VNG Magazine nummer 11, 18 juni 2021
Tekst: Leo Mudde
VNG-voorzitter Jan van Zanen vindt dat ‘het Huis van Thorbecke’ aan renovatie toe is. ‘De afgelopen decennia werden lukraak kamertjes aangebouwd, draagbalken weggehaald, muren doorgebroken en deuren verplaatst.’
Van Zanen doelde daarmee op het ‘gebakkelei’ tussen het rijk en gemeenten. Recent culmineerde dat in een advies van een onafhankelijke arbitragecommissie die, volgens Van Zanen, ‘ons in het gelijk stelde. En volledig terecht.’
Hij verweet het rijk zich niet aan de (Gemeente)wet gehouden te hebben, omdat die bepaalt dat gemeenten genoeg geld moeten hebben om hun taken uit te voeren. Dat was de afgelopen jaren niet het geval. ‘Onze gesprekken verzandden steeds weer in getouwtrek om geld.’
Voor een vernieuwd Huis van Thorbecke, waar rijk, provincies en gemeenten onder één dak leven, had Van Zanen een plan van eisen in z’n binnenzak. Niet toevallig zijn die plannen gebaseerd op de wensenlijst van de VNG voor de formatie. Daarin staan de vier ‘sporen’ waarover een nieuw kabinet en de gemeenten het eens moeten worden: de financiën, een nieuwe visie op samenwerking, een perspectief voor de langere termijn en aandacht voor de uitvoerbaarheid van ‘Haags’ beleid.
Het gerenoveerde Huis van Thorbecke moet een thuis zijn waar mensen zich gezien en gehoord voelen, zei Van Zanen. Waar de voordeur openstaat. Die voordeur leidt tot gemeenten als eerste aanspreekpunt, en die willen het menselijke gezicht van de overheid zijn.
De VNG-voorzitter vond het tijd om de discussies, het gesoebat over bestuurlijke verhoudingen, financiën en verantwoordelijkheden, te stoppen. ‘We moeten ons nu weer gaan richten op onze taken. Als lokale politiek bedrijven vooral inhoudt dat je moet ruziën om taken en geld, dan wil niemand meer gemeenteraadslid of wethouder worden.’