Schadeverhaal / kostenverhaal
-
Mogen de kosten van het verwijderen van olie op het wegdek worden verhaald via het privaatrecht of is er dan sprake van doorkruising van de Wegenwet of de Wet veiligheidsregio’s?
Ja, de kosten mogen via het privaatrecht worden verhaald. Nee, er is geen sprake van doorkruising van de Wegenwet of de Wet veiligheidsregio’s.
Lange tijd is er discussie geweest of het verwijderen van olie op het wegdek moest worden gezien als publieke taak en of de daarmee gemoeide kosten in dat geval voor rekening van de overheid moesten blijven. Aan deze discussie heeft de Hoge Raad op 12 december 2014 (ECLI:NL:HR:2014:3594) een einde gemaakt. Over het algemeen wordt een weg afgezet als er olie op de weg ligt. Daardoor wordt aan het acute gevaar van olie op de weg een einde gemaakt. Het opruimen van de olie valt daarmee niet meer onder de wettelijke taak van de brandweer, te weten ‘het beperken en bestrijden van gevaar voor mensen en dieren bij ongevallen anders dan bij brand’ (artikel 25 Wet veiligheidsregio’s). Het opruimen valt dan onder de taak van de gemeente als wegbeheerder op grond van de Wegenwet. Het verhaal van de opruimingskosten levert geen doorkruising op van de Wegenwet. Deze wet kent geen regeling voor het verhaal van deze kosten. Ook op grond van de totstandkomingsgeschiedenis van de Wegenwet is er geen reden om aan te nemen dat kostenverhaal (publiekrechtelijk) is uitgesloten, zodat er geen sprake is van doorkruising van het publiekrecht.
Wegbeheer
-
Nee. CROW-normen zijn aanbevelingen en richtlijnen voor de constructie en veiligheid van openbare wegen, Deze normen hebben geen wettelijk basis en houden geen wettelijke verplichting in. Zij vormen voor de rechter wel een factor van betekenis bij de beantwoording van de vraag of sprake is van een gebrek, maar andere omstandigheden, zoals het te verwachten gedrag van verkeersdeelnemers, de verkeersomstandigheden ter plaatse en de aard en frequentie van het verkeer, blijven daarvoor ook van belang.
-
Nee. Als de schade niet is ontstaan door een gebrekkige toestand van de weg, dan moet de vraag of de wegbeheerder aansprakelijk is, worden beoordeeld naar de algemene maatstaf van artikel 6:162 BW (onrechtmatige daad).
-
De tenzij-clausule maakt deel uit van de regeling voor risicoaansprakelijkheid voor de wegbeheerder.
Artikel 6:174 lid 1 BW luidt: De bezitter van een opstal die niet voldoet aan de eisen die men daaraan in de gegeven omstandigheden mag stellen, en daardoor gevaar voor personen of zaken oplevert, is, wanneer dit gevaar zich verwezenlijkt, aansprakelijk, tenzij aansprakelijkheid op grond van de vorige afdeling zou hebben ontbroken indien hij dit gevaar op het tijdstip van het ontstaan ervan zou hebben gekend.
In artikel 6:174 lid 2 BW staat: (…)Bij openbare wegen rust zij op het overheidslichaam dat moet zorgen dat de weg in goede staat verkeert, (…).De tenzij-clause is aan de orde als de wegbeheerder, als hij al bekend zou zijn geweest met het gebrek aan de weg, machteloos zou zijn geweest om maatregelen te treffen zoals het waarschuwen van de weggebruikers. Dat is het geval als er heel weinig tijd zit tussen het ontstaan van het gebrek en het ontstaan van de schade. Denk bijvoorbeeld aan een gat in de weg dat plotseling ontstaat door lekkage van de waterleiding.
Als de tenzij-clausule van toepassing is, is er geen sprake van aansprakelijkheid.
De tenzij-clausule gaat uit van een hypothetische situatie, namelijk die waarin de wegbeheerder het gevaar wél kende op het tijdstip van het ontstaan daarvan. Indien de wegbeheerder, uitgaande van die hypothetische situatie, niet aansprakelijk zou zijn geweest voor de schade op grond van artikel 6:162 BW, dan is zij dat ook niet op grond van artikel 6:174 BW. -
Een openbaar fietspad dat eigendom is van een boer, is in bepaalde perioden moeilijk begaanbaar als gevolg van agrarische activiteiten, bijv. bij het uitrijden van de oogst. Het onderhoud van het pad is de verantwoordelijkheid van de gemeente. Wie is aansprakelijk voor de schade als een fietser ten val komt doordat het fietspad slecht begaanbaar is?
De aanwezigheid van oogstproducten op het wegdek betekent niet dat er sprake is van een gebrekkige toestand van het fietspad. Als het ongeluk is veroorzaakt door de aanwezigheid van oogstproducten op het fietspad is artikel 6:174 BW dus niet van toepassing.
De gemeente kan mogelijk wel op grond van artikel 6:162 BW aansprakelijk worden gehouden voor de val. Of een aansprakelijkstelling een goede kans van slagen maakt, is afhankelijk van de omstandigheden van het concrete geval. Als de gemeente voldoende heeft gewaarschuwd voor mogelijke oogstproducten op het wegdek, zal er minder snel aansprakelijkheid van de gemeente worden aangenomen. Ook als de fietser kort nadat de oogstproducten op het wegdek zijn gekomen valt , zal er niet snel sprake zijn van aansprakelijkheid van de gemeente. De gemeente heeft dan geen tijd gehad om maatregelen te nemen om het fietspad weer begaanbaar te maken.Wanneer de boer de oogstproducten op het fietspad laat liggen terwijl hij weet dat er daardoor gevaarlijke situaties voor fietsers ontstaan, kan de fietser de boer (mede) aansprakelijk stellen op grond van artikel 6:162 BW.