Het Risicobeheerfonds wordt voor de helft eigendom van de deelnemende gemeenten en voor de helft eigendom van de VNG. Het Risicobeheerfonds bestaat uit 3 onderdelen:

Risicolabels

Risicolabels geven per risicothema, bijvoorbeeld gebouwen, inzicht in het risiconiveau (E, D, C, B, A). Met het risicolabel van alle gebouwen van gemeenten en een landelijke Risicoscorekaart krijgen gemeenten inzicht in de veiligheid c.q. risico’s van alle gemeentelijke gebouwen. Het Risicobeheerfonds zal starten met het risicothema Gebouwen en later ook andere risicothema’s toevoegen, zoals dataveiligheid en digitale infrastructuur.

Risicoadvies

Risicoadviseurs adviseren hoe gebouwen of andere risicothema’s een gunstiger risicolabel kunnen krijgen door doelmatige risicobeperkende maatregelen. Een gunstiger label levert een beter risicoprofiel en een lagere verzekeringspremie op. De adviseurs zijn onderdeel van een landelijk kennisnetwerk.

Verzekeren

De schadeverzekeringen van het Risicobeheerfonds verminderen de financiële gevolgen bij calamiteiten. Voor alle gemeenten gelden gelijke premiepromillages voor gelijke risicolabels binnen een risicothema. Alle gemeenten betalen een gelijk eigen risico van € 2 per inwoner per risico-object (bijvoorbeeld gebouw) en per gebeurtenis, bijvoorbeeld brand. Het eigen risico is voor elke gemeente maximaal € 8 per inwoner per jaar. Premies wijken alleen af door de verschillende verzekerde waarden van alle gemeentelijke gebouwen.