Overig
-
Gemeenten en zorgverzekeraars zijn over en weer verantwoordelijk voor en aanspreekbaar op de samenwerking in hun regio. Deze aanspreekbaarheid is georganiseerd met aanspreekpunten aan beide kanten. Deze aanspreekpunten zijn bovendien bestuurlijk trekker van de samenwerking in de regio, met de zorgverzekeraar en tussen gemeenten onderling rondom de samenwerking. Een goed georganiseerde regio kan het samenwerkingsproces versnellen.
-
- In het debat over zorgfraude van 3 februari 2022 is door verschillende partijen aandacht gevraagd voor de kwaliteit van het gemeentelijk toezicht op Beschermd Wonen, mede naar aanleiding van enkele incidenten. Tevens is door enkele Kamerleden gevraagd naar de stand van zaken van de doordecentralisatie.
- Op dit moment werkt de staatssecretaris van VWS met betrokkenheid van de VNG, gemeenten, lokale en regionale Wmo-toezichthouders, GGD GHOR Nederland, de IGJ, en TSD aan een visie op het Wmo-toezicht. In deze visie zal ook aandacht zijn voor Beschermd Wonen en Maatschappelijke Opvang.
-
In de uitgebreide procedure bij een omgevingsvergunning stelt het bevoegd gezag een ontwerpbesluit op, waarover belanghebbenden en bepaalde overheidsorganen zienswijzen kunnen indienen. Het bevoegd gezag is vervolgens verplicht om bij de motivering van het definitieve besluit in te gaan op de ingediende zienswijzen. Dit geldt als algemene regel voor de uitgebreide procedure.
Er zijn echter twee uitzonderingen op deze regel, zoals vermeld in artikel 16.23 van de Omgevingswet:
- Gedoogplichtbeschikking: Hierbij kunnen alleen belanghebbenden en bepaalde overheidsorganen zienswijzen indienen.
- Onteigeningsbeschikking: Hierbij kunnen alleen belanghebbenden zienswijzen indienen.
In de reguliere procedure bij een omgevingsvergunning zijn speciale gevallen te bedenken waarin het bevoegd gezag eenieder of een bepaalde belanghebbende in de gelegenheid wil stellen om zienswijzen in te brengen, zoals beschreven in de artikelen 4:7 en 4:8 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb).
Het bevoegd gezag heeft dus de vrijheid om uit eigen beweging de gelegenheid te geven om zienswijzen in te brengen, ongeacht de specifieke procedure. Dit biedt het bevoegd gezag de mogelijkheid om meer inspraak te faciliteren, verschillende belangen inzichtelijk te maken en rekening te houden met belanghebbenden.
Deze bevoegdheid kan ook worden ingezet wanneer het bevoegd gezag vindt dat de initiatiefnemer onvoldoende aan participatie heeft gedaan. Hierbij kan het bevoegd gezag ook gebruik maken van een mogelijkheid om eenmalig de beslistermijn te verlengen met zes weken.
-
Een ‘geschikte’ functie is in artikel 9.4 cao in het VWNW-traject wel genoemd maar niet gedefinieerd. Het is van belang ook een passende functie te definiëren in een sociaal statuut of sociaal plan. Een geschikte functie valt niet valt onder het begrip passende functie, maar is een functie die de medewerker bereid is te vervullen en binnen een nader te noemen tijd de medewerker geschikt maakt. Een geschikte functie kan één of twee functieniveaus lager zijn dan het niveau van de oorspronkelijke functie.
-
In een LSI-project werken verschillende ketenpartners binnen het sociaal domein samen in een interventieteam. Onrechtmatigheden en misstanden op het gebied van sociale zekerheid, gemeentelijke handhaving, arbeidsmarktfraude en fiscaliteit worden zo gezamenlijk zichtbaar gemaakt en aangepakt. De Landelijke Stuurgroep Interventieteams (LSI) geeft goedkeuring voor zo’n project.
Binnen LSI-projecten werken de Belastingdienst, UWV, SVB, IND, Politie, Inspectie SZW, Openbaar Ministerie en gemeenten samen op basis van de Samenwerkingsovereenkomst voor Interventieteams (LSI-convenant). In een LSI-project mogen samenwerkingspartners hun signalen en gegevensbestanden wettelijk koppelen, om zo beter te kunnen analyseren waar risico’s zitten en wat de ernst en omvang van de situatie is. Iedere organisatie brengt zijn eigen informatie en expertise in en door informatie te combineren wint deze aan diepgang.
-
Een 'passende functie' is in artikel 9.4 cao in het VWNW-traject wel genoemd maar niet gedefinieerd. Het is van belang ook een passende functie te definiëren in een sociaal statuut of sociaal plan. Er is een definitie in artikel 9 Ontslagregeling: een functie die aansluit bij de opleiding, ervaring en capaciteiten van een werknemer (of waarvoor hij binnen een redelijke termijn met behulp van scholing geschikt zal kunnen zijn). In de regel gaat het hierbij om functies die aansluiten bij het niveau van de werkzaamheden die een werknemer verricht. Het salaris, salarisschaal en de reistijd zijn dus geen elementen die worden meegewogen bij een passende functie. Anders dan bij het afspiegelingsbeginsel, moet op persoonsniveau beoordeeld worden of sprake is van een passende functie.
-
De Omgevingswet geeft de mogelijkheid om een raadsbesluit te nemen over het bindend adviesrecht bij een aanvraag voor een buitenplanse omgevingsplanactiviteit.
De aanwijzing van gevallen waarbij het bindend adviesrecht van de gemeenteraad geldt, moet vooraf gebeuren om de rechtszekerheid te waarborgen. Wanneer de gemeenteraad gebruik maakt van deze bevoegdheid, worden aangewezen aanvragen voor buitenplanse omgevingsplanactiviteiten door het college van B&W ter advisering aan de gemeenteraad voorgelegd.
De raad geeft in dat geval een gemotiveerd advies over het wel of niet verlenen van die omgevingsvergunningaanvraag. Dit advies moet het college van B&W dan opvolgen.
De wettelijke beslistermijn op de aanvraag wijzigt niet door de toepassing van het bindend adviesrecht. Het college van B&W kan eventueel wel gebruik maken van de eenmalige verlengingsmogelijkheid van de beslistermijn met zes weken.
-
Het doel van de regionale samenwerking is om mensen kwalitatief goede en betaalbare zorg en ondersteuning te bieden op de juiste plek. Om dit te bereiken is samenwerking tussen professionals en aanbieders cruciaal.
Dat valt of staat bij de samenwerking tussen gemeenten, zorgkantoor en zorgverzekeraar(s). Zij zijn de financiers van zorg en ondersteuning. Deze samenwerking moet regionaal, omdat een deel van de zorgketen gemeente-overstijgend is georganiseerd. Denk bijvoorbeeld aan de regionale rol van ziekenhuizen, GGZ- en Wlz-instellingen.
Er gebeurt inmiddels al veel op deze samenwerking, maar nog niet genoeg en nog niet overal. We zien bijvoorbeeld dat nog veel kleinschalig, incidenteel en versnipperd plaatsvindt en dat partijen niet evenredig op alle maatschappelijk urgente thema’s samenwerken en ook niet overal zodat niet iedereen ervan kan profiteren.
De visie van ‘De Juiste Zorg op de Juiste Plek’ staat centraal bij de regionale samenwerking. Op basis van deze visie wordt de zorg meer georganiseerd rondom de cliënt, die daardoor beter in staat wordt gesteld te kunnen blijven functioneren in de eigen omgeving.
-
Het is van belang dat een sociaal statuut of sociaal plan geen wettelijke begrippen zijn en niet wettelijk verplicht zijn, maar een overeenkomst van aanvullende afspraken tussen sociale partners. Een sociaal statuut en sociaal plan kunnen ook naast elkaar bestaan.
et sociaal statuut was voor de Wnra een algemeen verbindend voorschrift met een bepaalde duur bij overheidsorganisaties waarbij kaders en het proces voor organisatiewijzigingen wordt geregeld. Het beschrijft op welke manier de medewerkers uit de bestaande organisatie worden geplaatst in de nieuwe organisatie. Vaak worden ook de spelregels, plaatsingsprocedure, plaatsingscriteria, plaatsingsproces en plaatsingscommissie beschreven. Ook wordt beschreven wat een passende functie is. Veel van deze regels in een sociaal statuut zijn in de wet geregeld in het BW, Ontslagregeling en UWV uitvoeringsregels bedrijfseconomisch ontslag.
Het sociaal plan is een civielrechtelijke overeenkomst met een bepaalde duur en bevat vaak een nadere arbeidsvoorwaardelijke afspraken en is een (nadere) invulling van de kaders in het sociaal statuut om de personele gevolgen van een bedrijfseconomisch ontslag te verzachten. In een sociaal plan worden afspraken gemaakt tussen sociale partners over de hoogte van de ontslagvergoeding, vertrek / stimuleringsregeling, outplacement en vergoedingen voor scholing of rechtsbijstand.
-
De intentie van de wetgever is om het pbo een steviger formele rol te geven binnen de omroep. Nu hangt dit gremium er vaak maar wat bij. Hoe deze rol eruit ziet en met welke bevoegdheden is nog niet duidelijk. Wel is de samenstelling van het pbo nu ook al een criterium waarop gemeenten een omroep kunnen beoordelen bij de aanwijzingsprocedure.
-
De doelstelling van VNG Connect is tweeledig. VNG Connect is gericht op het vergroten van de ledengerichtheid en zichtbaarheid van de VNG. Dit wordt gedaan door (tijdelijke) detacheringen te faciliteren tussen de VNG en (semi-)overheidsorganisaties. VNG Connect is daarnaast een instrument om de (interne) mobiliteit en ontwikkeling van VNG -edewerkers te bevorderen. VNG Connect is de schakel tussen de medewerker met een mobiliteitswens en de invulling daarvan door interne of externe detachering.
-
De VNG houdt zich voornamelijk bezig met de belangenbehartiging rond de Europese subsidies. Op het gebied van de aanvraagprocedures van subsidies ondersteunt de VNG door middel van informatievoorziening en het bieden van een netwerk. Binnen het Europa-team van de VNG zijn geen subsidieadviseurs werkzaam. Wel kunnen we adviseren en contacten leggen met gemeenten of bureaus die hierbij kunnen helpen. Verder geven we presentaties over de Europese fondsen en de globale kansen voor gemeenten.