Raadsvoorstellen en besluiten
-
Raadsbesluiten zijn stukken die van de raad uitgaan. Deze worden daarom door de burgemeester ondertekend en door de griffier medeondertekend (artikel 32a lid 1 Gemeentewet). De raad kan de burgemeester toestaan de ondertekening op te dragen aan de griffier of aan een of meer andere bij de griffie werkzame ambtenaren. De griffier hoeft de stukken dan niet mede te ondertekenen (artikel 32a lid 2 Gemeentewet).
Soms kan de ondertekening om administratieve en/of organisatorische redenen niet worden gevergd. Met een vermelding van alleen naam kan worden volstaan, mits inzichtelijk is dat de raad het besluit bevoegdelijk heeft genomen. Omdat burgers moeten kunnen nagaan of het besluit bevoegdelijk is genomen, wordt geadviseerd om de gang van zaken te vermelden. Bijvoorbeeld dat de brief in een automatisch proces is vervaardigd en derhalve niet is ondertekend.
-
Een (schriftelijk) verslag en een (schriftelijke) besluitenlijst van de raadsvergadering zijn stukken die van de raad uitgaan. Deze worden daarom door de burgemeester ondertekend en door de griffier medeondertekend (artikel 32a lid 1 Gemeentewet). De raad kan de burgemeester toestaan de ondertekening op te dragen aan de griffier of aan een of meer andere bij de griffie werkzame ambtenaren. De griffier hoeft de stukken dan niet mede te ondertekenen (artikel 32a lid 2 Gemeentewet).
-
Dezelfde eisen die gelden voor de publicatie van besluiten in het algemeen gelden ook voor raadsbesluiten. Er is een onderscheid tussen de bekendmaking en de mededeling van besluiten. Met de term 'bekendmaken' wordt gedoeld op het zodanig ter kennis brengen van een besluit aan de daarbij betrokkenen, dat het besluit zijn werking als rechtshandeling kan verkrijgen. De mededeling onderscheidt zich van de bekendmaking, doordat de werking van het besluit daarvan niet afhankelijk is.
Op grond van artikel 3:40 van de Awb treedt een besluit dan ook niet in werking voordat het is bekendgemaakt. In principe vindt de bekendmaking van een besluit plaats door toezending of uitreiking aan onder meer de aanvrager (artikel 3:41, eerste lid, van de Awb). Als de bekendmaking van het besluit niet kan door toezending of uitreiking aan de aanvrager, dan gebeurt de bekendmaking op grond van het tweede lid van artikel 3:41 van de Awb op een andere geschikte wijze. Hierbij kan worden gedacht aan de publicatie in een dag- of nieuwsblad, aanplakken op het gemeentelijk publicatiebord of aanplakking ter plekke.