01. Benoeming raadsleden
-
Inderdaad kunnen de geloofsbrieven van dit raadslid in de laatste vergadering van de oude raad goedgekeurd worden; de raad kan vervolgens beslissen dat hij wordt toegelaten. Het raadslid kan echter nog geen zitting nemen in de raad. Dat kan pas zodra hij de eed heeft afgelegd in fysieke aanwezigheid van de overige raadsleden en de voorzitter (artikel 14 Gemeentewet).
Op basis van de Tijdelijke wet digitale beraadslaging en besluitvorming is het mogelijk een openbare vergadering digitaal te organiseren. Omdat de beëdiging moet plaatsvinden in een openbare raadsvergadering kan dit ook in een digitale openbare vergadering.
Als het raadslid op een later tijdstip wel fysiek in staat is om ondanks zijn ziekte naar een vergadering te komen om daar de eed af te leggen, dan kan hij vervolgens op grond van artikel X 10, tweede lid van de Kieswet het verzoek bij de voorzitter indienen om zich te laten vervangen. Hij moet dan uiteraard wel aan de vereisten van artikel X 10, tweede lid voldoen.
-
In artikel 13 lid 1 onder o Gemeentewet is geregeld dat een raadslid geen ambtenaar van politie mag zijn als diegene aan het gemeentebestuur ondergeschikt is. Dit hangt af van de feitelijke omstandigheden.
Executieve politieambtenaren die werkzaam zijn bij een territoriale eenheid van de politie (basisteam, district, maar ook de regionale eenheid) kunnen in de gemeenten binnen het territorium van die eenheid geen lid zijn van de gemeenteraad, als zij onder omstandigheden kunnen worden ingezet bij de handhaving van de openbare orde of de hulpverlening.
Potentiële inzetbaarheid is dus al voldoende voor de onverenigbaarheid met het raadslidmaatschap. Op het moment dat politieambtenaren worden ingezet bij de handhaving van de openbare orde of de hulpverlening, staan zij namelijk onder het gezag van de burgemeester. Dan is dus sprake van een ondergeschiktheidsrelatie ten opzichte van een lid van het gemeentebestuur.
-
Nee, dat kan niet. In artikel 10 van de Gemeentewet is bepaald aan welke eisen iemand moet voldoen om raadslid te kunnen zijn. Daarnaast noemt artikel 13 van de Gemeentewet de met het raadslidmaatschap onverenigbare betrekkingen. Artikel V 4 van de Kieswet bepaalt dat de raad, in oude samenstelling, na de verkiezingen onderzoekt of het kandidaat-raadslid voldoet aan de eisen die worden gesteld in artikel 10 en artikel 13 van de Gemeentewet: dit is het geloofsbrievenonderzoek.
Het is aan de partijen die iemand op hun kandidatenlijst zetten om een onderzoek naar de antecedenten van die persoon te doen en eventueel een VOG te vragen.
Artikel 10, artikel 13 Gemeentewet; artikel V 4 Kieswet
-
In artikel 23 Gemeentewet is bepaald dat de raad in het openbaar vergadert. De geloofsbrieven die de raad onderzoekt bestaan uit de kennisgeving aan de kandidaat dat hij benoemd is (artikel V 1 Kieswet), de melding van de kandidaat dat hij de benoeming aanneemt (V 2 Kieswet) en de stukken genoemd in artikel V 3 Kieswet, waaronder de opgave van de openbare betrekkingen die de kandidaat bekleedt. Er is juridisch, maar ook praktisch, geen enkele reden om daarover achter gesloten deuren te praten en deze stukken geheim te houden. Dat geldt eens te meer vanwege de actuele discussies over het tellen van stemmen en de risico’s van ondermijning in het lokaal bestuur. Maximale transparantie is ook in dat opzicht wenselijk.
Artikel 23 Gemeentewet.
-
Na een verkiezing moet het benoemde raadslid uiterlijk op de tiende dag na de dagtekening van de kennisgeving van zijn benoeming bij brief mededeling doen aan het vertegenwoordigend orgaan dat hij zijn benoeming aanneemt (artikel V 2, eerste lid, Kieswet).
De zitting van het hoofdstembureau ter vaststelling van de uitslag is bij de verkiezingen in 2022 op maandag 21 maart om 10 uur. (zie art. O 1, eerste lid, Kieswet en artikel 23f, eerste lid, Tijdelijke wet verkiezingen covid-19). De zitting van het gemeentelijk centraal stembureau is ook op 21 maart. Aangezien het hoofdstembureau bij gemeenteraadsverkiezingen tevens als centraal stembureau optreedt, worden beide zittingen bij de verkiezingen gecombineerd (zie art E 11, vijfde lid, Kieswet). Uiterlijk de dag na de vaststelling van de uitslag wordt deze aan de benoemde uitgereikt of verzonden (V 1, eerste lid Kieswet).
Als de kennisgeving op maandag 21 maart is gedagtekend dan heeft de benoemde tot en met donderdag 31 maart (namelijk tot uiterlijk 10 dagen na de dagtekening) de tijd voor het aannemen van zijn benoeming.
In de praktijk zullen de meeste raadsleden hun benoeming per ommegaande accepteren en de benodigde stukken overleggen. Dat is ook wenselijk met het oog op een snelle beëdiging van de nieuw gekozen raadsleden. De wetgever vindt het echter van belang dat een gekozene voldoende tijd heeft om na te gaan of hij daadwerkelijk zijn benoeming wenst te aanvaarden. Bij tussentijdse benoemingen wordt daarom ook een langere termijn gehanteerd (28 dagen).
Artikel O 1, P 1, V 1, eerste lid, V 2, eerste lid, Z 12, eerste lid Kieswet, 23f Tijdelijke wet verkiezingen covid-19
-
Het gemeentelijk centraal stembureau (= het hoofdstembureau) houdt op maandag 21 maart 2022 om 10.00 uur zitting en stelt dan de uitslag van de gemeenteraadsverkiezingen vast (artikel 23f Tijdelijke wet verkiezingen covid-19). In artikel V 1 van de Kieswet is bepaald dat de benoemingsbrief uiterlijk de dag na de uitslag van de verkiezingen of na de benoemd verklaring moet worden uitgereikt of aangetekend moet worden verzonden.
Wanneer een verrichting op grond van de Kieswet op een zaterdag, zondag of algemeen erkende feestdag valt, dan treedt de eerstvolgende dag die geen zaterdag, zondag of algemeen erkende feestdag is, daarvoor in de plaats (artikel Z 12, eerste lid Kieswet).
Op maandag 21 maart of dinsdag 22 maart moet dus de kennisgeving van benoeming aan de verkozen kandidaat worden uitgereikt of verzonden (artikel V 1, eerste lid, Kieswet)
Artikel O 1, eerste lid, P 1, Kieswet, P 20, V 1 Kieswet, Z 12 Kieswet, artikel 23f Tijdelijke wet verkiezingen covid-19
-
De gemeenteraad heeft de taak om het verloop van de verkiezingen te onderzoeken. De Kieswet stelt regels over het onderzoek van de geloofsbrieven en het onderzoek van het proces-verbaal van het centraal stembureau (artikel V 4 Kieswet). De raad voert het onderzoek naar de geloofsbrieven uit. In het VNG model reglement van orde voor de raad is hiervoor een praktische uitwerking opgenomen. Vanuit de raad wordt een commissie benoemd die onderzoekt of de door de voorzitter van het centraal stembureau benoemde kandidaten ook voldoen aan de vereisten uit de Gemeentewet.
Bij de gemeenteraadsverkiezingen op 16 maart 2022 heeft de raad in oude samenstelling tot en met dinsdag 29 maart 2022 de tijd voor het onderzoek van de geloofsbrieven. Dit volgt uit artikel C 4, tweede lid, Kieswet en artikel 1b Tijdelijke wet verkiezingen covid-19). Op basis van de Tijdelijke wet treden de leden van de raad met ingang van de woensdag daarna af (in 2022 is dit woensdag 30 maart). Voor die tijd moet het onderzoek zijn afgerond en moet omtrent de toelating van de nieuw gekozen leden zijn besloten. Doorgaans zal de oude raad een dag eerder voor het laatst bijeenkomen, dus in 2022 op dinsdag 29 maart.
Vervolgens moet de raad voor de eerste maal in nieuwe samenstelling bijeenkomen op de dag met ingang waarvan de leden van de raad in oude samenstelling aftreden(artikel 18 Gemeentewet). Dit is in 2022 woensdag 30 maart. Tijdens die eerste zitting moet de beëdiging van de aanwezige leden, ook degenen die hiervoor al zitting hadden in de raad, plaatsvinden. Leden die niet aanwezig kunnen zijn, moeten bij een volgende vergadering de eed of belofte afleggen. Het is dus niet mogelijk dat de oude raad en de nieuwe raad op dezelfde dag bijeenkomen voor zowel het geloofsbrievenonderzoek als de beëdiging.
Artikel C 4, V 4 Kieswet, artikel 18 Gemeentewet, artikel 1b tijdelijke wet verkiezingen covid-19
-
Is het mogelijk iemand "onvrijwillig" de plaats op de kieslijst af te laten staan of die persoon helemaal te verwijderen, bijvoorbeeld doordat de partij hem royeert?
Antwoord
Het kiesstelsel heeft de kiezer als uitgangspunt. De kiezer mag stemmen en bepaalt wie er in de raad komt. Dat politieke partijen een rol spelen doordat ze kandidatenlijsten samenstellen is bij wijze van spreken bijzaak. Een politieke partij kan een lid royeren of uit de fractie zetten, maar dat heeft geen enkele invloed op de invulling van de zetels in de raad. Er zijn zelfs partijen die kandidaten een overeenkomst laten tekenen waarbij een raadslid belooft bij onenigheid over de politieke koers zijn of haar zetel op te geven. Een dergelijke afspraak is echter juridisch niet bindend want in strijd met de wet.De gemeente heeft geen bemoeienis met wat er binnen de politieke partijen gebeurt. Na de verkiezingen wordt de definitieve rangschikking vastgesteld op basis van de verkiezingsuitslag (de kandidaten kunnen nog wisselen als gevolg van voorkeursstemmen). Die lijst geldt dan voor vier jaar en wordt door de gemeente gevolgd in geval van een vacature. Of leden inmiddels geroyeerd zijn doet niet ter zake (voor de gemeente). Een kandidaat kan wel uit eigen beweging een verklaring ondertekenen dat hij niet voor een raadszetel in aanmerking wil komen of een benoeming weigeren. Als een persoon geroyeerd is en zijn benoeming aanneemt gaat deze doorgaans als fractie in de raad onder de eigen naam (of zelf gekozen partijnaam).
Partijen worden geacht hun kandidatenlijsten zorgvuldig samen te stellen, leden te screenen etc., en dus vooraf heel zorgvuldig te werk te gaan, omdat na de verkiezingen de uitslag vaststaat en er niets meer gewijzigd kan worden.
-
In het geval er een vacature ontstaat en er op de betrokken lijst geen kandidaat meer benoembaar is (omdat er geen kandidaten meer zijn, of omdat geen van de kandidaten voor benoeming in aanmerking wenst te komen), wordt bezien uit hoeveel leden de gemeenteraad bestaat. Indien de gemeenteraad uit negen of elf leden bestaat, wordt door toepassing van artikel W 4 juncto P 10 van de Kieswet bepaald aan welke van de andere lijsten binnen de gemeente de zetel wordt toegekend. Dit komt er op neer dat gekeken wordt welke lijst voor een volgende restzetel in aanmerking zou zijn gekomen.
Bij gemeenteraden die uit meer dan elf leden bestaan vindt geen overgang plaats naar een andere lijst en blijft de plaats onbezet.
In geval de plaats onbezet blijft, dient het centraal stembureau het besluit te nemen dat er geen opvolger kan worden benoemd. Deze beslissing is definitief. Ook als later de partij toch weer de raad in wil wordt er geen nieuwe procedure gestart ter vervulling van een vacature.
Artikelen W 4 en P 10 van de Kieswet
NB: door inwerkingtreding van de wet van 28-06-2017, Stb 2017, 302, wordt de mogelijkheid om lijstencombinaties te vormen afgeschaft. Deze is op 1 december 2017 in werking getreden (23-10-2017, Stb. 2017, 415)
02. Vergadering oude raad (geloofsbrievenonderzoek)
-
Iemand die nog geen ingezetene is van de gemeente mag op de kieslijst staan, maar hij moet bij de kandidaatstelling een verklaring hebben ondertekend dat hij bereid is te verhuizen naar de gemeente waar hij raadslid wil worden. Ook kan deze persoon benoemd worden, tenzij hij verklaart dat hij niet voor benoeming in aanmerking wenst te komen (bijvoorbeeld omdat hij bij nader inzien toch niet bereid is te verhuizen).
Vervolgens dient bij het geloofsbrievenonderzoek (dus na de verkiezingen) vastgesteld te worden of de persoon ook daadwerkelijk in de gemeente woont. Is dat niet zo, dan kan betrokkene geen raadslid worden. Het is immers één van de vereisten van het lidmaatschap dat een raadslid woont in de gemeente.
Artikel 10 Gemeentewet geeft geen mogelijkheden tot uitstel of een termijn waarbinnen betrokkene moet verhuizen. Indien bij het geloofsbrievenonderzoek blijkt dat hij niet in de gemeente woont, wordt hij niet toegelaten als raadslid en dient een andere kandidaat tot raadslid te worden benoemd.
Artikel 3 en artikel 10 Gemeentewet, artikel V 4, eerste lid Kieswet
-
De gemeenteraad heeft de taak om het verloop van de verkiezingen te onderzoeken. De Kieswet stelt regels over het onderzoek van de geloofsbrieven en het onderzoek van het proces-verbaal van het centraal stembureau (artikel V 4 Kieswet). De raad voert het onderzoek naar de geloofsbrieven uit. In het VNG model reglement van orde voor de raad is hiervoor een praktische uitwerking opgenomen. Vanuit de raad wordt een commissie benoemd die onderzoekt of de door de voorzitter van het centraal stembureau benoemde kandidaten ook voldoen aan de vereisten uit de Gemeentewet.
Bij de gemeenteraadsverkiezingen op 16 maart 2022 heeft de raad in oude samenstelling tot en met dinsdag 29 maart 2022 de tijd voor het onderzoek van de geloofsbrieven. Dit volgt uit artikel C 4, tweede lid, Kieswet jo. Artikel 1b tijdelijke wet verkiezingen covid-19. Op basis van de Tijdelijke wet treden de leden van de raad met ingang van de woensdag daarna af (in 2022 is dit woensdag 30 maart). Voor die tijd moet het onderzoek zijn afgerond en moet omtrent de toelating van de nieuw gekozen leden zijn besloten. Doorgaans zal de oude raad een dag eerder voor het laatst bijeenkomen dus in 2022 op dinsdag 29 maart.
Vervolgens moet de raad voor de eerste maal in nieuwe samenstelling bijeenkomen op de dag met ingang waarvan de leden van de raad in oude samenstelling aftreden(artikel 18 Gemeentewet). Dit is in 2022 woensdag 30 maart. Tijdens die eerste zitting moet de beëdiging van de aanwezige leden, ook degenen die hiervoor al zitting hadden in de raad, plaatsvinden. Leden die niet aanwezig kunnen zijn, moeten bij een volgende vergadering de eed of belofte afleggen. Het is dus niet mogelijk dat de oude raad en de nieuwe raad op dezelfde dag bijeenkomen voor zowel het geloofsbrievenonderzoek als de beëdiging.
Artikel C 4, V 4 Kieswet, artikel 18 Gemeentewet, artikel 1b Tijdelijke wet verkiezingen covid-19
-
Artikel 18 van de Gemeentewet bepaalt dat de nieuwe raad vergadert op de eerste dag nadat de oude is afgetreden. Na de verkiezingen in 2022 treedt de oude raad af met ingang van woensdag 30 maart. Formeel is er dus een moment (van rechtswege op dinsdag 29 maart 2022 om 24.00 uur) dat de oude raad verdwijnt en de nieuwe raad het gezag uitoefent. Er kan van een overlap geen sprake zijn.
De gemeenteraad is het hoogste orgaan in de gemeente, die bijvoorbeeld voor de burger bindende regels kan stellen (verordeningen) en vertrouwen in burgemeesters kan opzeggen. Ook al daarom is het onmogelijk dat er op enig moment twee gemeenteraden in functie zouden zijn.
In het onwaarschijnlijke geval dat de raad moet optreden na woensdag middernacht, is het de nieuwe raad die met spoed bijeen wordt geroepen. Dan zal eerst de installatie moeten plaatsvinden, daarna kunnen besluiten worden genomen over spoedeisende zaken.
Artikel C 4, tweede lid Kieswet, artikel 18 Gemeentewet, artikel 1b Tijdelijke wet verkiezingen covid-19