wat Kalse betreft niet te gaan, meertaligheidsbeleid als in Waadhoeke is niet nodig. ‘Dou mor gewoon den dust al gek genog, zeggen we hier dan.’
Papiamentu
De bijzondere gemeenten van Nederland kennen naast het Nederlands een tweede officiële taal. Engels op Saba en Sint Eustatius, Papiamentu op Bonaire. De positie van het Papiamentu is er niet beter op geworden sinds 2012, het jaar dat het eiland zijn nieuwe status kreeg, aldus voorzitter Elsmarie Beukenboom van de Stichting Akademia Papiamentu. ‘Papiamentu was hier ten tijde van de Nederlandse Antillen een instructietaal op de basisscholen en verplicht examenvak in het voortgezet onderwijs. Dat is niet meer zo.’ De beheersing van het Papiamentu gaat al achteruit, zo blijkt bijvoorbeeld uit de resultaten van het jaarlijkse dictee voor klassen 7 en 8 van de basisschool.
De Nederlandse regering heeft vorig jaar een voorstel ingediend om het Papiamentu te erkennen als minderheidstaal in Europa en te laten vallen onder het Europees Handvest voor regionale talen of talen van minderheden. Beukenboom vindt het belangrijk dat er enige vorm van bescherming van het Papiamentu komt. Maar volgens het advies van de Raad van State van september vorig jaar schiet het voorstel daarvoor tekort. Beukenboom: ‘Het is jammer dat het nu weer stilligt.’
Het eilandbestuur zelf gaat echter onverdroten door om de positie van Papiamentu op Bonaire te versterken. Zo heeft het een taalbeleid vastgesteld gericht op meertaligheid voor Bonaire. ‘De Akademia Papiamentu werkt momenteel aan een uitvoeringsplan voor dit taalbeleid.’