VNG Magazine nummer 11, 1 juli 2022
Tekst: Leo Mudde | Beeld: Jiri Büller
Nepnieuws en haatzaaien - het is van alle tijden en komt overal voor. Maar het neemt de laatste jaren toe en kan de democratische rechtsstaat en het lokaal bestuur aan het wankelen brengen. Tijd voor een Europees antwoord.
Politici of wetenschappers die actief zijn op sociale media kijken allang niet meer op van de heftige reacties die hun tweets of posts oproepen. Het mag allemaal, want vrijheid van meningsuiting. Hoewel die ook haar grenzen heeft, want zodra mopperen of schelden overgaat in haatzaaien is sprake van een strafbaar feit.
Wilma Delissen-van Tongerlo, burgemeester van Peel en Maas, heeft samen met de Zweedse regiobestuurder Kristoffer Tamsons en de Engelse emeritus hoogleraar politicologie Colin Copus een stuk opgesteld over de impact van haatzaaien en nepnieuws op lokale en regionale bestuurders. Hun rapport wordt 4 juli besproken in de vakcommissie van het Congres van Lokale en Regionale Overheden van de Raad van Europa. Eind oktober volgt dan de plenaire behandeling in Straatsburg. ‘Hopelijk helpt het dit onderwerp in Europa bespreekbaar te maken’, zegt Delissen.
Als mensen zich niet meer verkiesbaar durven te stellen, komt de democratie onder druk te staan
Waarom pakt u dit eigenlijk op? Er is toch al veel aandacht voor?
‘Omdat mensen in het lokaal bestuur er heel onrustig van worden. Niet alleen in Nederland, overal. In het rapport staat het voorbeeld van een volksvertegenwoordiger in Wales, die vanwege haar Engelse achtergrond zo openlijk racistisch bejegend werd door Welshe nationalisten dat ze haar zetel moest opgeven. Paweł Adamowicz, de burgemeester van Gdansk, werd in 2019 doodgestoken door een man die geloofde dat de partij waar Adamowicz lid van was geweest verantwoordelijk was voor de martelingen die hij in de gevangenis zou hebben ondergaan. Vier jaar eerder werd in Keulen in Duitsland burgemeesterskandidaat Henriette Reker neergestoken. Haatzaaien en nepnieuws vergroten de druk op bestuurders en als die hun werk niet meer kunnen doen, is dat schadelijk voor het openbaar bestuur. Als mensen zich niet meer verkiesbaar durven te stellen, komt de democratie enorm onder druk te staan. Ons rapport focust op lokale en regionale bestuurders.’
Noemt u eens een concreet voorbeeld uit de lokale praktijk dat veel gemeenteraadsleden zullen herkennen.
‘Elke gemeente heeft ze wel, de notoire briefschrijvers die de ambtenaren uren werk kosten. Ze sturen hun brieven of mailtjes naar lokale bestuurders, vaak met onjuiste informatie. Als er te veel berichten komen, als mensen zich niet meer veilig voelen door wat ik digitale stalking noem, dan moet je een streep trekken. Je kunt dan proberen met de man of vrouw in kwestie het gesprek aan te gaan en af te spreken op welke wijze de berichten geadresseerd kunnen worden.’
Wat op het darkweb gebeurt, hebben de gemeenten absoluut niet in beeld
Waarin verschilt die dan van de landelijke politiek?
‘Wij hebben geen eigen opsporingsdiensten of dienstauto’s met beveiliging. Wat zich bovengronds afspeelt, op sociale media, dat zien we wel. Maar wat er ondergronds gebeurt, op het darkweb, dat hebben de 344 gemeenten absoluut niet in beeld. We hebben hier een aantal dorpen die allemaal hun eigen sinterklaasintocht hebben, wie had ooit gedacht dat de zwartepietendiscussie, de vaccinatiekwestie of bijvoorbeeld 5G dorpen zou kunnen raken? Dan is het erg vervelend als je niet voorbereid bent op grote groepen met spandoeken. Dat doet wat met een kleine samenleving. En het gaat zo snel. De bestorming van het Capitool gebeurde binnen twee uur, maar het was ondergronds misschien al dagen in de week gelegd zonder dat de autoriteiten ervan wisten. Dat is wel eng.’
Nu kaart u dit op Europees niveau aan. Wat wilt u daarmee bereiken?
‘Op 4 juli presenteren we ons conceptrapport in de commissie van het Congres. Ik hoop dat we dan ook voorbeelden en praktijkervaringen van andere landen kunnen ophalen en verwerken in het definitieve stuk. In Nederland hebben we het aardig op orde, het ministerie van BZK publiceerde pas nog een handreiking voor overheden hoe om te gaan met desinformatie. Ik ben wel benieuwd wat andere landen ons kunnen vertellen. Uiteindelijk moeten we gewoon zorgen voor goede handleidingen zodat iedereen weet wat hij of zij kan doen als het aan de orde is.’
Wat kunnen anderen van Nederland leren?
‘In mijn eigen gemeente hebben we het zo geregeld dat elke melding van nepnieuws of haatzaaien die betrekking heeft op het lokaal bestuur, via mij wordt vastgelegd. Ik heb mijn raadsleden gezegd dat ze het altijd moeten melden als ze het gevoel hebben vreemde berichten te krijgen of te worden gebruikt in filmpjes of op sociale media. Als het te gek wordt, doe ik aangifte. Dat geldt voor raadsleden, collegeleden en alle ambtenaren. Dan verwacht ik ook van politie en Openbaar Ministerie dat er wat mee wordt gedaan. Ik sta voor de veiligheid van mijn mensen.
‘En onze afdeling communicatie scant de sociale media om risico’s in te schatten. Kan die wethouder of dat raadslid in die zaal nog wel spreken, of vinden we het toch wel een prettig idee als daar ook de politie bij aanwezig is, in burger of in vol ornaat? Door vooraf zaken in beeld te krijgen, kun je al een aantal maatregelen nemen voordat een politicus op stap gaat. Daar zijn we hier best ver mee. Maar die ondergrondse kanalen, die kennen we niet. Illegale bijeenkomsten, de complottheorieën die rondgaan rond corona en waar je dan later mee wordt geconfronteerd – hoe kunnen we ervoor zorgen dat we ook die informatie op een goede manier teruggekoppeld krijgen zodat we onze maatregelen kunnen treffen?’
Als je satire gaat gebruiken om op te roepen tot haat, ga je een grens over
In uw conceptrapport staan vier redenen waarom mensen nepnieuws zouden produceren. Complottheorieën, financiële motieven, politieke motieven en satire. Wat dat laatste betreft: satire moeten we toch koesteren in een rechtsstaat? Begeven we ons niet op een glibberig pad als we satire het domein van nepnieuws in gaan trekken?
‘Satire moet kunnen, natuurlijk. Het hoort bij de vrijheid van meningsuiting, maar ook daar zit een grens aan. Wanneer is het nog satire en wanneer schaadt het de integriteit van de politicus? Wereldberoemd is de deepfake-video met voormalig president Barack Obama. In zijn speech was een heel andere tekst geplakt waardoor het leek alsof hij die echt uitsprak. Dat was satire, maar die beelden zijn daarna vaker gebruikt om er weer andere woorden in te plakken. Als je satire gaat gebruiken om op te roepen tot haat, ga je een grens over.’
U geeft in het rapport ook definities van nepnieuws en haatzaaien, maar zijn die ook niet gekleurd door ons Westerse perspectief? Wij beschuldigen Rusland van het verspreiden van desinformatie, maar de Russen verdenken ons van hetzelfde. Wie heeft er gelijk, en denken we hier in Europa allemaal wel hetzelfde over?
‘Dat is ingewikkeld, het zou mooi zijn als we er alleen in Nederland al in slagen de normen met elkaar vast te leggen. Je moet een onderscheid maken tussen misinformatie en desinformatie. Dat laatste is het opzettelijk verspreiden van nieuws waarvan je weet dat het niet klopt. Daar kan volgens Europese wet- en regelgeving al tegen opgetreden worden. Maar of dat ook gebeurt, hangt af van de politieke wind die in een land waait. Die discussie is interessant. Ik ben heel benieuwd of alle internationale vertegenwoordigers dit straks gaan omarmen.’
Wie is...
Wilma Delissen-van Tongerlo is burgemeester van Peel en Maas en lid van de VNG-commissie Europa en Internationaal. Ook is zij lid van de Nederlandse delegatie in het Congres van Lokale en Regionale Overheden van de Raad van Europa, en van de commissie Burgerschap van het Comité van de Regio’s van de Europese Unie.
Lees ook:
Omgaan met desinformatie: blijf bij de feiten (VNG Magazine 4 maart 2022)