VNG Magazine nummer 14, 23 september 2022
‘Anders wijs ík een vrijwilliger aan!’ We kennen allemaal de door leraren gebruikte ultieme dreiging aan een onwillige groep. Het is een uitdrukking van macht én onmacht. Uiteindelijk gaat heus iemand het doen, maar de dynamiek in de groep verslechtert er alleen maar van. Iedereen voelt aan dat er iets mis zit. Ik zie analogie met de huidige aanpak van de asielcrisis door de rijksoverheid. Eerst de leerlingen in de klas, die niet vrijwillig naar voren stappen. Wat zijn hun overwegingen?
Ten eerste hebben zij gelijk. Zij weten, veel beter dan deze leraar, wie zich meermaals heeft ingespannen. Ze weten ook wie dat nooit doet. Ze hebben gezien dat deze zwakke leraar daar nooit op ingrijpt. Natuurlijk kunnen ze het doen, maar ze vinden het niet eerlijk.
Ten tweede snappen leerlingen dat als ze bewegen, ze daar voor altijd aan vastzitten. De vraag gaat niet over nu, maar over hoe verhoudingen de komende tijd liggen. Anderen stappen dan nooit meer naar voren. En deze leraar gaat het ze ook niet vragen. Deze groepsdynamiek bestraft goed gedrag.
Ten derde ontbeert deze leraar de gunfactor. Dat is zijn eigen schuld. Is deze figuur het redden waard, vragen leerlingen zich af. Ze hebben al het nodige marchanderen met hem meegemaakt. Ze kunnen van alles doen, maar niet omdat hij het vraagt. En dus laten ze hem nog even bungelen.
Sommige gemeenten doen veel, anderen écht weinig
Dan de leraar. Groepsdynamiek is niet de schuld van de groep, maar van hemzelf. Hij heeft zich eerder inconsequent getoond (dynamiek 1). Daarnaast heeft de leraar eerdere vrijwilligers niet beloond, maar valt hij er in moeilijke momenten steeds op terug (dynamiek 2). Deze leraar maakt het zich makkelijk en gaat de strijd met de duikers in de groep niet aan. Daarmee komen we vanzelf in dynamiek 3. Geen gezag, geen gunfactor: doe het zelf maar.
Waar brengt deze analogie ons? Onder gemeenten schuilt onvrede over het duikgedrag van collega’s. Sommige gemeenten doen veel, anderen écht heel weinig. Dat is een verstikkende dynamiek, die moet eindigen.
Deze dynamiek is een gevolg van de manier waarop het rijk inconsequent en gemakzuchtig is omgesprongen met gemeenten. Ontwijkend gedrag wordt beloond, verantwoordelijk gedrag gretig in ontvangst genomen. Correctie vindt pas plaats als het al te laat is. De benarde positie van staatssecretaris Eric van der Burg is het gevolg van jarenlange afbrokkeling van de gezagspositie van het rijk als betrouwbare partij die soms even de gunfactor verdient. Ik lees staatsrechtelijke discussies over doorzettingsmacht, maar geen regel redt de leraar als de klas hem niet vertrouwt. We moeten de vluchtelingencrisis nu oppakken, maar vooral een indringend gesprek voeren over de onderlinge verhoudingen. Uit onszelf. En anders wijs ik iedereen als vrijwilliger aan.
Martijn van der Steen, co-decaan NSOB en bijzonder hoogleraar EUR, steen@nsob.nl, @martijnvdsteen